De mechanisering van de wereld
Wordt onze samenleving gegijzeld door een gemechaniseerd wereldbeeld?
Cultuur“De dwaas op de heuvel die de zon ziet ondergaan, maar de denkende ogen in zijn hoofd zien de wereld draaien”.1 Ons moderne wereldbeeld is in de ban van mechanisering. Sinds rationaliteit dominant is geworden in ons moderne discours valt mechanisering daarbij ook niet weg te denken. Mechanisering als parapluterm voor begrippen als kwantificering en technologische vooruitgang. De vraag is of deze mechanisering, die leidend is in ons moderne discours, alomvattend is voor de begrijpelijkheid van de werkelijkheid van onze wereld
René Descartes, min of meer de grondlegger van het rationalisme, zocht een manier van zoeken naar “zekerheid” door systematisch aan alles te twijfelen, ook wel de cartesiaanse twijfel genoemd. Als alles losgelaten wordt waar men aan kan twijfelen, houdt men enkel datgene over wat noodzakelijk waar is, volgens Descartes. Descartes stelde ook dat een oorzaak van onzekerheden ligt in het bedrog van onze zintuigen. Ons eigen verstand is het beginpunt van kennis, en zo kwam Descartes op ‘cogito ergo sum’ (ik denk, dus ik ben).2 Maar met de methodische twijfel van Descartes kan je abstracte termen als “schoonheid” nooit omschrijven, omdat het niet te kwantificeren valt. En Descartes heeft daarmee ook het startsignaal van de mechanisering van ons moderne wereldbeeld gelost.
Oswald Spengler zei het volgende over mechanisering in onze tijd:
Al het organische is bezweken aan de om zich heen grijpende organisatie. Een kunstmatige wereld dringt door in, en vergiftigt, de natuurlijke wereld. De beschaving is zelf een machine geworden die alles machinematig doet of wil doen. Men denkt uitsluitend nog in paardenkrachten. Men ziet geen waterval meer zonder deze in gedachten in elektrische kracht om te zetten. Men ziet geen land vol weidende kuddes meer zonder aan de waarde van de hoeveelheid vlees te denken, geen mooi oud handwerk van een primitieve bevolking meer zonder het door een modern technisch werk te willen vervangen. Of het zin heeft of niet, het technische denken wil verwerkelijking. De luxe van de machine is het gevolg van een dwangmatige gedachte. De machine is uiteindelijk een symbool, zoals haar geheime ideaal, het perpetuum mobile, een bezield-geestelijke noodzakelijk, maar geen vitale.3
Zoals Spengler ook betoogt is men op een hele andere manier naar de wereld gaan kijken. Men kan de schoonheid niet meer zien van de waterval, omdat deze schoonheid niet te kwantificeren valt. En door enkel het nut te onderkennen van die waterval, kan de waterval ook alleen maar uitgeput worden. Mede door het rationalisme van Descartes kan de schoonheid van die waterval niet gezien worden. Het enige wat rest is dat we enkel het “nut” van die waterval kunnen zien en misbruiken. Rationalisme heeft de rede als het ware tot “dogma” uitgeroepen en impliceert daarmee de ontkenning van alles wat niet tot die rede valt, zoals bijvoorbeeld schoonheid.
Het rationalisme heeft ook het maakbaarheidsdenken met zich meegenomen. De gedachte dat de samenleving maakbaar is, dat we de natuur met hulp van wetenschap naar onze hand kunnen zetten en dat we door middel van voorspellende modellen een uitspraak kunnen doen over onze toekomst en daar ons beleid op kunnen aanpassen. Het maakbaarheidsdenken gaat ervan uit dat onze wereld te kwantificeren en daarop met “KPI’s” (key performance indicators) gestuurd kan worden; daarmee gaat het er ook van uit dat alles te kwantificeren valt. Maar zoals al eerder aangegeven valt niet alles te kwantificeren, er bestaat ook zoiets als de menselijke maat.
Waar we dit goed terugzien is bij ons coronabeleid. Door onze obsessie met controle, die meegegeven wordt in deze gemechaniseerde wereld, verliezen we dat wat niet te kwantificeren valt. Onze huidige maatschappij wordt momenteel gegijzeld door een aantal KPI’s: de coronabesmettingen, de ziekenhuisopnames. Maar dat wat niet te kwantificeren valt, verliezen we daardoor uit het oog. Dat wat Spengler ongeveer honderd jaar geleden paardenkrachten noemde, zijn nu de KPI’s die wij op het coronadashboard zien.
De Reactionair
Boekenwinkel
Ondek onze grote collectie boeken, zoals De seksuele revolutie, in onze boekenwinkel.
Corona kent een gemiddelde leeftijd van overlijden van boven de tachtig, en het mortaliteitscijfer van corona ligt rond de 0,15%.45 Waarom zouden de maatregelen voor zo’n virus dan niet opgeheven kunnen worden? Het tegenargument dat vaak wordt opgeworpen ligt in de overspoeling van ziekenhuizen, wat het gevolg zou zijn van het loslaten van de maatregelen. Dat zou mogelijk een legitiem argument kunnen zijn, maar dat valt verder buiten het bestek van dit artikel.
Alles moet onder controle zijn, de samenleving wordt als een machine gezien die naar onze hand gezet kan worden, waarvan wij aan de knoppen draaien. En die machine kan enkel gevoed worden door kwantificatie. Het welzijn van de gehele samenleving verliezen we uit het oog door enkel te kijken naar de gekwantificeerde cijfers die de machine voeden en bij corona zijn dat bijvoorbeeld ziekenhuisbedden en besmettingscijfers. Maar de voorspellende modellen die gebaseerd worden op kwantificatie komen nooit uit, dit komt omdat er andere factoren zijn die niet gekwantificeerd kunnen worden. De gedachte van maakbaarheid moet losgelaten worden in deze “crisis”.
Een ander fenomeen dat in de moderne samenleving goed naar voren komt is efficiëntie. De efficiëntie die ook enkel in cijfertjes naar voren gebracht kan worden. Je kan je afvragen of efficiëntie wel een dienend doel heeft. Efficiëntie is iets waarmee de gekwantificeerde doelen verwezenlijkt kunnen worden zonder dat er afgevraagd wordt of het wel het meest wenselijk is wat men doet. Door het efficiëntie- en maakbaarheidsdenken heeft de mechanisering voet aan de grond gekregen, waardoor we in een spooksel terecht zijn gekomen dat de techniek, die het lot is van de mechanisering, een autoriteit op zichzelf is geworden.
Deze autoriteit zorgt ervoor dat de techniek niet dienstbaar is aan de samenleving, maar de samenleving dienend is aan de techniek. Als er iets mis is met de machine moet het nog steeds door de mens opgelost worden, maar als er iets mis is met de mens komt de machine het probleem voor de mens niet oplossen. Transhumanisme zou hiervoor de oplossing kunnen zijn, maar bij transhumanisme is het innerlijke en uiterlijke van de mens verbonden met de machine: de mens is hierbij nog steeds dienend aan de techniek.
Een ontsnapping aan de mechanisering van onze samenleving lijkt lastig. Het is een van de meest gekoesterde, diepgewortelde idealen van de moderne samenleving. De techniek is nooit voltooid en zal ook nooit voltooid zijn. Men staat nu echter wel op een belangrijk keerpunt, misschien doet corona weer beseffen dat de samenleving niet maakbaar is en de complete mechanisering die we in ons wereldbeeld onderhouden moeten loslaten. Belangrijk is daarbij dat men moet gaan onderkennen dat er meer is dan het mechanische wereldbeeld, dat we die dwaas op de heuvel zijn, die enkel de schoonheid ziet van de zon die ondergaat.