Middelmatig liberalisme van gisteren
11 minuten leestijd

Sanura

Middelmatig liberalisme van gisteren

De ideologische ‘visie’ van de PVV

Middelmatig liberalisme van gisteren
11 minuten leestijd

De formatie lijkt nog wel even te gaan duren (met 1,5 maand gepraat over de grondwet), maar de schok over de enorme PVV-overwinning vermindert slechts geleidelijk. Links is zoals te verwachten viel woedend of in paniek, terwijl rechts grotendeels tevreden lijkt. Toch zijn er ook juist op rechts kritischer geluiden, specifiek vanuit de reactionaire hoek.

Sommige reactionairen verwerpen de PVV als gewoon een liberale partij, vergelijkbaar met de VVD. Dit geldt uiteraard speciaal voor reactionaire moslims die omarmd zijn als bondgenoten door een factie van het Nederlandse reactionairisme.

De verwachtingen over de PVV lopen sterk uiteen. Er zijn mensen die de aspiraties van de partij zien als een vernieuwing van de politiek en anderen die voorspellen dat de PVV radicaal progressief-liberaal beleid zal invoeren, waaronder afschaffing van de onderwijsvrijheid en geslachtsoperaties voor kinderen. Wat is waarschijnlijk? Zal de PVV Nederland cultureel gezien naar links trekken? Is de PVV slechts de VVD van 2003, of kan de partij cultureel verval vertragen of zelfs (deels) terugdraaien?

Gematigd en middelmatig: liberalisme pur sang

Dat de PVV een meer links beleid zal invoeren, omtrent transgenderisme of onderwijs, dan de VVD en haar coalitiepartners de afgelopen 10 jaar hebben gedaan, is onwaarschijnlijk. De PVV is niet ultra-progressief, maar zelfs niet erg conservatief. Dit past perfect bij het gegeven dat de partij geheel haar oorsprong vindt in het klassiek liberalisme. En juist liberalisme is een breed en vaag begrip, specifiek als het gaat om essentiële thema’s als cultuur, filosofie en ethiek. De vaagheid van het liberalisme is kenmerkend voor de PVV.

In tegenstelling tot wat veel linkse en rechtse mensen denken is het liberalisme niet per definitie progressief. Conservatief liberalisme is een zeer omstreden concept, maar eveneens gelooft niet elke liberale partij of stroming in oneindige vooruitgang of is tegen traditie gekant. De tendens van partijen als VVD en D66 richting staatsdwang bestaat al sinds de negentiende eeuw binnen het progressieve-liberalisme, maar er zijn ook altijd meer libertarische stromingen blijven bestaan die zich tegen progressieve staatsdwang verzetten. Deze laatste stroming is sterk aanwezig binnen de PVV.

Twee vleugels

De PVV is als het gaat om medisch-ethische en andere sociale en culturele thema’s, geen monolithische partij, maar één van de meest diverse/verdeelde van alle politieke partijen in Nederland. Dit werd heel duidelijk toen er hoofdelijk gestemd werd over het schrappen van de bedenktermijn voor abortus. In de Tweede Kamer hadden de progressieven een lichtelijk dominante positie met 10 leden die voor stemden en 7 tegen.1 In de Eerste Kamer stemden echter alle senatoren tegen (in tegenstelling tot JA21 en zelfs het CDA).2 Ook steunde de partij de FVD-motie dat elke abortus een tragedie is.3

De partij weigerde het regenboogakkoord van het COC te ondertekenen en stemde tegen de expliciete toevoeging van seksuele gerichtheid als verboden discriminatiegrond in artikel 1 van de grondwet. 4 Toen FVD zijn motie indiende om geslachtsoperaties voor kinderen te verbieden stemde Fleur Agema daartegen, maar 14 van de 17 Kamerleden van de PVV stemden voor, terwijl het CDA en de CU voltallig tegen stemden.5

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals Desengaño, in onze boekenwinkel.

Desengaño

De PVV heeft dus duidelijk twee vleugels: een conservatieve vleugel, die duidelijk geleid wordt door Martin Bosma, en de meer libertarisch-progressieve vleugel van Fleur Agema, en daarbij veel partijleden die er tussenin zitten en beide kanten op kunnen. Hierin lijkt de PVV sterk op de VVD van 1970-2006. Dat dualistische karakter maakte het mogelijk voor de VVD om samen te werken met het CDA en diens voorgangers (KVP, ARP, CHU). De PVV bevindt zich nu in dezelfde positie om gemakkelijk samen te kunnen werken met zowel de BBB (die inspiratie ontleent aan de KVP) als NSC.

Zelfs de meer progressief-liberale vleugel is nog altijd minder totalitair of minder beïnvloed door ‘cultureel marxisme’ dan bij de VVD de afgelopen 10 jaar het geval is. Fleur Agema liet zich, zoals ook de SGP, FVD en ironisch genoeg DENK, keihard uit over de Week van de Lentekriebels.6 Ze lijkt dus meer primair libertarisch en/of liberaal maar niet een progressief persoon die staatsindoctrinatie steunt. Ook was het juist Agema die in het verleden pleitte voor het terugschroeven van de termijn waarbinnen abortus is toegestaan. De partij stelde zelfs dat die van 24 weken naar 14 moest.

Onderwijsvrijheid: hoe en voor wie?

Qua stemgedrag is de partij niet zo conservatief als de SGP, FVD (en bij sommige kwesties de CU), maar enigszins vergelijkbaar met BBB en het CDA. Dit wordt ook weerspiegeld in hun standpunt omtrent de onderwijsvrijheid. De PVV is niet voor het ‘moderniseren’ van artikel 23, in tegenstelling tot de VVD en D66. De partij wil alleen artikel 23 niet langer doen gelden voor islamitische scholen en juist wel (streng-) christelijke en joodse scholen beschermen.7

Dit is uiteraard onacceptabel voor conservatieve moslims, en uiterst dubieus, maar het laat zien dat de PVV meer nationalistisch is dan totalitair-progressief. Het lijkt erg op het standpunt van de conservatief-liberale Frits Bolkestein8 en dat ook is waar Thierry Baudet aanvankelijk toe neigde, toen FVD nog een brede rechtse beweging was.9

Hoe ver de onderwijsvrijheid voor niet-islamitische scholen moet gaan lijkt ook onduidelijk. De partij is tegen onderwijs dat ‘de rechtsstaat ondermijnt’ of de ‘gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen of homo’s en hetero’s ontkent’ maar ze is niet heel duidelijk over wat dit inhoudt.

De PVV steunde in 2009 een motie om voorlichting over homoseksualiteit verplicht te stellen, maar stemde in 2011 weer tegen. Zoals eerder genoemd is de partij tegen de Week van de Lentekriebels. Fleur Agema verwees nostalgisch naar haar jeugd waarin ze giebelend seksuele voorlichting in de tweede klas van de middelbare school ondergingen, in plaats van reeds op de basisschool. Ook stemde de partij tegen de aanscherping van de burgerschapswet in 2020.10

De PVV ging mee in een hervorming van de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB) die ambiguïteit omtrent het ontslaan van homoseksuele leraren op religieuze scholen moet wegnemen. Echter, ten eerste was de partij geen voorvechter voor de aanpassing (i.t.t. de VVD) en ten tweede steunde ze het uiteindelijke voorstel dat de ambiguiteit behield, maar dan in een andere vorm.

In 2021 stemden alle partijen, behalve FVD, JA21, SGP en CU, voor twee moties die opriepen tot respectievelijk een verbod op het hanteren van identiteitsverklaringen en tot specifieke vormen van identiteitsverklaringen door streng-christelijke scholen. Dus ook de PVV en BBB. Het CDA zei per abuis voor één van de moties te hebben gestemd en gaf geen opheldering over het stemgedrag bij de andere motie.

Begin dit jaar sloot de PVV zich, samen met de BBB, aan bij CDA, CU, SGP en JA21 toen deze partijen kritische vragen stelden aan minister Wiersma vanwege de kritiek die deze leek te hebben op dergelijke identiteitsverklaringen.11 De BBB heeft sindsdien een positiever standpunt over artikel 23 opgenomen in haar nieuwe partijprogramma.12 De PVV lijkt op dezelfde manier te fluctueren in hoe sterk ze onderwijsvrijheid (voor niet-moslims) steunt.

Ook is typisch liberaal dat de partij vindt dat het onderwijs neutraal moet zijn, maar dit juist toepast op openbare scholen, waarop leraren volgens de PVV niet hun politieke visie moeten overbrengen aan kinderen. Deze weerstand tegen linkse indoctrinatie doet denken aan het meldpunt over linkse indoctrinatie op scholen van het FVD. De PVV gebruikt het concept van ‘neutraal onderwijs’ niet om reformatorische scholen aan te vallen.

Economisch centristisch

De PVV heeft de reputatie economisch erg links te zijn omdat ze de verzorgingsstaat voor de werkende autochtone Nederlander verdedigt. Dit i.t.t. de PvdA die het neoliberalisme heeft omarmd en haar trouwe kiezers heeft verraden en verruild voor woke-activisten die ook GroenLinks, D66 en Volt steunen. Dit past niet bij het beeld van de PVV als een liberale partij. Liberalen neigen vrijwel altijd naar het verafgoden van de vrije markt en grote bedrijven; de PVV doet dit niet. De partij wil juist de verzorgingsstaat versterken en de rechten van gewone mensen in loondienst verdedigen.

De partij wordt daarom ook wel sociaaldemocratisch genoemd en zelfs vergeleken met de SP. Dit is ook weer overdreven. De partij kan eerder nog sociaalliberaal genoemd worden, met dit verschil dat die stroming juist ook gericht is op gelijkheid. De PVV wil gewoon een verzorgingsstaat voor Nederlanders die hard gewerkt hebben, of willen werken, maar zichzelf niet (meer) kunnen redden. Tegelijkertijd wil de partij ervoor zorgen dat uitkeringen wel beperkt worden waar het gaat om mensen die geen werk proberen te zoeken.13

Ook pleit de PVV ervoor een einde te maken aan het sturen van tientallen miljarden naar de EU. Eveneens wil ze geen geld meer vrijmaken voor ontwikkelingshulp in de derde wereld en het ondersteunen van immigranten. Hierdoor wil de partij zelfs de belastingen voor de gewone burger kunnen verlagen ondanks dat de verzorgingsstaat zou worden uitgebreid.

Dit in contrast met de ironie van het liberalisme onder Rutte. Alhoewel voorzieningen voor de Nederlandse burger werden afgebroken, werden er wel bakken met geld besteed aan migratie, het buitenland en progressieve projecten. ‘Eigen volk laatst’ leek het motto.. De belastingen gingen omhoog onder de ‘liberalen’ van de VVD. Onder Rutte kregen Nederlanders een combinatie van de ergste aspecten van links en van rechts economisch beleid. De PVV wil het omgekeerde van dit alles.

De economische standpunten van de PVV kunnen het best omschreven worden als ‘gezond verstand’. Redelijke belastingen voor een degelijke verzorgingsstaat die echte zieken en ouderen steunt. De partij is op dit vlak heel sociaal en redelijk. Wat betreft praktische kwesties wordt de partij niet belemmerd door een beperkte visie of een foute ideologie. Het volgt gewoon logisch voort vanuit klassiek nationalistisch zijn.

Nationalisme als verenigende factor

De PVV is bovenal een nationaal-liberale partij. Een partij die het oude vrije Nederland wil verdedigen en tot op zekere hoogte deze zelfs hoopt te herstellen. Dit zorgt voor de paradox van de reactionaire liberalen.

Een belangrijke vraag bij reactionair liberalisme is altijd; hoe ver terug willen de liberalen precies? De jaren 90 en de kabinetten Kok? Daar was Pim Fortuyn al tegen. De jaren 80? Hier lijkt Fleur Agema erg fan van te zijn.

Dat één van de problemen voor ouderwetse liberalen: het tijdperk waar ze naar terug willen keren, dat aan de ene kant moderner is dan de reactionaire traditie van het -ancien regime’, maar tegelijk ouderwetser dan ‘hedendaags woke’, is vaak uiterst arbitrair. Het gaat eigenlijk vaak vooral om de persoonlijke nostalgie en smaak van de specifieke liberale persoon.

Het verdedigen van Zwarte Piet is een punt waarover iedereen het eens is binnen de PVV. Maar een feestdag betekent weinig zonder een duidelijke visie op wat die feestdag betekent. Een klassieke feestdag, maar wel in commerciële en niet sterk religieuze vorm: dat vat de algemene positieve verbindende visie van de partij goed samen.

Eén van de ultieme principes van de PVV is vooral ’eigen volk eerst’. Dit is de belangrijkste bindende factor en houdt de partij samen. Alle PVV’ers zijn tegen massamigratie en elke vorm van immigratie door mensen die niet makkelijk integreren in de Nederlandse cultuur en daaraan kunnen bijdragen en uiteraard fanatiek tegen de islam, de EU en ‘woke’.

Cultuur op zich lijkt eigenlijk een secundair thema voor de PVV. De partij wil simpelweg niet dat deze Nederlandse cultuur van buitenaf wordt ondermijnd, maar over hoe deze zich van binnenuit ontwikkelt, daarover lijkt de partij geen duidelijke filosofie te hebben.

De PVV is noch dogmatisch progressief (zoals PvdA-GroenLinks, D66, Volt en ook de huidige VVD), noch principieel gericht op de verdediging van oorspronkelijke tradities zoals de SGP en FVD (de laatste volledig sinds 2021).

Conclusie

Het is zeker dat een door de PVV geleide regering ervoor zal zorgen dat de invloed van de EU over Nederland niet sterker wordt, dat de migratiestroom afneemt en dat de verzorgingsstaat niet verder wordt afgebroken. Het is niet duidelijk hoe veel schadelijke ontwikkelingen de partij zal (kunnen terugdraaien).

Maar dit conservatisme is ironisch genoeg alleen gegarandeerd voor niet-culturele of niet-ethische kwesties. We krijgen misschien eindelijk te zien welke vleugel van de PVV het sterkste is en hoe de partij zich zal ontwikkelen als ze in een coalitie zit met partijen als de BBB. De PVV kan reactionairen fijn verrassen of opnieuw teleurstellen.

PVV zal de liberale cultuur in stand willen houden wat zijn weerslag kent in lage geboortecijfers en verslavingen. Hiermee kan je niet de economie van zijn behoeften voorzien. Dus zal migratiestromen weer aanjagen.

Zwakke analyse

de PVV doet dit niet. De partij wil juist de verzorgingsstaat versterken en de rechten van gewone mensen in loondienst verdedigen.

De PVV Is een beetje de klassieke PVDA (maar iets liberaler dan dat) in combinatie met nationalisme en een anti islam agenda (als ze die agenda nog hebben)

Het is geen uitgesproken progressieve, of conservatieve partij

De speerpunten zijn nationalisme, een soort van sociaal democratie en een anti islam visie

Als ze die anti islam visie laten vallen, zullen ze meer kunnen bereiken. En zouden ze zelfs met de SP samen kunnen werken.