De roeping van Rusland
Om het christendom te redden
GeschiedenisVladimir Solojov leefde van 1853 tot 1900. Hij was bevriend met Dostojewski, met wie hij de opvatting deelde dat Rusland is geroepen om de christenheid te redden. Filosofie, metafysica, wetenschap en religie vormen de stof van zijn oeuvre. Een kleine bloemlezing daaruit in het Nederlands verscheen in 1964 bij uitgeverij Kruseman in Den Haag. In 2001 publiceerde het maandblad Katholieke Stemmen, in het september-oktober nummer, een vertaling van Solovjovs Legende van de Antichrist onder de titel “De laatste paus”, een opmerkelijke profetie die verscheen in het jaar van zijn dood.
In 2001 schreef de antroposoof Ton Jansen een Leven en werk van Vladimir Solovjov in het licht van zijn filosofie van de liefde, die hij in eigen beheer uitgaf (Perun Boeken). Naar aanleiding daarvan noteerde hoofdredacteur Henk Rijkers van het Katholiek Nieuwsblad (nr. van 9 november): “De eenheid tussen de gescheurde helften van de Kerk van Christus lag de Russische denker Vladimir Solovjov zeer na aan het hart. Hij zette zich met hart en ziel in voor een nieuwe eenheid.”
De Russische leider Vladimir Poetin en de filosoof Aleksander Doegin behoren tot de gefascineerde lezers van hun landgenoot. Alvorens op zijn opmerkelijke profetie in te gaan, volgt hier eerst in grote lijnen het idee van die nieuwe eenheid die verscheen in het Frans.
De Universele Kerk
La Russie et l’Église Universelle mocht niet het licht zien in tsaristisch Rusland vanwege de censuur. En al lezende wordt duidelijk waarom. Want volgens Solovjov hoort de Kerk supranationaal te zijn; en de Russisch orthodoxe kerk is nationaal, en nationalisme achtte hij een perversie, wat op kleine schaal te vergelijken is met individualisme; want ook al is iedere mens met recht een individu, hij is tevens lid van een samenleving en dus drager van sociale verantwoordelijkheid. Toegepast op het christendom, mogen we echter zeggen dat er geen grenzen zijn. Het Evangelie is bedoeld voor de mensen overal, en de Kerk die geroepen is om het uit te dragen hoort daarom niet door een plaatselijke overheid en een plaatselijke cultuur te worden gemonopoliseerd.
De Reactionair
Boekenwinkel
Ondek onze grote collectie boeken, zoals De seksuele revolutie, in onze boekenwinkel.
In het Latijnse Westen had de Kerk per traditie weliswaar een universeel karakter, maar sinds de Franse Revolutie van 1789 was er een scheiding gekomen tussen Kerk en Staat, en dat zou door toedoen van het liberalisme tijdens de negentiende eeuw in de meeste landen leiden tot marginalisering van het christendom. In Rusland daarentegen, hield de nationale Orthodoxe Kerk stand als pilaar van de troon, als bij geboorte bepalend voor de identiteit van iedere Rus. Met uitzondering van de zeventig jaren durende periode van de Sovjet Unie, toen de overheid de kerk onderdrukte en godsdienst door de communisten werd voorgesteld als opium voor het volk. Na de Val van de Muur in 1989 en de prestrojka kreeg de Orthodoxe Kerk haar oude status terug. Waar het christendom van bovenaf wordt onderdrukt, groeit het tegen de verdrukking in. In het Westen verlieten de mensen sinds de jaren zestig massaal en vrijwillig de kerken.
De Godmens
Uitgangspunt van de gezonde theologie volgens Solovjov is de Godmens. Hoe het aanbrengen van een scheiding tussen het “God zijn” en het “Mens zijn” van Jezus Christus aan de wieg stond van de heidense staatsmacht, is wat hij in zijn boek uiteenzet. Beweren dat de Zoon niet van dezelfde natuur is als de Vader, of beweren dat God nooit mens van vlees en bloed is geweest, zijn de twee kerndwalingen gedurende de vroegste eeuwen van de christelijke jaartelling. Solovjov doelt op respectievelijk het arianisme en het gnosticisme. Volgens de eerste dwaling zou Jezus slechts een profeet zijn geweest; in het tweede geval bestaat de God van vlees en bloed alleen in schijn, of enkel in ons hoofd als idee. Door Vader en Zoon uit elkaar te halen, gaan godsdienst en wereld elk hun eigen weg. Hoe die scheiding politiek uitwerkte, demonstreert de auteur aan de hand van de relatie tussen Kerk en Staat in het Byzantijnse Rijk.
Solovjov hamert erop dat Kerk en Staat eensgezind dienen te opereren. Hoe dat ook verkeerd kan aflopen, laat Dostojewski zien in het “Verhaal van de Groot-Inquisiteur”, dat staat ingelast in zijn roman De Gebroeders Karamazov uit 1880. Daarin laat de auteur de liberale broer Iwan Karamazov zeggen dat Christus hooguit door enkelingen is na te volgen. En aan enkelingen heeft de Groot-Inquisiteur geen boodschap. Laat die maar naar de woestijn gaan. De Groot Inquisiteur heeft met de meesten te maken. Het Evangelie dient hem om de menigte gehoorzaam te houden. En zo kan het samengaan van Troon en Altaar leiden tot een ontaarde theocratie.
Caesaropapisme
De orthodoxen van het Oosten beoogden de politieke overmacht van de Byzantijnse Kerk. Om bestuurlijke redenen sneden zij de band door met de Universele Latijnse Kerk. Ze waren zelfs bereid om ketterijen in eigen huis te steunen tegen het Westen. Dat geschiedde bijvoorbeeld in de zevende eeuw tijdens de beweging van de iconoclasten, die de afbeeldingen van Christus verwierpen en daarmee feitelijk zijn “Mens zijn” ontkenden. Ze bereikten precies het omgekeerde van wat ze beoogden, namelijk dat hun kerk steeds meer ondergeschikt raakte aan het “staatsbelang”. Theologische kwesties of twisten, voor zover ze politiek niet bruikbaar waren, interesseerden de keizers van Constantinopel niet. Die hadden belang bij orde en rust en vooral bij eenheid onder het volk. Dus de patriarch van de orthodoxe Kerk had zich maar te schikken naar het wereldse gezag. En Caesar gebruikte de religie en haar patriarch om zijn macht te heiligen. Afgezien van in hoeverre die situatie aanleiding kon geven tot wat Dostojewski laat zien in zijn verhaal van de Groot-Inquisiteur, feit is dat Solovjov idealiter vasthoudt aan eenheid van de geestelijke en de politiek macht, aan interactie tussen Kerk en Staat, van eenheid tussen ziel en lichaam, maar dan wel in universele, en niet in nationale zin.
Wat Solovjov voor ogen heeft, is hoe in het H. Roomse Rijk van het Westen paus en keizer elk hun eigen verantwoordelijkheid droegen, ervan uitgaand dat ze in harmonie samenwerken. Dat zulks in de werkelijkheid tot spanningen leidde, gezien bijvoorbeeld de investituurstrijd rond de benoeming van prelaten en de seculiere belangen van Gods plaatsbekleders enerzijds, en anderzijds die van de keizers en koningen, toonde dat ook in het katholieke Westen de strijd om invloed van beide instanties niet verschilde van wat zich in het Oosten afspeelde.
De islam
Juist in de tijd van het iconoclasme zag het Byzantijnse Rijk de geboorte en opkomst van de islam. En de kalief was zowel beschermer van de gelovigen, als staatshoofd. Wereldlijke en geestelijke macht lagen in één hand. Solovjov ziet de triomf van de islam als straf voor de onderling verdeelde christenheid in het Byzantijnse Rijk. Ofschoon op militaire hulp van het Westen aangewezen tegen de oprukkende moslims, drukten de nationalistische orthodoxen van Byzantium de losmaking van het universele Rome door. In 1053 voltrok zich de scheuring tussen Oost en West, het zogeheten Grote Schisma, en in 1453 trokken de islamitische Osmanen als overwinnaars Constantinopel binnen.
Europa
Anderzijds, liep in het Westen de stichting van een universeel katholiek rijk rond de Frankisch-Germaanse as uit op een mislukking. Het pausdom verloederde en daartegen brak het protestantse nationalisme baan met Luther in 1517 en met de afscheiding van Engeland onder Hendrik VIII in 1535. Europa begon te seculariseren, de Kerk verloor gaandeweg haar zeggenschap, en in de negentiende eeuw staat ze langs de zijlijn. En ten slotte werd ze tandeloos. Overrompeld door de democratieën, door het liberalisme en het socialisme en het atheïstische humanisme zieltoogde het christendom.
De Russische elite, van oudsher gefocust op Europa, op Parijs, op de kunst, de beschaving en de laatste mode, liet zich graag meedrijven op wat ze in het Westen zag als de Vooruitgang. Maar er waren ook Russische schrijvers die tegen die verwestersing het eigene benadrukten. Tegen die achtergrond voelden sommigen dat hun land was voorbestemd om in een nog niet ontwaarde toekomst het christendom voor het Westen te redden. In Rusland was de kerk dan weliswaar een nationale, maar liever een nationale dan een stervende kerk.
De tijdlijn
God werkt in de Geschiedenis sinds het jodendom, aldus Solovjov. Door het christendom, dat voortbouwde op het jodendom, had de tijd in chronologische zin, door de opeenvolging der geslachten betekenis gekregen. Daarin waren de kerstening van Europa door de eerste missionarissen, het in centralisme groeiende pausdom en de instelling van de christelijke monarchie met erfopvolging fasen waardoor zich het in de Bijbel voorspelde Duizendjarig Rijk ontvouwde van betrekkelijke vrede. Het kwam ten einde met de Franse Revolutie van 1789. En daarna kreeg het kwaad vrij spel zoals nimmer te voren.
De Europese Unie van onze tijd is een recente versie van de toren van Babel, een puur op economie gebaseerd project waarbij God en godsdienst geen rol meer spelen. Het is een lichaam zonder ziel, een lijk in ontbinding.
De scheiding van Kerk en Staat was niet, zoals vaak wordt aangenomen, het zoveelste teken van vooruitgang, maar het begin van het geestelijk en zedelijk verval.
En zo kon de Russische filosoof Aleksander Doegin zeggen dat “West-Europa voor Satan had gekozen” (interview in het tijdschrift van de jongeren van Forum voor Democratie De Dissident, 2e editie, juni 2022).
Het goede versus het kwade
In zijn boek De rechtvaardiging van het goede (Engelse vertaling The Justification of the Good, vert. Nathalie A. Duddington, met voorwoord van Stephen Graham), een essay over morele filosofie dat eveneens voorafgaat aan zijn verhaal van de Antichrist, stelt Vladimir Solovjov opnieuw dat eenheid van de christenen een universele kerk vereist, waaraan toegevoegd dat het morele principe steunt op verbinding tussen de ware godsdienst en de daaruit afgeleide politiek. Want zoals wij leden zijn van een gezin, een familie, een volk, zo zijn wij dat ook binnen het gezag van Kerk en Staat; we hebben zowel een persoonlijk, als een sociaal geweten. En daarbij dienen de uitersten van nationalisme – een overdreven nadruk op het eigen volk ten koste van andere volken - en kosmopolitisme of autonoom wereldburgerschap te worden vermeden.
Solovjov was behalve van Dostojewski, ook een generatiegenoot van Nietzsche. Over hem schrijft hij: “In zijn laatste werken smeedde die ongelukkige zijn visie om tot een woedend wapen tegen het christendom, dat hij zag als iets wat alleen slaven kon bedienen, de onderklasse, de simpele dombo’s. Tegen die slavenmoraal huldigde hij de cultus van de levenskracht, het vitalisme. Maar het christendom heeft wel degelijk een boodschap aan kracht, sterkte en schoonheid”, en als teken daarvan wijst Solovjov op de Maagd Maria in haar Magnificat: “Mijn ziel prijst hoog de Heer, wiens arm de nederige mensen verheft en de trotsaards vernedert.” De Moeder Gods is de Santa Sofía, de Heilige Wijsheid die de Universele Kerk presideert. Zij is degene die de kop van de draak verplettert, de apocalyptische Vrouwe die bekleed is met de zon, met onder haar voeten de maan en boven haar hoofd een krans van twaalf sterren.
“Mijn ziel prijst hoog de Heer, wiens arm de nederige mensen verheft en de trotsaards vernedert.”
In zijn essay noemt Solovjov Nietzsche in diens polemiek met het christendom “ontstellend oppervlakkig”. “Zijn aanspraak op de titel antichrist zou zeldzaam komisch zijn geweest indien zijn leven niet zo tragisch was geëindigd, want hij verviel eerst in grootheidswaan en vervolgens tot volkomen krankzinnigheid.” Hij was “de valse kracht van een stervende zieke.”
Nietzsche zou in de twintigste eeuw de meest invloedrijke filosoof worden. De berg boeken en proefschriften over hem is torenhoog en nog steeds groeiende. Zijn veelgehoorde uitspraak “God is dood” is geen kritiek om het ware en goede te beschermen tegen wie zich in gedachten allang niets meer van God aantrokken, maar het vanwege hun posities nog niet durfden te zeggen, doch vormt onmiskenbaar de stof van zijn eigen latere werken. Hij vervloekte het christendom en kreeg bijval onder academici, intellectuelen, journalisten, die hij overigens zou hebben geminacht. Solovjov voorspelde de doorbraak van zijn denken in de lagere regionen. Het zou gemeengoed worden, ongeacht of men hem nog kende of zelfs gelezen had.
In 1888 schreef Nietzsche zijn versie van De Antichrist. Daarin sabelt hij in zijn hoedanigheid van Übermensch de christenen neer als verachtelijke Untermenschen.
De Antichrist volgens Vladimir Solovjov
De naam van Nietzsche valt niet in Solovjov’s Verhaal. Wat valt, is de benaming Oppermens (in Nederlandse vertaling), en dat herinnert aan de door de Duitse filosoof voorspelde Übermensch. De XXIste eeuw is gezien als zijn arena. Zijn kenmerken zullen dus nu, in onze tijd, manifest worden, en het is verrassend om dat te constateren. De Oppermens presenteert zich in zijn “openbaar leven” als nieuwe Christus, en bovendien als brenger van vrede en welvaart. Hij is de stichter van een Europese Statenbond waarin oorlogen tot het verleden behoren. Steun daarbij krijgt hij van de Vrijmetselaarsloge, het Militair-Industriële complex en de financiële wereld. Die maken hem tot wereldheerser. Men noemt hem “mededogend Mensenvriend”. Voorts poseert hij als dierenvriend en vegetariër. Alle politieke en sociale problemen belooft hij op te lossen. “Alle mensen zijn gelijk” luidt zijn parool. Rond zich heeft hij een kring verzameld van neo-boeddhisten en wetenschappers die hun mystiek van oosterse wijsheid en inzet voor de globalisering uitstralen naar alle windstreken uit. Honger behoort definitief tot het verleden. De Verenigde Staten van Amerika zijn van alle landen zijn voornaamste promotor. Uiteindelijk benoemen de gezamenlijke regeringen hem tot keizer, met naast zich een paus genaamd Apollonius, die over magische krachten beschikt.
De laatste ware paus, Petrus II, is Rome ontvlucht en neergestreken in het Russische Sint Petersburg. Rond hem hebben zich de laatste christenen verzameld. Verreweg de meeste christenen in de wereld hebben zich aangesloten bij de keizerlijke Oppermens met zijn humanitaire agenda. In Rusland was onderwijl een eenvoudig katholicisme van de grond gekomen, zonder veel uiterlijk vertoon. Daarnaast had het protestantisme zijn scherpe kanten verloren. De vele miljoenen orthodoxe schijnchristenen hadden de nationale orthodoxe kerk verlaten. Wie behalve de laatste katholieken en evangelische protestanten overbleven, waren de oud-christenen van de Russische kerk. Deze heilige rest was gering in aantal, maar groeiend in geestkracht.
De Antichrist in de gestalte van de globaliserende caesar en zijn als tovenaar fungerende paus organiseren een oecumenisch concilie in een tempel te Jeruzalem Op die vergadering preekt de Antichrist de gelijkheid van alle kerken en de stichting van een wereldgodsdienst waarin de leden van alle gezindten zich kunnen vinden. Alle mensen worden broeders en dochters van Elysium, luidt de hymne van de nieuwe wereldburgers.
Ook vertegenwoordigers van de heilige rest uit Rusland waren met de laatste gelovigen naar het concilie te Jeruzalem getrokken: De grijsaard Johannes vertegenwoordigde de oosterse orthodoxen; paus Petrus II, de overgebleven katholieken; en dr. Ernst Pauli, de evangelische protestanten. Toen de patriarch Johannes aan de keizer vroeg of hij geloofde in Jezus Christus, en hem aanspoorde het Credo te belijden, toverde tegenpaus Apollonius een imposant nachtelijk vuurwerk uit zijn mouw. Patriarch Johannes en paus Petrus werden gedood, dr. Pauli nam met de laatste gelovige christenen de wijk naar de woestijn bij Jericho.
Maar plotseling komen in Jeruzalem de joden in opstand als ze ontdekken dat de keizer niet besneden is, dus onmogelijk de verwachte Messias kon zijn. Daarop namen hij en zijn valse paus de benen. De gedode Johannes en Petrus – de twee laatste getuigen uit de Apocalyps, 11;1-14 – herrezen, terwijl een in purper geklede koning Christus verschijnt in wie de overgebleven gelovige joden hun Messias herkennen. Samen met de laatste christenen zullen zij met Hem voor 1000 jaar regeren.
De Universele Kerk kwam terug, de verbinding tussen ware godsdienst en heilzame politiek, en daarvan was Rusland de uitvalsbasis.
Tot zover Solovojov’s legende of verhaal, beknopt samengevat. Een deel ervan is herkenbaar in onze tijd, het laatste deel is voor de toekomst.