De Traditionele Wijsheid
8 minuten leestijd

De Traditionele Wijsheid

De metafysica der modernen en de traditionalistische gecontrasteerd

Religie
De Traditionele Wijsheid
8 minuten leestijd

Een bekend adagium is ‘politics is downstream from culture’. Hiermee wordt bedoeld dat het uiteindelijk het culturele is dat het politieke bepaald en niet andersom. Wil je politieke invloed verwerven dan zul je bij het culturele moeten beginnen. Politiek is in zekere zin een epifenomeen van de cultuur. En hoewel het adagium ongetwijfeld juist is, is zij ook te beperkt. Het meest fundamentele niveau van de maatschappij is uiteindelijk niet haar cultuur maar haar metafysica. Je zou dan ook kunnen stellen ‘culture is downstream of metaphysics’. Dit wil overigens niet zeggen dat eenieder expliciet bekend is met heersende metafysische aannames en concepten, het tegenovergestelde lijkt eerder waar te zijn, maar wel dat er onder denken en gedrag een bepaalde impliciete metafysica verondersteld is. Het zijn deze metafysische grondaannames die grenzen van het mogelijke bepalen. Op basis van deze aannames wordt een maatschappij, een cultuur, een politiek gebouwd. Zij is als ware het fundament onder de contemporaine westerse beschaving.

Twee systemen

Er zijn in de wereld twee strijdende metafysische systemen: de metafysica der modernen en de Traditionalistische metafysica. De laatstgenoemde wordt gedeeld door alle traditionele culturen. Hoewel er verschillen zijn, is de kern van de Abrahamitische, Hellenistische, Hindoeïstische, Boeddhistische en Taoïstische metafysica gelijk. Zoals de grote traditionalistische denkers, waaronder René Guénon, Frithjof Schuon en Ananda Coomaraswamy, hebben getoond, zijn er exoterische verschillen tussen bijvoorbeeld het Christendom, de Islam en het Taoïsme, maar verwijzen ze in hun esoterische kern naar dezelfde metafysische eenheid.1 Deze eenduidige metafysische kern is door aardse metafysische systemen en religies enkel te benaderen maar nooit te bereiken. Om deze reden is in het ondermaanse het verschil tussen de traditionele religies dan ook nooit volledig weg te nemen. De esoterische kern – het Ene, het Ware, het Goede, het Schone of welk tekortkomend begrip men er ook voor gebruikt - is uiteindelijk niet bereikbaar in het hier en nu. De onderscheiding tussen exoterisch en esoterisch is op aarde dan ook enkel relatief. Vanuit aards perspectief kan men stellen dat een Meister Eckhart een esoterisch denker is die de het christendom beziet vanuit een perennialistische metafysische eenheid.2 Echter, zoals elk perspectief is het enkel een nadering van het Ene zonder dit ooit te raken. Het Ene gaat voorbij de Rede en zelfs voorbij de Intellectuele Intuïtie en kan hoogstens ‘ervaren’ worden in ‘mystieke openbaringen’.3

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals De seksuele revolutie, in onze boekenwinkel.

De seksuele revolutie

De metafysica der modernen staat hier tegenover. Dit systeem is langzaam ontstaan en heeft in zijn moderne vorm een oorsprong die teruggaat tot de renaissance. Deze metafysica komt pas echt tot leven gedurende de verlichting.4 Ze is in alles tegengesteld aan de traditionele opvattingen en kan als zodanig als een anti-metafysica, een metafysica die de metafysica ontkent, worden beschouwd, zelfs in haar metafysica-ontkennende variant. Ook zij heeft vele vormen die soms tegengesteld lijken te zijn, maar ook hier zal men ontdekken dat als men dieper de kern van haar systeem penetreert de onderscheidingen steeds verder wegvallen. Net zoals Waarheid één blijkt te zijn, blijkt de leugen dit ook en uiteindelijk blijkt ook deze op te gaan in de paradox van de ongrijpbare Ene.

De ontologie van de mens

Een weg om toegang te verkrijgen tot de traditionalistische en moderne metafysica is via de ontologie van de mens, dat wil zeggen via de beide mensbeelden. De kern van het moderne mensbeeld is precies tegenovergesteld aan het traditionele mensbeeld. Dit traditionele mensbeeld wordt gedeeld door alle traditionele religies, zij het Hindoeïsme, Christendom, Jodendom, Islam of Taoïsme. Gezien het feit dat wij gevormd zijn in en door het christendom en haar symboliek zullen we het traditionele mensbeeld aan de hand hiervan schetsen.

Het centrale symbool van het christendom is het kruis. Het kruis is een symbool met een diepe en rijke symbolische betekenis die in vele religies te vinden is.5 Het is onnoemelijk om de vele metafysische aspecten hier te behandelen en we zullen ons dus noodzakelijk beperken tot een aspect hiervan. In het christendom is het kruis symbolisch niet enkel het martelinstrument waar christus aan gestorven is. Het kruis heeft een metafysische lading. De twee balken, de horizontale en verticale, representeren de fundamentele ontologie van het Al, ofwel het zijn van het zijnde en het Zijn. De horizontale balk verwijst naar het aardse en de verticale balk naar het hemelse. De mens, zichtbaar in de mens geworden God in de vorm van Jezus Christus, is een samensmelting van beide domeinen. De menselijke voeten staan altijd in de modder van de aarde, zijn geest is gericht op het hogere en is hier ook onderdeel van. Zijn ziel bevindt zich hier tussenin.6 Hoewel de aardse schepping niet per definitie slecht is, staat zij wel voor de gevallen wereld en hiërarchisch onder de perfectie van het hemelse. De mens als behorende tot twee domeinen staat met zijn voeten op de aarde maar moet zich richten op de hemel, in morele, metafysische, soteriologische zin. De kosmos en de mens bestaan dus fundamenteel uit een aards en hemels element, en het is aan de mens om zich op het laatste te richten in zijn bestaan.

De metafysica van de moderniteit is antithetisch aan het traditionele mensbeeld. Het kruis is een onmogelijkheid voor de modernen. Er is geen transcendente werkelijkheid en dus ook geen verbinding daarmee of een gerichtheid daarop. Er is slechts horizontaliteit en dus slechts materie.7 De mens is in deze opvatting dan ook uiteindelijk slechts een dier en bestaat zoals alles enkel uit ‘atomen’. De kern is dat de kosmos vanuit de moderne metafysica slechts immanent is.8

Moderniteit in cultuur en wetenschap

Op deze metafysische grondaannames is de moderniteit gebouwd. In de cultuur kan men dit zien door het feit dat de mens met zijn verlangens de hoogste prioriteit heeft gekregen; er is geen Eeuwigheid die deze met recht kan inperken. Niet langer is het Hogere heilig maar de menselijke wil, verlangens en lusten. De vervulling van aardse zaken is de gerichtheid van de mens en dit moet vanuit de moderne metafysica dan ook zijn gerichtheid zijn. De mens is een wezen van actie, maar geen actie gericht op het transcendente zoals in het religieuze ritueel, maar actie als in werk,9 sport en puur lustelijke seks. Contemplatie,10 bidden, en andere vormen van gerichtheid op het Hogere zijn er niet meer bij. In het politieke komt dit tot uiting in de vorm van liberalisme en progressivisme waarin de mens als atomair individu centraal staat.

In de wetenschapsopvatting van de moderniteit vindt men de metafysica van de moderniteit eveneens terug als basis. In de traditionele samenlevingen was de hoogste vorm van wetenschap die men kon bedrijven het contempleren van het transcendente. Als tweede op de hiërarchische ladder stond de praktische wijsheid – Phronèsis – en als laagste erkende men de instrumentele wetenschappen gericht op de aardse materiele werkelijkheid.11 De moderniteit heeft de prioriteit omgekeerd. Het bestuderen van het Hoogste is geheel te komen te vervallen aangezien dit voor de moderne mens niet bestaat. Wetenschap is verworden tot enkel de onderzoekingen van de instrumentele rede. Enkel de materiele werkelijkheid onderzoeken is ‘echte’ wetenschap. Natuurkunde, scheikunde en biologie zijn wetenschap en de sociale en geesteswetenschappen zijn dit slechts in zoverre ze zich aanpassen aan de dictaten van ‘harde’ wetenschappen en de instrumentele rede. Hoe antithetisch aan de traditionele geest die het onderzoeken van de materie in al zijn tijdelijkheid en veranderlijkheid als laagste object van de menselijke geest beschouwde.

Het is in de kern de ontkenning van het transcendente dat het moderne metafysische uitgangspunt is van de modernen. Dit is het fundament van hun denken over mens, maatschappij, wetenschap en werkelijkheid. De waarlijke reactionair daarentegen is een Traditionalist, een mens staande met zijn voeten op de aarde maar met zijn Geest gericht op het Hogere.


  1. Zie bijvoorbeeld de werken van René Guénon en Frithjof Schuon. ↩︎

  2. De veronderstelling van een eeuwige wijsheid die ervan uitgaat dat alle werkelijke religieuze tradities naar een en dezelfde metafysische waarheid verwijzen. ↩︎

  3. Intellectuele intuïtie verwijst naar de eigenschap van de menselijke geest om bovenrationele kennis te verkrijgen. Zie East and West en The Reign of Quantity and the Signs of the Times van René Guénon. ↩︎

  4. Men kan een nog oudere oorsprong vinden in de school der Epicuristen. ↩︎

  5. Zie The symbolism of the Cross en The Great Triad van René Guenon. ↩︎

  6. Dit komt tevens overeen met de traditionele mensopbouw. De voeten zijn gebonden aan het aardse, dat wil zeggen het materiele en worden beheerst door de begeerten. De geest is verbonden met het hemelse, dat wil zeggen het transcendente en is Noësis. De ziel bevindt zich tussen beide elementen in als verbindend element beheerst door ego en aardse instrumentele rede. Zie o.a. The Great Triad van René Guenon en Adam & Eve: the Spiritual Symbolism of Genesis & Exodus van Samuel Fohr. ↩︎

  7. Men kent in sommige moderne metafysische systemen wel pseudo-transcendenten. Hierbij wordt een immanent element, bijvoorbeeld de natuur, als transcendent voorgesteld. ↩︎

  8. Dat deze natuurkundige uiteindelijkheid steeds dieper komt te liggen, bijvoorbeeld als zijnde snaren of kwantumgolven, is hierbij niet relevant. Hoewel op kwantumniveau er geen materialiteit is, gaat zij wel uit van het bestaan van enkel immanentie. ↩︎

  9. Men kan hier denken aan ‘werk’ als zijnde arbeid zoals Hanna Arendt dit beschrijft in haar boek de Menselijke Conditie. ↩︎

  10. Tekenend voor de moderniteit is de opkomst van pseudomeditatie en yogatechnieken. Deze zijn te herkennen doordat ze geen uiteindelijke gerichtheid hebben op het Hogere maar op het ego. ↩︎

  11. Zie bijvoorbeeld The Crisis of the Modern World van René Guenon, Plotinus’ Enneaden: V 9.1 en Aristoteles’ Ethica Nicomachea↩︎