Christendom en legitimiteit
Autoriteit versus macht
ReligieEen priester hield een keer een preek (een clichématig begin, ik weet het) over het verschil tussen macht en autoriteit; en inderdaad, daar is een essentieel verschil tussen. Macht kan geüsurpeerd en misbruikt worden. Autoriteit niet. Autoriteit is legitimiteit. Net als liefde en moed kan het niet vervalst worden of gestolen.
Dit is altijd een essentieel kernpunt geweest van het traditionalisme; primair binnen religie en secondair op politiek niveau, en eigenlijk in wereldse kwesties in het algemeen. Steun voor hiërarchie staat bekend als klassiek rechts, en dat is het ook. Maar hiërarchie betekent niet ‘Befehl ist Befehl’ of ‘de wet is de wet’. Autoriteit wordt ontleend aan een objectief gegeven of een hoger principe, verwijst naar iets dat uitstijgt boven de persoon die autoriteit bekleedt of uitstraalt. In die zin is autoriteit gebaseerd op waarheid. Het moet legitiem verkregen worden en kan zichzelf niet tegenspreken, want waarheid is consistent en ondubbelzinnig.
Dit is wat traditionalisme onderscheidt van relativisme en subjectivisme. Dit heeft haar oorsprong in de traditionele christelijke visie op waarheid en op God zelf.
God is in die visie almachtig, maar geen despoot. God, zoals Hij zich openbaarde volgens het christendom, is gebonden aan zijn eigen rechtvaardigheid en goedheid. Daarom is God ook betrouwbaar en geen God van willekeur. God liegt niet. God wilt niet het kwade, dwingt er mensen ook niet toe. Hij staat het toe, maar bestemt mensen er niet onconditioneel toe. En tenslotte heeft hij de mens geschapen met een natuurlijke ratio, waarmee hij morele grondwetten kan onderkennen en inzicht krijgen in de hem omringende wereld.
Daardoor kan elk mens erdoor herkennen dat er objectieve zelf-evidente waarheid bestaat.
Ecclesiastische autoriteit
Autoriteit werd, en wordt nog steeds, in religies in transcendente termen gezien. Niet materialistische of menselijke termen. Dit is eveneens hoe autoriteit werkt binnen het katholieke geloof. God komt, uiteindelijk ook lichamelijk, op aarde, God sticht daar een Kerk, benoemt een plaatsbekleder als hoofd en andere herders, en die benoemen opvolgers. Dit van God ontvangen mandaat met zijn speciale genade werd, middels wijdingen en overige sacramenten, door de apostelen aan hun opvolgers doorgegeven.1
Het is dit gewijde ambt zelf en dat wat het zuiver moet doorgeven en bewaken (depositum fidei) dat heilig en onveranderlijk is. Het apostolische ambt moet zowel legitiem als vrijwillig worden doorgegeven. Het maakt de betreffende persoon overigens niet heilig. Veel bisschoppen waren geen heiligen, en veel heiligen geen bisschoppen. Dat besef leefde al heel sterk tijdens de Middeleeuwen.2 Priesters waren maar mensen. Deden normaal gesproken niet aan wonderen en konden zelfs ook gewoon naar de hel gaan.
Het katholicisme was in deze zin altijd inherent antiklerikaal en niet theocratisch. Er was een onderscheid tussen (maar geen volledige scheiding van) Kerk en staat. Een prachtig Middeleeuws werk dat klassiek antiklerikalisme weergeeft is de Middelnederlandse klassieker Karel ende Elegast, waarin gesteld wordt dat stelen van corrupte bisschoppen niet oneervol is (van monniken wel).
Deze relativering van de menselijke autoriteit kreeg haar eigen vorm binnen het protestantisme, maar dat ontkende ook het sacramenteel gewijde ambt: een dominee heeft geen transcendente betekenis. Voor de protestant Calvijn was ook de staat niet onfeilbaar, voor Luther daarentegen wel3 (vandaar dat Luther alle macht toekende en steun verleende aan koningen in Scandinavië, maar alleen aan de adel in Duitsland, omdat daar de keizer katholiek bleef).
Binnen de Oosters-orthodoxe kerken kregen de Byzantijnse keizers, en later de Tsaren, ook veel invloed, alhoewel het niet even sterk overlapte met de staat als het ook van de katholieke kerk afgescheiden Britse anglicanisme.
Het ultramontanisme verheerlijkte juist het pauselijk gezag en verzette zich, zelfs binnen het katholicisme, tegen het gallicanisme, febronianisme en andere bewegingen die de lokale aartsbisschoppen en nationale regering ongekende macht wilden geven. Koning Filips II en keizerin Maria Theresa vonden meer een balans tussen paus en staat.4 De loyaliteit van de ultramontanisten was echter aan het pauselijke ambt, en dus vooral ook aan de door de eeuwen heen ingestelde curie. Kritiek op de curie was vaak ook een subtiele vorm van aanval op de paus vanuit pro-linkse hoek, precies zoals gematigde liberalen niet rechtstreeks de monarch aanvielen, maar het koninklijk hof (omdat zij wilden dat de traditie gewaarborgd wordt).5
De Reactionair
Boekenwinkel
Ondek onze grote collectie boeken, zoals De seksuele revolutie, in onze boekenwinkel.
De uiteindelijke overwinning van de ultramontanisten, in de vorm van het dogma van de pauselijke onfeilbaarheid was ook slechts een strikt afgekaderd, beperkt dogma. Het Eerste Vaticaanse Concilie zei namelijk expliciet, dat de opvolgers van Sint Petrus géén autoriteit hadden een nieuwe leer te verkondigen.
Pausen waarschuwden zelfs voor toekomstige (anti?)-pausen die een andere leer zouden verkondigen.6 Een traditionalist verraadt niet zijn koning zodra die dood is. De dood betekent weinig voor een traditionalist. De wijsheid van de doden betekent meer dan de waan van de dag (zelfs een grondwet gaat hiervan uit en is in die zin antiprogressief).
Dit is extra relevant nu traditionalistische katholieken worstelen met de kwestie of Benedictus XVI gedwongen is tot aftreden (waardoor het dan niet geldig zou zijn); en de meerdere bronnen die melden, dat Franciscus als kardinaal de regels van Domini Universi Grecis overtrad door de zogenoemde ‘Sankt Gallen Maffia’ te steunen.7
Als Bergoglio, als kardinaal, automatisch geëxcommuniceerd zou zijn vanwege het verbreken van zijn eed en/of samenzweren tegen Benedictus XVI, kon hij dan legitiem tot paus verkozen worden, in een conclaaf dat de regels omtrent conclaven overtrad?
Dergelijke traditionalisten steunen een paus en koning in ballingschap, of dus een ‘vacante troon’. Want hun loyaliteit ligt bij de troon en ze wachten tot God iemand stuurt die weer te bekleden. Dit komt sterk tot uitdrukking in de filosofie van ‘erken-maar-biedt-weerstand’ bij zowel de SSPX als het sedevacantisme. In het geval van Bergoglio zou het in de geschetste omstandigheden niet alleen gaan om trouw aan het ambt tegenover een ketter, maar om trouw aan de legitieme autoriteit tegenover een usurpator.
Een eerdere soortgelijke versie van ecclesiastisch legitimisme is de zogenoemde_ ‘Siri-these’_. Aanhangers hiervan beargumenteerden, dat paus Johannes XXIII (die het Tweede Vaticaanse Concilie organiseerde) niet geldig verkozen was in 1958, omdat Kardinaal Siri al was gekozen, met als naam paus Gregorius XVII, maar was bedreigd met aanvallen op zijn familie en andere katholieken. Basis voor deze stelling was het verschijnen van witte rook, twee dagen voor de verkiezing van Johannes XXIII, (wat vals alarm zou zijn geweest) en cryptische opmerkingen van Siri zelf.8
Met het oog op de ingrijpende veranderingen tengevolge van het Tweede Vaticaans Concilie probeerde Benedictus XVI als paus de ‘hermeneutiek van de continuïteit’ te promoten. Deze contrarevolutie eindigde echter, toen Benedictus XVI onverwachts aankondigde af te treden, voor het eerst sinds het Westerse schisma. Meerdere aartsbisschoppen trekken echter in twijfel of hij wel vrijwillig en/of geldig aftrad). Als gevolg lijken nu de conservatieven in twee groepen te zijn opgesplitst: of ze zijn reactionair geworden (Vigano, Burke, Schneider), of ‘Judassen’ gebleken die alles van Benedictus XVI en het katholieke geloof proberen stuk te maken (Schönborn).
Legitimisme
De hierboven beschreven denkwijze is als 1500 jaar de basis van de relatie tussen burgers en de staat in Europa. Burgers volgen niet het sterkste lid van de stam, iemand met geld of roem, maar een objectieve autoriteit.
Het katholieke geloof is universeel en bovennatuurlijk, maar de staat is natie-gebonden en werelds. Dit schiep een balans tussen nationalisme en universaliteit. De staatsvorm had altijd zoveel mogelijk haar basis in de lokale traditie. Venetië had een republikeinse traditie, Zwitserland haar kantons en Spanje en Portugal hun katholieke monarchen.
Maar wat als de koning verraden wordt en zijn legitieme opvolger verbannen of opgesloten? Dat is het verschil tussen legitimisten (reactionairen/traditionalisten) enerzijds en conservatieven en liberale monarchisten anderzijds.
Zo bleven de Carlisten trouw aan de (volgens hen) ware koning. Zelfs toen de usurpator internationaal erkend werd en ook (een tijdlang) de macht had in Spanje. Legitimisten steunen de koning in ballingschap. Deze koning erfde zijn autoriteit via legitieme opvolging of via benoeming. Wanneer hij via een coup aan de macht komt, wordt de troon geclaimd door een namaakkoning, een tiran. Alhoewel hij de macht kan claimen, krijgt hij niet de autoriteit. Elk mens moet uiteindelijk zo objectief mogelijk onderzoeken of de legitieme heerser de macht heeft, of dat die absent is. Volgt hij de Bourbons? Het Orleanisme? Of het Bonapartisme?
In die zin is de traditionalist een anarchist. Niemand kan hem ervan overtuigen dat hij de machthebbers moet volgen, als hij die als verraders ziet. Coupplegers. Al hebben ze steun van 95 procent van de bevolking. Echter, zelfs een legitieme koning kan hem niet vragen genocide te plegen, of pedofilie goed te keuren. Von Kuehnelt-Leddihn stelde terecht, dat zijn aristocratische voorouders zeker niet de Habsburgers waren blijven volgen als die mensen in concentratiekampen hadden laten gooien.
De traditionalist volgt de staat omdat die het goede dient, niet het goede omdat het de staat dient. Hij volgt de objectieve waarheid, zelfs wanneer deze door de meerderheid en de staat wordt verworpen.
Legitimisten in Duitsland en Oostenrijk hadden een cruciale en dominante rol binnen het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog (Goerdeler, Beck, Otto Von Habsburg) en in Hongarije onder de anticommunisten (Horthy, Mindszenty). Hiervoor werden ze beloond met vervolging en ballingschap door de Sovjet-Unie (goedgekeurd door de VS en het Verenigd Koninkrijk in het Oostenrijkse Staatsverdrag in 1955).9
De limiet van gehoorzaamheid
De persoonlijke verantwoordelijkheid tegenover God geldt niet alleen voor de politiek. Alhoewel het Nieuwe Testament zegt, dat de vrouw haar man moet gehoorzamen, leerden zelfs vroege kerkvaders als Justinus de Martelaar al, dat het goed was indien een vrouw scheidt ‘van tafel en bed’ van een man die haar probeert te dwingen tot seksuele zonde,10 die haar mishandelt, alcoholist is of aan gokken doet. Dit werd zelfs bevestigd door Paus Pius XI in zijn ultraconservatieve encycliek Casti Connubii. Het patriarchaat betekent zeker niet, dat vrouwen zich moeten laten uitbuiten of mishandelen.
Hetzelfde geld voor kinderen. Meerdere heiligen en profeten (Martin van Tours, Catharina van Siena en Melanie Calvat) verzetten zich tegen machtsmisbruik door hun ouders.
De traditionalist is nooit wetteloos. Waarheid en rechtvaardigheid zijn objectief en universeel. Je kunt jezelf er niet van uitzonderen. Daarom zegt Paulus in zijn brief aan de Romeinen dat christenen de (niet tegen God gerichte) wet moesten volgen. De vroege christenen waren geen revolutionairen, in tegenstelling tot de toenmalige Zeloten. Ze volgden de meeste Romeinse wetten juist keurig. Deden niet aan moord, diefstal, rellen of wat dan ook. Maar ze namen niet deel aan de keizerlijke cultus.
Dit is het tegenovergesteld van blinde gehoorzaamheid aan een almachtige staat. Die is vaak gebaseerd op angst voor anarchie: iedereen als eigen rechter.
Deze vorm van vertrouwen stellen in de overheid kan uiterst problematisch blijken. Als de staat niet alleen de wet, maar ook de moraliteit bepaalt, kan deze dus constant veranderen. Belangrijker nog is bovendien de vraag: wat is een legitieme regering? Dat lijkt simpel in tijd van stabiliteit, maar in tijd van burgeroorlog, revolutie, contrarevolutie of samenzwering is deze vraag een stuk moeilijker te beantwoorden.
Uiteindelijk moet je dan maar de winnaar accepteren als legitiem, of -bij een langere burgeroorlog- de waarschijnlijk winnaar? Maar dat is niet altijd al te duidelijk. Een aanbidder van macht die in 1936 besluit te vechten voor de tweede Spaanse republiek, zou zichzelf tegen 1938 schuldig aan hoogverraad achten.
Een etatist zou weigeren Stauffenberg te steunen wanneer hij Hitler probeert te vermoorden. Maar stel: het was hem gelukt en hij greep de macht, helpt hij hem dan de rest van de nazi’s te arresteren en berechten?
Idealistische democraten volgen ook het principe van legitimiteit. Die erkennen Loekasjenko niet meer als president van Wit-Rusland, ondanks dat hij macht wil uitoefenen alsof hij dat wel is.11 Het gaat om legitimiteit.
Weerbare democratie gaat nog sterker uit van dit ideaal. De wil van de meerderheid kan niet gebruikt worden om de democratie te vernietigen. Of exacter gezegd, het gaat om de democratische rechtsstaat, niet om een dictatuur van de meerderheid. Grondbeginselen, waarheid is en blijft absoluut.
Consistente waarheid
Wat je er ook van vindt, het is consistent. Legitimistische monarchisten in Frankrijk waren trouw aan het ‘ancien regime’ van de Bourbons tijdens het begin van de revolutie in 1789 en nog steeds tijdens de liberale juli-monarchie van 1830-1848. Talleyrand echter…
De trouw is bovenal aan de troon. Aan het ambt. Niet de persoon. Het ambt kan niet gebruikt worden om het ambt te vernietigen, en een succesvolle coup geeft geen autoriteit, geen legitimiteit, alleen maar (wereldse) macht.
Absolutisme is geen despotisme, ondanks hetgeen liberalen eeuwenlang hebben gedacht. Een koning kan niet de wet doorvoeren ‘we zijn een republiek bij koninklijk besluit’. Dat is als zeggen: ‘ik ben een leugenaar’.
De traditionalist volgt zijn legitieme ouders, leraren, werkgevers, paus (of dominee/synode/ patriarch?) koning, president of parlement, ook als deze worden aangevallen of gechanteerd, maar zal nooit objectief immorele dingen als moord, verkrachting of diefstal begaan, zelfs niet wanneer hij of zij hier opdracht toe krijgt. Je houdt je eigen morele verantwoordelijkheid.
De macht dient het recht en niet het recht de macht.
Tegelijk geldt dit ook in tijden van anarchie en chaos. Zelfs wanneer revolutionairen of relschoppers de regering verjagen, mag je niet winkels beroven, gebouwen in brand steken, wraak nemen op mensen die je pijn gedaan hebben.
In die zin is de traditionalist juist nooit een anarchist! Hij is constructief, niet vernietigend. Authentiek loyaal, betrouwbaar en consistent!
Cross, F. L.; Livingstone, E. A., eds. (2005). “apostolic succession”. The Oxford Dictionary of the Christian Church. Oxford University Press. ↩︎
Encyclopedia.com, Anticlericalism. ↩︎
Mullett, 166. ↩︎
Mahan 1932, p. 251. ↩︎
The Enlightenment and religion: The myths of modernity door S. J. Barnett p. 171. ↩︎
Catholicism Pure & Simple, “If a Future Pope Teaches Anything Contrary to the Catholic Faith, Do Not Follow Him!”. ↩︎
Roberto de Mattei, Historical Roots of the St. Gallen Mafia. ↩︎
The Pope in Red, The Historic 1988 A.D. Meeting of Fr. Khoat with The Hostage Pope, Gregory XVII, ↩︎
State Treaty for the re-establishment of an independent Austria), artikel 10, specialse clausule 2. ↩︎
Elizabeth Anne Castelli, Martyrdom and Memory: Early Christian Culture Making, p44. ↩︎
“El Pais interview with HR/VP Borrell: ‘Lukashenko is like Maduro. We do not recognize him but we must deal with him’”. 24 August 2020. ↩︎
J. Jacobi
Oberon