De democratie voorbij
4 minuten leestijd

Robert Lemm

De democratie voorbij

Herzien door Robert Lemm

De democratie voorbij
4 minuten leestijd

De democratie voorbij, door Frank Karsen en Karel Beckman.

Het boek is zeer geserreerd, bestaande uit hamerslagen. De ene “mythe” na de andere over democratie wordt feilloos gefileerd en grondig ontmaskerd met redenen, voorbeelden en metaforen. Een kleine bloemlezing:

Als veel mensen iets vinden, hoeft het nog niet waar te zijn. (dit is het grondprobleem, al gezien door Tocqueville).

Vrijheid van meningsuiting is strijdig met anti-discriminatie wetgeving.

Steeds meer overheidsingrijpen beknot de individuele vrijheid

De geldkraan opendraaien om ongedekt papier te drukken heeft geen enkele absolute monarch in het verleden ooit voor elkaar gekregen.

Subsidies komen terecht bij tal van belangengroepen via gewiekste lobbyisten.

In ons systeem beslissen wij ‘democratisch’ wat kinderen moeten leren op onderwijsinstellingen … en wat, via staatssubsidie, kunst en cultuur hoort te zijn.

Democratie is een organisatie waarvan je verplicht lid bent.

Vrijheid en democratie zijn heel verschillende dingen.

Je hebt voor alles toestemming van de overheid nodig.

Democratie vindt zichzelf het beste bestuur dat er is.

Democratie leidt niet noodzakelijk tot meer transparantie.

Veel aanhangers van democratie geloven niet echt in de ideeën die ze propageren. (Of verdedigen democratie met de dooddoener dat ze van alle bestuursvormen het minst slechte is, en om die reden opportuun.)

Kortom, de Staat wordt geacht alle problemen op te lossen, voert steeds meer wetten en regels door, genereert hervormingsplannen, stelt aan de lopende band commissies in, verwordt tot een bureaucratische jungle, laat criminaliteit haar gang gaan, denkt op korte termijn …, de democratie werkt niet meer. Wat dan?

Als remedie wijzen de auteurs op het oude liberale gedachtengoed, meer vrije markt, libertarisme (ieder mens beslist over zijn eigen lot). Hoe onzichtbaarder de overheid, hoe beter.

Commentaar

In hoeverre is het begrip ‘burger’ nog van toepassing? Dat veronderstelt een meerderheid van mensen met elementair fatsoen en een natuurlijk verantwoordelijkheidsbesef. Is dat nog de werkelijkheid in de multiculturele soep en binnen het kader van een Europese Unie waar Nederland steeds minder over zichzelf te zeggen heeft?

Dat democratie eigenlijk alleen werkt in kleine landen (wat ook gezegd is in het boek) lijkt me onweerlegbaar. Ik zou erbij zeggen: waar de middenstand ontwikkeld is. Maar ook dan zal zo’n democratie mede afhankelijk blijven van veranderlijke internationale omstandigheden.

Maar de vraag is: wat bindt mensen? Wat maakt ze tot een gemeenschap? Want het moet om meer gaan dan persoonlijke vrijheid en het louter materiële. Vroeger, in de absolute monarchie van vóór de revolutie, was religie de bindende factor. Sinds de doorgevoerde scheiding van Kerk en Staat gedurende de 19e eeuw is dat steeds minder het geval. Vroeger leefde en stierf men in een oorlog voor God en Vaderland. Maar nu, voor wat? Voor de ‘internationale gemeenschap’? voor een toren van Babel als de EU?

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals Desengaño, in onze boekenwinkel.

Desengaño

De georganiseerde misdaad is in onze tijd even machtig als de overheid. Tussen de onderwereld en de bovenwereld ligt een grijs gebied waar van alles gebeurt wat het daglicht niet verdraagt. ‘Verhuftering’ is wat ook in het boek De democratie voorbij genoemd wordt. Er zijn twee manieren om te regeren, stelt Machiavelli in zijn boek Il Principe, hoofdstuk XVIII: met wetten, of met geweld. Het eerste werkt alleen als je te maken hebt met mensen; het tweede, als je te maken hebt met dieren. En aangezien de meeste mensen niet deugen, is geweld nodig. Dus dwang, en dat vergt autoriteit. Kan dat binnen een democratisch systeem? Velen voelen zich onveilig, hooligans ontketenen voetbaloorlogen, de politie is een geldverslindende en door corruptie geïnfiltreerde werkvloer en heeft geen tijd voor fatsoenlijke mensen die bestolen of bedreigd worden.

Bij parlementariërs ontbreekt ieder historisch besef en heerst onwetendheid waar het de wet van oorzaak en gevolg betreft. Neem de oorlog in Oekraïne. Het is alles meewaaien met de dagelijkse berichten, emotie en moralisme, van bovenaf gedirigeerde oorlogspropaganda, eenzijdigheid.

Gekozen volksvertegenwoordigers weten een en ander van een bepaald dossier, en voor de rest is hun opinie wat ze in de krant lezen. Waar je op korte termijn mee kan scoren, wat direct bijval oplevert, is waar het ze om gaat. We worden geregeerd door onwetenden, feitelijk door idioten. Pim Fortuyn wilde de bureaucratie tot een minimum beperken, ontplooide in zijn boek over Zes jaren paars een complete visie op onze samenleving, en heeft ooit gezegd dat hij met vijf personen het land kon regeren, en dat ze hem dan na vier jaar mochten afrekenen op de resultaten. Hij werd geliquideerd door Den Haag.

Vrijheid is een extra dat alleen de elite bezighoudt. Het gewone volk heeft genoeg aan brood en spelen, zekerheid en veiligheid, amusement. Algemeen kiesrecht is daarom identiek met een loterij. Het lot van een volk overlaten aan de stembus is een zwaktebod, een wanhoopsdaad.

Goed stuk. Op de laatste alinea na.

Fortuyn heeft wel meer gekke dingen geroepen, zo wilde hij van Nederland een stadstaat maken, de idee welke het huidige kabinet nu in praktijk brengt door boeren van hun land te verjagen.

Na vier jaar omvorming van het democratisch monster dat de staat heet ben je nog niet klaar. Je moet er rekening mee houden dat iedereen in een democratie inspraak heeft, en dat een eeuw democratie een volk van slaven en dictatortjes, regelneven en regelnichten heeft geproduceerd. Het gaat een tijd duren om dat systeem van duizend kleine dictatortjes, die tezamen door de tijd heen dat monster hebben gecreëerd om te vormen, om een vrijheidslievend volk te creëren. De mentaliteit van afhankelijkheid van de staat en alles via politiek willen regelen moet nog gedood worden, wat betekent dat er letterlijk generaties ‘met pensioen moeten zijn’, dat er een generatie overheen moet gaan. En dan is er nog de jongste generatie die op dit moment in een dwangbuis opgroeit die geen historisch precedent heeft. Depolitisering van het volk, maar ook cultuurverandering, ook de dominante democratische kneuterige kleingeestige taal (waar o.a. het woord tirannieke woord ‘we’ veel te vaak wordt gebezigd) moet omgevormd worden. Het afgunstige democratische gelijkheidscomplex moet worden omgevormd. Het is best mogelijk dat dit allemaal te laat is, dat de slaafjes en dictator mentaliteit, de arrogantie van het omhooggevallen volk, en het buigen voor het volk zover is gegaan dat de wal het schip moet keren.

Overigens, het is inderdaad waar dat het volk zekerheid zoekt, op zich is dat menselijk, en zekerheid is ook een basis voor het streven naar het hogere. Maar in de kleinburger massa democratie (wat anders dan een kleinschalige democratie van een agrarische cultuur) is zekerheid niet de basis, maar het wordt einddoel, waardoor er een obsessie met zekerheid ontstaat, wat een benauwende situatie van kleingeestigheid teweegbrengt. Kleinburgerlijke zekerheid en sensueel materialistisch genot wordt het ultieme doel van het volk en haar demagogen, en ook de hele cultuur wordt op die basis gevormd.

Om nog even op de taal terug te komen, taal reflecteert de ziel van een samenleving, en na een eeuw kleinburger democratie reflecteert de taal de ziel van de massa, en het beperkte streven van de massa. Wat betekent dat alles wat naar het hogere streeft door de tijd heen geschrapt is. Het houdt ook in dat de taal te formeel is geworden, een dwangbuis van de geest. Het alomtegenwoordige gebruik van het woord ‘we’ bijvoorbeeld reflecteert het democratische gelijkheidsideaal van de democratische massa. Er wordt tegenwoordig veel kritiek geleverd op wat men ‘woke’ noemt, ook op de taal dictatuur, en het moralisme. Maar men moet in de gaten houden dat de taal langzaamaan is gevormd door de democratische dictatuur, en dat de hele cultuur onderhevig is aan de democratische dictatuur, dat de democratische mens inherent woke is. En dat het slechts gaat om gelegitimeerde woke, en woke wat nog niet gelegitimeerd is.