De waarheid achter Reactionair
11 minuten leestijd

De waarheid achter Reactionair

Een reactie op Anti-Populista

Politiek
De waarheid achter Reactionair
11 minuten leestijd

De website ‘Anti-Populista’ kwam onlangs met een kritisch stuk over Reactionair.1 De site wordt in dit artikel beschreven als een FVD-site, omdat redacteur Camille bij lokale verkiezingen kandidaat is geweest voor FVD. Een dergelijke binding geldt echter niet voor ondergetekende. Dus heb ik vrij tientallen artikelen voor de site kunnen schrijven, ook wanneer deze pleitten voor zaken waar FVD tegen is zoals b.v. constitutionele toetsing.

Aangezien twee artikelen van mijn hand worden aangehaald om Reactionair te bekritiseren, leek het me gepast context en informatie te verschaffen die het stuk op Anti-Populista wegliet. Ook hoop ik onjuiste interpretaties van mijn artikelen te benoemen en feitelijke onwaarheden over andere onderwerpen uit het artikel van Anti-Populista aan te kaarten.

Steun voor radicaal reactionairisme?

Anti-Populista hekelt mijn artikel Reactie en Restauratie. Volgens auteur Bram van Gendt wordt in dit artikel ‘de ideologie van het platform blootgelegd’. Het artikel wordt weggezet als een soort manifest voor de site Reactionair, in plaats van een persoonlijke bijdrage van één van de vele auteurs. De beschrijving en definitie van het oorspronkelijke en fundamentalistische reactionairisme die ik verschaf in het artikel zou volgens van Gendt het reactionairisme van de site beschrijven.

Het is echter nogal vreemd dat van Gendt suggereert dat mijn artikel deze oervorm van fundamentalistisch reactionairisme ook zou steunen, aangezien het artikel duidelijk maakt dat het descriptief en historisch gericht is en dat het tracht duidelijke definities te verschaffen, waaronder die van puur/klassiek reactionairisme. Het houdt geen pleidooi voor deze ideologie. Ik beschrijf zelfs bij mijn profielnaam dat ik een liberaal ben.2 Daaruit zou je toch duidelijk kunnen afleiden dat ik zelf geen reactionair ben in deze ‘puristische’ zin en deze vorm van reactionairisme ook niet bepleit in mijn artikel. Daarentegen beschrijft mijn artikel juist wel, hoe er bredere definities van reactionairisme zijn en hoe gematigd reactionairisme principes of instituties als onafhankelijke rechtsspraak steunt.3

Reactionair is als site duidelijk reactionair in deze brede zin van het woord, zoals dus ook beschreven wordt in het artikel, met andere woorden: semi-reactionair. Daarom heeft ze katholieke, protestantse, islamitische en zelfs niet gelovige, maar wel cultuur-christelijke schrijvers. En daarom werden van mij ook artikelen geplaatst die de rechtsstaat en haar geschiedenis beschrijven en verheerlijken;4 en die de anti-nazi, anti-fascist, anti-racist en reactionaire oer-liberaal Erik von Kuehnelt-Leddihn de eer geven die hem toekomt.5

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals De seksuele revolutie, in onze boekenwinkel.

De seksuele revolutie

Los van deze foute conclusie over de positie van mijn persoon of die van Reactionair, loopt er meer mank in de redeneringen in dit artikel. Zo zou, volgens de Anti-Populista auteur, het volledig verwerpen van de principes van de Franse Revolutie —waar het puur reactionairisme in mijn beschrijving inderdaad voor staat— niet louter een terugkeer betekenen naar het christelijke Europa van vóór die revolutie, maar in zijn ogen specifiek naar onze Nederlandse Republiek van de zeventiende en achttiende eeuw, dus naar een nationaal reactionairisme.

De synode van Dordrecht (1618), waar de officiële leer van het calvinisme werd vastgesteld, zal weer leidend zijn. Dit betekent dat de scheiding van kerk en staat niet meer aan de orde van de dag is. Andere religies, zoals het jodendom, het katholicisme, maar tegenwoordig ook de islam, worden slechts getolereerd en de aanhangers van deze religies zijn de facto tweederangsburgers.

Echter, kritiek op religieuze intolerantie vanuit het calvinisme bestond in Nederland ook al vóór de Franse Revolutie. Willem van Oranje hoopte zelf aanvankelijk een bredere godsdienstvrijheid te verwezenlijken voor protestanten en katholieken.6 Godsdienstvrijheid voor katholieken, orthodoxen, protestanten en joden bestond b.v. in Polen zelfs al tijdens de zestiende eeuw.7 Ook in Nederland was intolerantie al eerder geleidelijk aan het afnemen tijdens de tweede helft van de achttiende eeuw.8

Een Nederlander hoeft dus geen voorstander te zijn van de Franse Revolutie en haar ideologie om godsdienstvrijheid te kunnen steunen. De notie dat zonder de Franse Revolutie, Nederland voor eeuwig zou zijn blijven steken in 1750 negeert de dynamische ontwikkelingen die daarvoor al in ons land en daarbuiten plaatsvonden.

Steun voor (pseudo)wetenschappelijk racisme is modern fenomeen, niet reactionair

Het tweede artikel dat wordt aangehaald is het stuk dat ik samen met Calvin Tangelder heb geschreven en waarin we ingaan op de controverses omtrent etnonationalisme. Er wordt terecht geconcludeerd dat we stellen dat etnonationalisme te gemakkelijk wordt afgedaan met (onjuiste) verwijzingen naar de Tweede Wereldoorlog en het nazisme.

Onjuist is echter zijn stelling dat we in ons artikel pleiten voor racialisme. We plaatsen het in de historische context, maar geven juist specifiek aan dat etnonationalisme ook bestaat los van racialisme. Dat etnische afkomst ook naar andere zaken kan verwijzen dan bloed en genen, zodat niet iedereen die civiel nationalisme verwerpt daarom automatisch racialisme zou steunen.

De conclusie dat wijzelf voor racialisme zouden pleiten is dus onjuist en bovendien ook nog eens strijdig met zijn eerdere onjuiste conclusie dat ik fundamentalistisch reactionairisme zou steunen. Dat soort reactionairen, in de traditie van De Maistre, De Bonald en de Carlisten, hadden namelijk niet veel met rassentheorie. De obsessie met ras en eugenetica was juist prominent binnen modernistische partijen en bewegingen, van liberalen tot socialisten alsook fascisten.9 Die wilden wel graag de meest recente (pseudo)wetenschappelijke hypes volgen.

Blijkbaar ben ik in Gendts ogen tegelijkertijd zowel een traditionalistisch reactionair als een modernistische en racistische nationalist. In werkelijkheid ben ik echter een traditionalistische liberaal.

Alweer Rutgers?

Ook schrijver Everardus op Reactionair krijgt kritiek, vanwege zijn stuk waarin hij Rutgers en hun Week van de Lentekriebels onder de loep neemt. Seksuele voorlichting en zelfs voorlichting op de basisschool zijn niet het hoofdpunt van de controverse (alhoewel ook homo-organisatie de Roze Leeuw tegen voorlichting op de basisschool is).10

De kritiek op Rutgers gaat primair over het feit dat ze voorlichting aan steeds jongere kinderen op de basisschool wil geven, en dat de focus daarbij niet louter ligt op de biologie en het aangeven van grenzen, maar ook op het vroegtijdig sturing geven aan onderwerpen als masturbatie en lichamelijk genot als centrale zingeving van seksualiteit. Dat kinderen van 9 jaar, en jonger, daartoe afbeeldingen van naakte lichamen en gedetailleerde onderdelen van geslachtsdelen te zien krijgen heeft ervoor gezorgd dat ouders hun kinderen zijn gaan thuishouden tijdens de Week van de Lentekriebels.11

De auteur op Anti-Populista geeft aan tegen de vorm van seksuele voorlichting te zijn die tot recent gangbaar was op scholen, waarbij biologielessen werden gegeven over seks, en ook de risico’s hiervan.

Deze eenvoudige voorlichting heeft ervoor gezorgd dat er een orgasme-kloof bestaat tussen mannen en vrouwen, waarbij mannen 9 van de 10 keer een orgasme ervaren en vrouwen slechts 6 van de 10 keer. Slechts 30% van de jonge mannen weet waar de clitoris zich bevindt op het vrouwelijk lichaam, en slechts 36% van de jonge vrouwen.

Hoe bepaalt hij dat deze voorlichting zorgde voor deze ‘orgamse kloof’? Wat er bedoeld lijkt te worden is dat deze de kloof niet in ieder geval niet verhielp, omdat ze niet genoeg de nadruk legde op kinderen leren hoe seksueel genot te verschaffen, m.n. bij vrouwen. De vraag is of het aan scholen is om kinderen niet alleen informatie te verschaffen over universeel geldende biologische gegevenheden, maar om bewust de seksuele ontwikkeling en interactie bij kinderen zodanig te beïnvloeden dat hun seksuele ervaringen op latere leeftijd anders vorm krijgen. Dat is duidelijk een vorm van opvoeding die diep ingrijpt in de privésfeer, de eigen op de individuele aard van hun kinderen afgestemde opvoeding van de ouders kan doorkruisen en zo het kind in verwarring brengen; en die ook duidelijk onderliggende levensbeschouwelijke visies overdraagt. De seksualiteit van kinderen en jongeren moet niet op uniforme, van bovenaf bepaalde en ongecontroleerde wijze gestuurd worden door volwassenen die niet hun ouders of verzorgers zijn.

Wil de schrijver suggereren, dat de enige manier om te vernemen waar de clitoris zit bij de vrouw, is door erover onderwezen te worden als jong kind in groepsverband? Waarom zouden jongeren en volwassenen hier in Nederland niet zelf opzoeken waar de clitoris zit? Als ze dat niet, al dan niet gevraagd, sowieso al tegenkomen bij de massaal verspreide internetpornosites en -reclame? Hebben te weinig volwassenen wellicht echt interesse in het dichten van de ‘orgasme kloof’? Of suggereert het artikel daadwerkelijk dat de meeste volwassen vrouwen in Nederland niet bekend zijn met de rol van de clitoris bij een orgasme, omdat dit niet besproken werd op school toen ze 9 waren? Als het zelfs voor de meeste volwassenen geen prioriteit zou zijn om de clitoris te vinden, waarom moeten kinderen van 9 er dan mee lastig gevallen worden? Dit kan leiden tot meer gevallen van seksueel misbruik of verkrachting, omdat mensen niet weten hoe hun lichaam werkt en wat ze op erotisch gebied fijn vinden.

Al weet je wat je fijn vindt, daar heeft een misbruiker geen boodschap aan. Seksueel ervaren en geïnformeerde volwassenen worden helaas ook misbruikt en verkracht. Om grenzen aan te kunnen geven, en ze te leren respecteren, is niet genotsgerichte seksuele detailkennis op jonge leeftijd nodig, maar een goede opvoeding in omgaan met anderen, in wat basis is voor onderling vertrouwen. Het gaat om leren respecteren van de intrinsieke waardigheid van personen, op alle terreinen van communicatie en intimiteit tussen mensen: en tegelijkertijd helpen een kritische houding te ontwikkelen richting de rol die reclame en sociale en massamedia spelen bij het vormen en sturen van je verlangens en bij je manier van kijken naar anderen. Dat lijkt me heel wat belangrijker als preventieve benadering bij kinderen en jongeren dan Instrumentele kennis en vaardigheden op seksueel gebied.

Het feit dat een kind nog niet weet wat hij op erotisch gebied wel fijn vindt betekent niet, dat hij niet weet wat hij niet fijn vindt, dat hij niet op seksuele wijze aangeraakt wil worden door volwassenen. Kinderen leerden vroeger ook ‘nee’ te zeggen, dat vreemden hen niet mochten aanraken bij hun geslachtsdelen en meer van dat soort gezond verstand. Kinderen leren grenzen te stellen is goed.

Anti-Populista lijkt echter juist geen ruimte te laten voor kinderen die nog niet met seks bezig willen zijn. Ze moeten op jonge leeftijd al ontdekken wat ze erotisch fijn vinden onder leiding van andere volwassenen dan hun ouders en ook nog in groepsverband. Er wordt geen enkel bewijs of bron verschaft Voor de bewering dat, zolang voorlichting voor basisschoolkinderen niet ingaat op de clitoris of het hebben van orgasmes, dit misbruik in de hand zou werken.

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft ook vastgesteld dat seksuele gezondheid onderdeel is van de algehele gezondheid. Het WHO is er echter helaas ook voor om peuters te leren masturberen12 en is in opspraak geraakt, omdat werknemers van de organisatie vrouwen seksueel misbruikten in de Congo; en toch niet ontslagen werden. Ook werden de slachtoffers niet degelijk gecompenseerd.13 Verder wordt -zonder bron, citaat of verdere informatie- beweerd, dat Rutgers een brief tekende in 1980 tegen de legalisatie van seks tussen volwassenen en jongeren. Dat zou een vreemde, plotselinge draai van 180 graden zijn geweest, aangezien Rutgers in 1979 de petitie aan kamerleden voor het schrappen van de leeftijdsgrens juist wel had getekend.14 Dit wordt (met verifieerbare bron!) genoemd in het artikel op Reactionair dat hier wordt aangevallen,15 maar als genoemd feit compleet genegeerd door de auteurs van de ‘expose’.

In plaats daarvan beweren ze: ‘Jan Rutgers had niets met pedofilie te maken en alle gelijknamige verenigingen ook niet.’ Dit is dus feitelijk onjuist. Rutgers tekende voor de legalisatie van seks tussen alle leeftijden, dus ook volwassenen en jonge kinderen. De informatie over banden die Rutgers had met de, ook op tv zich openlijk als zodanig profilerende, pedofiel Brongersma, over dat de Rutgerstichting donaties van hem kreeg, zoals Evarardus aantoont, eveneens met bronnen, wordt niet weerlegd, maar gewoon weggelaten in het artikel van Anti-Populista. Ook gaat het stuk niet in op het feit dat de huidige voorzitter van de Raad van Toezicht van Rutgers, voormalig GroenLinks- en PSP-politica Andrée van Es, vroeger legalisatie van seks tussen volwassenen en kinderen steunde.16

Hij beweert dat Rutgers een monopolie heeft op de seksuele voorlichting en dat scholen geen keuze hebben om andere invullingen te geven aan deze lessen. Dit is een claim die nergens op gebaseerd is, zeker als je religieuze scholen betrekt, die juist de vrijheid hebben om hun lesprogramma zelf in te vullen.

Het bekritiseerde artikel maakt echter zelf verderop duidelijk dat Rutgers een de facto monopolie heeft op voorlichting op seculiere scholen. Verder wordt ook verzwegen dat Rutgers heeft gelobbyd om de vrijheid van scholen om andere, niet genotsgerichte, methoden te gebruiken af te schaffen.17

Conclusie

Het gebrek aan bronnen, verdraaiing van informatie in artikelen en selectieve argumentatie ondermijnen de kritiek in dit artikel. Voor een site met de naam ‘Anti-Populista’ komt het stuk nogal populistisch over. Het lijkt vooral ‘reactionair’ weg te willen zetten als ‘extremistisch en demagogisch’ zonder degelijk in te gaan op de argumenten en inhoud.

Dit probleem deed zich al voor ten tijde van Socrates en de Sofisten. Niets nieuws onder zon…

Linksdraaiers niet meer zo serieus nemen in het vervolg. Van hun eigen site: “Anti-Populista is een opiniërend platform dat zich ten doel stelt de waarheid te verdedigen tegenover de misleidende retoriek van radicale en extremistische groeperingen. "

De twee jongens (twintigers) die de site beheren, beweren dus de waarheid in pacht te hebben en strijden tegen misleidende retoriek terwijl ze vanzelfsprekend zelf ten prooi zijn gevallen aan misleidende retoriek gelijk een 20e eeuws sektelid en dringend herprogrammering nodig hebben.