De weg van de kami naar de herbetovering
26 minuten leestijd
Elvengast

De weg van de kami naar de herbetovering

Over het neergaande pad der onttovering

De weg van de kami naar de herbetovering
26 minuten leestijd

Met de onttovering van de wereld wees socioloog Max Weber in zijn werk ‘Wissenschaft als Beruf’ op de culturele rationalisering en devaluatie van religie die ontstond in het moderniserende, geseculariseerde westen.

Weber zag een wereldbeeld ontstaan waarin een wetenschappelijk begrip van de wereld dominant werd. Gebeurtenissen werden verklaard door berekenbare processen en waren niet onderhevig aan onberekenbare machten. Keuzes werden gemaakt op basis van rationele motieven. Daar tegenover zou de wereld in een ‘betoverde’ samenleving gezien worden als een grote, betoverde tuin, waarin fenomenen een doel op zichzelf hadden of aangestuurd werden door een hogere macht. Keuzes werden gemaakt vanuit een metafysisch kader. De onttoverde wereld waardeert de wetenschappelijke proposities boven de eigen ervaring en ideeënwereld.

Over de onttovering is al veel geschreven, ook voordat Weber, die de term op zijn beurt leende van Friedrich Schiller, het duidde in zijn werk. Zo schreef Burke al in zijn Reflections on the Revolution in France:

Het tijd van ridderlijkheid is voorbij. Die van woordverdraaiers, economen en rekenaars heeft hem opgevolgd en de glorie van Europa is voor eeuwig uitgedoofd.1

Ook voormalig milieuactivist Paul Kingsnorth duidt mijns inziens het probleem goed, als hem door Nederlands eigen Tegenlicht gevraagd wordt wat hij ziet als het probleem in onze samenleving waardoor we op dit punt zijn terecht gekomen:

Ik denk niet dat het een technologisch probleem is. Ik denk dat het een cultureel probleem is, zelfs een spiritueel probleem, dat we hebben in onze relatie ten opzichte van de rest van het leven, onze relatie met onze eigen verlangens en ons eigen hebzucht en ons idee van wat we bedoelen met ‘vooruitgang’ – wat veelal erg nauw gedefinieerd wordt. Voor mij ligt er een spirituele leegte aan de wortel hiervan. We weten niet wat onze verstandhouding is met de aarde. Natuurlijk kun je misschien deze kapitalistische groei samenleving laten draaien op zonne-energie in plaats van olie, maar je houdt nog steeds dezelfde problemen: de wereld die je eet, de hoeveelheden die je consumeert, de waarden die je hebt, het individualisme, het soort digitaal narcisme dat wij als cultuur hebben. Het is geen gezonde cultuur waarin we leven.2

De onttovering van de wereld leidt tot een spirituele leegte.

De inherente betovering van de menselijke ervaring

“Tegenwoordig weet men van alles de prijs, maar van niets de waarde.”

Oscar Wilde

De onttovering van de wereld leidt tot een existentiële vervreemding van onze eigen ervaring. De menselijke ervaring is inherent betoverd.

Wij ervaren ons Zijn, door de Tijd. We dichten betekenis en zingeving toe aan gebeurtenissen die in een onttoverd wereldbeeld ontdaan zijn van alle betekenis en zin. Dit proces valt niet te overstijgen, want dit is in het diepste verankerd in onze ervaring van het Zelf en de wereld om ons heen. Je hebt een ervaring van een Zelf omdat je via zingeving en betekenis een voormalige vorm van je Zelf via een zelf-narratief koppelt aan je huidige Zelf. Je ontwikkelt jezelf, omdat je in staat bent een toekomstige Zelf te bedenken, en een plan kunt uitstippelen hoe je deze toekomstige Zelf kunt manifesteren.

De mens is een autopoëtisch systeem: het vormt uit zichzelf. Het Griekse ποίησις (poiesis) wijst in de filosofie naar de activiteit waarmee een mens iets voortbrengt dat voorheen niet bestond. Wij zijn in staat onze Zelf voort te brengen.

Zonder deze mogelijkheden zou je jezelf ervaren als een willekeurige vorm. Toch is juist deze willekeur het zelfbeeld dat gecultiveerd wordt door de onttovering. Roger Scruton zei in een interview (wederom van een NPO-programma – jaja, het kan wel!):

Het droevige van de wereld van nu (…) is dat mensen in een heel klein schijfje van de tijd leven. Het huidige moment. Dat nemen ze met zich mee, maar niets van waarde beklijft. De weerklank van eeuwen is hun vreemd. Die eeuwen zijn volledig duister voor ze. Onverlichte gangen van waaruit ze dat ene straaltje licht binnen struikelen.3

Dit tekent ons onttoverde zelfbeeld. We ontwaren niet langer de grote en kleine patronen in de wereld, maar zien enkel ons geatomiseerde Zelf, ontkoppeld van zijn omgeving (zowel in ruimte als in tijd).

Alle patroonherkenning en zelf-verhalende eigenschappen van de mens zijn introspectief geworden. We weten ze nergens anders meer op te funderen.

We zien de wereld buiten onszelf minder en minder, omdat we niet langer onszelf herkennen in de kosmologie die we door de onttovering hebben opgebouwd.

Ik gebruik kosmologie hier niet om te refereren aan de wetenschappelijke school waarbinnen de globale structuur van het heelal wordt bestudeerd, maar aan een metafysisch model van de kosmos; een verklaringsmodel voor de mens en zijn rol in de wereld en zijn verstandhouding tot andere wezens en vormen. Er zijn verschillende modellen van de kosmos geweest, en er opereren nog steeds verscheidende parallel aan elkaar. De metafysische kosmologie van een hindoe, moslim of atheïst zullen wezenlijk verschillen, zelfs als allen de wetenschappelijke kosmologische structuur accepteren als waarheid. De wetenschap biedt immers geen moreel kader noch is het in staat positief te duiden wat waar is. Het kan enkel bevestigen wat niet waar is, tot een idee niet ontkend kan worden.

Het cartesiaanse schisma tussen het geestelijke en het lichamelijke is zover doorgedrongen dat we het materiële niet langer herkennen als onderdeel van onszelf. In deze introspectieve reis zoekt een deel van de mensen haar heil in het ontwaren van de Authentieke Zelf – de seculiere ziel – die diep in die cartesiaanse klei verstopt zit en waar we onze ervaring van Zijn op kunnen funderen.

In een onttoverd wereldbeeld is ons bestaan louter willekeurig, er is geen teleologisch component in onze kosmologie. We weten door wetenschappelijk inzicht dat het universum bestaat uit inerte materie, welke aan wetmatige natuurkrachten onderhevig is. Ons wereldbeeld reduceert de menselijke ervaring tot een samenspel van hormonen, stofjes en elektrische impulsen in ons brein.

De sterren die ‘s nachts vanuit het firmament op ons neerkijken – en waar wij in betoverde tijden hele mythologieën op projecteerden – blijken louter nucleaire explosies op onmenselijke afstanden van ons vandaan. De vormen die wij erin ontwaren enkel een samenspel van de menselijke mogelijkheid tot patroonherkenning en hoe de sterren vanuit ons standpunt gezien aan de hemel staan. Als wij ver voorbij onze menselijke ervaring kijken (we leven immers gemiddeld maar 70-80 jaar), blijken zelfs de vormen van de sterrenbeelden niet stabiel maar verschuiven sterren afzonderlijk van elkaar door de hemel waardoor we nu niet kijken naar dezelfde hemel als degenen die er in eerste instantie hun beelden op projecteerden.

Er lijkt geen plaats te zijn voor de mens in een universum van dode materie, voorspelbare natuurwetten en miljarden jaren van ontwikkelingen zonder doel.

Het probleem is dat niets wat hierboven beschreven is, op zichzelf onjuist is. Dus waar past de mens en zijn ervaring nog in dit wereldbeeld?

Hoe de onttovering onze relatie met de wereld afsnijdt

De vervreemding van onze omgeving heeft ertoe geleid dat het westers mensbeeld in zichzelf is gekeerd. Wie zich niet langer met de wereld kan relateren, zal zich eruit terugtrekken. De onttovering leidt ertoe dat we een kosmologisch model van stellingen dienen aan te nemen die meetbaar niet meer te weerleggen zijn, maar die we vanuit onze ervaring niet per se als waar kunnen ervaren.

De liefde voor je partner of kind is niet te kaderen als een ‘evolutionair voordeel voor het voortbestaan van de soort’ dat ontsloten wordt door een samenspel van stofjes in je lichaam, en wie dat beeld omarmt als de enige waarheid en zijn innerlijke ervaring daaromtrent afwijst als illusoir zal weinig succes hebben in de liefde.

De moderne mens zoekt continu naar een compromis tussen zijn innerlijke ervaring en de stellingen waarvan hij weet dat ze (nog niet) weerlegd zijn door de voortschrijdende wetenschap. Waar deze compromis niet haalbaar is, ondermijnt de propositionele kennis van de wetenschappelijke kosmologie ons Zijn. De realisatie dat hetgeen men innerlijk ervaart dusdanig niet in relatie staat tot het wetenschappelijke wereldbeeld, dat het als onwaar en illusoir ervaren wordt, leidt tot een diep nihilisme; een kosmologie waarin de menselijke ervaringen geen waarde meer hebben, omdat zij deze waarde niet weten te funderen in de kosmos.

Het onttoverde wereldbeeld is een wereldbeeld van propositionele epistemologie; onze kennis van de wereld bestaat grotendeels uit stellingen die we voor waar aannemen. We hebben de ervaring en het eigen perspectief onbetrouwbaar geduid voor waarheidsvinding.

De onttovering als proces is al een lange tijd gaande, ver voordat Weber of Burke hun observaties noteerden. De moderniteit kenmerkt zich door een overvloed aan manieren om deze onttovering het hoofd te bieden en de mens te integreren. Deze methodes gaan van een radicale afwijzing van het wetenschappelijk kader (bijvoorbeeld creationisme, bepaalde protestantse denominaties en verscheidende nieuwe religieuze bewegingen), naar pogingen tot betovering (theosofie, de romantiek, New Age en zelfs stromingen als het islamitisch salafisme ontstaan als reactie op het westen), tot de radicale omarming van het wegvallen van de menselijke maat (technocratie, transhumanisme of nihilisme).

Hoe we om proberen te gaan met de onttovering

Op dit moment in de tijd lijkt er in onze samenleving een conflict te ontstaan tussen enerzijds het ‘fully automated luxury gnosticism’ met als einddoel een technocratie voorbij alle kaders en vormen.4 Bevrijd van alle beperkingen kunnen zijn wat je maar wilt.

Binnen dit wereldbeeld heeft het in-zichzelf-keren van het westers zelfbeeld geleid tot het idee dat diep binnen in elk persoon een Authentieke Zelf zit, dat uit de beperkingen van het lichaam en de materiële wereld gered dient te worden door middel van wetenschappelijke vooruitgang zoals het controleren van de vruchtbaarheid en de gevoelens, ingrepen en interventies op het lichaam of dit Zelf door middel van metaverses en transhumanisme in een simulatie tot authentieke uiting laten komen.

Aan deze kant vormt Rousseaus Authentieke Zelf het laatste bolwerk tegen het nihilisme en de zingevingscrisis, en men wenst de wereld zo te vormen dat zij dit Authentieke Zelf gereflecteerd en bevestigd ziet worden in de wereld om zich heen, in een poging zich af te wenden van de afgrond.

Een onmogelijkheid, want het is juist door beperkingen dat we in staat zijn iets wezenlijks te Zijn of te worden. Het is door de randvoorwaarden en beperkingen dat we iets als taal hebben. Zonder beperkingen vervallen we in lukraak geluid, niet langer geschikt om betekenis over te brengen.

Aan de andere kant van het conflict heerst er een net zo faustiaanse en utopische nostalgie, ingegeven door de wens terug te keren naar een betere tijd waarin een ideale staat wordt nagestreefd. De vraag is, naar welke tijd keren we precies terug? Terug naar de tijd vóór de revoluties van 1968? Of liever terug naar vóór de eerste wereldoorlog? De Franse revolutie? De reformatie? De renaissance? De axiale revolutie?5 Waarom omarmen we niet direct de bronstijd (zoals de cultschrijver Bronze Age Pervert) en beginnen we het beschavingsproces van vooraf aan?

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals Reactionary Modernism, in onze boekenwinkel.

Reactionary Modernism

Ideeën van homogene gemeenschappen (in de realiteit zullen ze niet zo homogeen blijken als je denkt), barmhartige filosoof-koningen (een sterke leider of een metafysisch ideaalbeeld) die onvoorwaardelijk onze loyaliteit krijgen, of een ‘verwijdering’ van alle onwelgevallige elementen, kenmerken deze nostalgie. Hier wordt gezocht naar een moment dat de wereld nog zinnig geordend leek en probeert men deze ordening in ere te herstellen. Zij bewandelen de weg van het personage Cypher uit de film The Matrix: ze wensen te kunnen vergeten en zichzelf terug te stoppen in een sluimer van een comfortabele illusie. Terug Plato’s grot in, het helle licht van de zon inruilen voor de duisternis en schimmenwereld van een vergane tijd.

Wederom een onmogelijkheid. De wens dit te kunnen doen maakt de nostalgie faustiaans, omdat het de poort openzet voor grootschalig menselijk leed om een totalitair ideaalbeeld te verwezenlijken. Een hel op aarde verwezenlijken, voor een vluchtig gevoel van geluk. Een pact met de duivel.

De systemen waar men naar wenst terug te keren, zijn met reden verdwenen of uit de gratie geraakt. Ze hebben hun tijd gehad en wij leven in een andere tijd, met andere uitdagingen en andere kennis en kunde.

Begrijp me niet verkeerd. We kunnen (en moeten) lering trekken uit voorgaande periodes, en de systemen die zij ontwikkelden – en het verdwijnen is niet enkel te danken geweest aan natuurlijke processen – maar we vinden geen antwoorden in een nostalgisch verlangen om deze systemen en een vergane tijd naadloos te simuleren in onze eigenwereld. We zullen een systeem moeten vinden dat de voortschrijdende inzichten én de menselijke ervaring weet te integreren tot een zingevingskader. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan en ik zal in dit essay ook zeker niet in staat zijn hierop de antwoorden aan te reiken. Ook is mijn duiding van de onttovering zeker niet volledig. Dit is een aspect ervan. Andere denkers duiden andere aspecten.

Wel onderschrijf ik Kingsnorths stelling dat een fundamenteel probleem van de onttovering zich bevindt in onze relatie met onze omgeving. De westerse overwaardering van proposities tegenover andere vormen van kennis zorgt dat wij ons niet langer goed verhouden tot onze omgeving en ons eigen Zijn, maar verloren zijn geraakt in een labyrint van stellingen, dogma’s, taalspelletjes en definities.

Vaak zijn we enkel verder verdwaald in het labyrint doordat we niet goed doorhadden welke initiële a priori aannames over de wereld wij vasthielden tijdens onze zoektocht naar de uitgang. En het bevragen van deze a priori aannames door post-moderne denkers was noodzakelijk, maar leidde tot een verdere vervreemding van onze denkkaders. Nu weten we niet eens meer zeker of er ooit wel sprake is geweest van een uitgang.

Verschillende soorten weten

Welke verschillende soorten weten zijn er? Hier zijn verschillende modellen voor. Voor dit essay wil ik mij focussen op het 4P-model uit de cognitiewetenschappen van Vervaeke en Ferraro.6

Ik zal niet te veel uitweiden over het werk hierachter, maar ik vind het een sterk kader om verder over de problematiek te praten. Het bouwt voort op de onderscheiding van soorten kennis die Aristoteles uiteenzet in de Ethica Nicomachea.

Dit model kadert 4 manieren van weten (de 4 P’s):

  1. Participatief weten:

Weten hoe je handelt binnen de relatie tussen agent (jijzelf) en arena (omgeving). Het is een fundamentele en diepgaande vorm van kennis. Participatieve kennis is het verschil tussen jezelf bevinden in een staat van verwarring en de zogenaamde ‘flow-state’; de ervaring dat je deelneemt in een natuurlijke ‘dans’ met je omgeving.

  1. Perspectivisch weten:

Weten via de belichaamde waarneming. Het zien van de wereld en jouw plaats daarin vanuit een specifiek gezichtspunt en het begrijpen van de belangrijkste aspecten van de situatie waarin je jezelf bevindt.

  1. Procedureel weten:

Weten hoe iets moet. Dit omvat complexe kennis (neurochirurgie of sieraden maken) en simpele kennis (veterstrikken).

  1. Propositioneel weten:

Weten of iets waar is. Propositionele kennis is gekaderd door taal. Daarin betreedt dit soort weten het domein van implicaties, context, betekenis en relaties tussen verschillende proposities. Dit is een immens complex domein, waarbij je snel tot de realisatie komt dat je eigenlijk niet propositioneel kunt weten zonder een enorm corpus aan programmatische voorkennis om überhaupt in taal te kunnen duiden wat waar is.

Om het wat wezenlijk te maken voor de lezer: de regels van het voetbalspel kennen (propositioneel), maakt je nog geen goede voetballer. Goed weten hoe je tegen een bal moet trappen (procedureel), maar de regels van het voetbalspel niet kennen, maakt je geen goede voetballer. Als je zowel de regels kent, als de balbeheersing hebt, geeft je dat nog niet automatisch het inzicht waar jij in het team past (perspectief) en hoe je op het veld moet samenspelen met 11 anderen tegen een ander team (participatief). Een goede voetballer heeft alle vier de vormen van weten onder de knie op het voetbalspel.

Zoals Wittgenstein al aanwees in zijn Tractatus Logico-Philosophicus: Propositioneel weten bouwt voort op procedureel weten. De talige stelling vertegenwoordigt een proces of een symbool en vereist een voorkennis van de wereld en de categorieën.

Procedureel weten vereist op zijn beurt een omgevingsbewustzijn. Je moet weten waar je jezelf bevindt en wat je wilt bereiken om processen en procedures te kunnen kaderen en wegen.

Dit omgevingsbewustzijn bouwt op zijn beurt op perspectivisch weten. Om omgevingsbewustzijn te ontwikkelen, moet je een agent-arena-relatie hebben ontwikkeld. Het omgevingsbewustzijn is uiteindelijk afhankelijk van hoe je jouw omgeving in kaart hebt gebracht.

De relatie tussen de verschillende P’s werkt in beide richtingen. Om tot een goede agent-arena relatie te komen, dien je allereerst te kunnen onderscheiden wat waar en niet waar is, zodat je jouw omgeving niet verkeerd in kaart brengt.

De westerse obsessie met orthodoxie

Het westen is gevormd door eeuwen van een monistische kosmologie: er is één waarheid. Het westers denken kan niet goed overweg met een pluriformiteit van waarheden. Zelfs de verwerping van God leidt in het Westen uiteindelijk tot een mono-atheïsme; het vervangt de éne waarheid met één andere, zoals de rigide argumenten van de New Atheists herhaaldelijk etaleren.

Dit wereldbeeld van een enkele waarheid leidt tot een grote waardering voor orthodoxie. ‘Orthodoxie’ komt van het Griekse ὀρθοδοξία (orthodoxía) dat ruwweg vertaald kan worden als: ‘het juiste geloof’ of ‘de juiste mening’. Orthodoxie wijst op het voor waar aannemen van bepaalde (geloofs)stellingen. Orthodoxie is een vorm van propositionele kennis.

Het westen waardeert ‘juist geloof’ - propositionele kennis - boven alle andere vormen van kennis. Ons denkkader is moeilijk in staat te doorgronden dat waarheid kan veranderen als je perspectief op datgeen waar iemand naar kijkt verandert. Dat het perspectief vervolgens doorzingt in de gehele agent-arena relatie, en dat daardoor elk perspectief dat de arena in kaart brengt tot een andere ‘waarheid’ zou kunnen komen, daar kan westers denken moeilijk mee uit de voeten.

Mijns inziens heeft het westen daardoor een verkeerde afslag genomen om de spirituele leegte en de onttovering het hoofd te bieden.

Tegenover de voortschrijdende inzichten van de wetenschap, blijft het westers denken in gebreke in termen van gedecentraliseerde netwerken, knooppunten, processen en patronen die een pluriformiteit van waarheden teweeg kunnen brengen. Deze waarheden zullen aan de hand van hun succes of mislukking kunnen aantonen of ze een juiste agent-arena-relatie hebben opgebouwd.

Het westen zit vast in een vorm van (hiërarchisch) systeemdenken. Ons denken leidt niet langer tot een goede agent-arena-relatie op collectief niveau.

Door dit paradigma vraagt het westers denken de mens en maatschappij één waarheid te kiezen en deze boven alle andere waarheden te verheffen als ‘de meest correcte universele waarheid’.

Dit kenmerkt de eerdere pogingen van het Westen om zichzelf te herbetoveren; er werd gezocht naar een kosmologisch model dat de wereld in zijn totaliteit kon bevatten, of het verwierp de opkomende wetenschap voor een ander (veelal dogmatisch religieus) model.

Door de neiging naar orthodoxie werd elke voorgaande reactie op de onttovering gekenmerkt als een verzameling stellingen die men voor waar moest aannemen. Als vervolgens één van deze stellingen wordt ingehaald door de tijd, implodeert het hele raamwerk en blijven enkel mensen over die zich stevig vastklampen aan een achterhaald wereldbeeld, welke bij wijze van spreken de functie heeft van een stuk drijfhout in de onmetelijke diepe oceaan van het nihilisme.

Als we ons tot het oosten richten, of terug in het verleden kijken naar de hellenistische Grieken en Romeinen, zien we echter iets heel anders. Niet zo zeer het juiste geloof of de juiste mening is belangrijk, maar het juiste handelen wordt gewaardeerd. Orthopraxie boven orthodoxie. Op de juiste manier de rituelen en riten uitvoeren. Op de juiste manier de hymnes reciteren. Op de juiste manier deelnemen aan de praxis. Wat de enkelvoudige waarheid precies is en of je die in zijn totaliteit voor waar aanneemt, wordt minder belangrijk geacht. Dit lijkt inherent aan polytheïstische systemen, waar men niet één oppergod kent, en denominaties langs elkaar heen andere goden als ‘de belangrijkste’ aanwijzen, afhankelijk van kaste, sociaalmaatschappelijke positie, professie of locatie.

Orthopraxie boven orthodoxie

Wat gebeurt er met het 4P-model, als je orthopraxie waardeert? Dan verlegt de focus zichzelf naar het participatief weten en de agent-arena relatie.

Allereerst wordt gekeken of je jezelf als actor goed verhoudt tot je omgeving. Je omgeving is niet een mondiaal iets, maar je directe relaties met andere mensen, je directe omgeving(en), zoals thuis, kantoor, de lokale kroeg en samenleving.

De waarheid is pluriform: er wordt niet gezocht naar de universele stelling voor alle relaties tussen mensen op de wereld. Er wordt gezocht naar wat jij kunt stellen over jouw verhouding tot jouw wereld. Als jij op een antwoord komt dat wezenlijk verschilt met het antwoord van anderen, is niet één van die stellingen waar en de rest per definitie onwaar. De agent, de arena en het perspectief zijn variabel en dus zullen de daaropvolgende procedures variabel zijn, waardoor de proposities die eruit voortkomen op hun beurt ook zullen verschillen.

Een verhouding met je directe omgeving vraagt een aandachtige agent-arena-relatie. Je kunt jezelf niet langer verliezen in modellen, de utopische vergezichten en universele theorieën over de economie, de moraal, metafysica en wat waar of onwaar is.

Je kunt nieuwe ideeën direct testen in de praktijk en inzichten en data direct ophalen om je agent-arena-relatie te kalibreren. Er bestaat geen wereld waarin jij, als enkelvoudige agent, de totaliteit van alle mogelijke arena’s op aarde kunt doorgronden om vervolgens een universele kaart van alle arena’s voor jezelf op te bouwen.

Shinto en de herbetovering

We naderen de clou die ik reeds in de titel van dit essay verwerkt heb. Shinto, de weg van de kami.

Voor wie niet met Japanse cultuur bekend is een korte introductie: shinto is een systeem van animistische natuurverering uit Japan. Het is platgeslagen een vorm van verering van landgeesten, oftewel kami.

Hoewel Japan een sterk geseculariseerd land is – enkel 36% van de Japanners identificeert zichzelf als religieus en daarvan is het gros boeddhistisch (enkel 3% identificeert zichzelf als shinto) – neemt meer dan 70% van de Japanners in een of andere vorm actief deel aan Shinto-praxis.7

Shinto laat zich vertalen als ‘Weg van de Kami’.

Waarom haal ik Shinto aan, en niet een algemene vorm van animisme? Shinto is een sterk voorbeeld, omdat het een systeem is dat operationeel is binnen een moderne samenleving. De praxis van Shinto vergt geen grote vertaalslag richting onze eigen moderne samenleving. Shinto bewijst in zijn bestaan dat het integreert met de moderniteit.

Kami

Kami heeft geen directe Europese vertaling. Vaak wordt het vertaald als geest of god, maar de moderne definities van deze woorden dekken niet helemaal de lading.

Kami zijn vaak een soort geesten die bossen, bergen, rivieren bomen en rotsen bewonen. Ook fenomenen en natuurkrachten zoals wind, regen en onweer, zon, maan, vuur (haard en keuken) en vruchtbaarheid worden vertegenwoordigd door een kami. Sociale en maatschappelijke elementen zoals visvangst, oorlog, provocaties, dankbaarheid, maar ook voorspoed, poëzie, sport, eten en het toilet hebben kami. Sommige voorouders, helden en andere belangrijke figuren of helden worden tot kami verheven en vereerd. Er is ook een kami van het lichaamshaar, wiens hulp men aanroept als ze hun terugtrekkende haargrens een halt toe willen roepen.

Kami’s hebben verschillende vormen. Soms zijn ze letterlijk het water in een bron of rivier, en betreed je de kami zelf als je in het water baadt. Andere keren hebben ze de vorm van een aanwezigheid die in een gebouw huist, of komen ze in de vorm van een mens (voormalige keizers waren de belichaming van een kami), dieren of draken.

Huishoudens hebben ook een eigen kami, en voor de kami kun je in veel huishoudens een kamidana (een kami-kastje) vinden waar de kami een verblijfplaats heeft midden in het huishouden.

Het lijkt hierin sterk op de oude volkse gebruiken die aanwezig waren in Europa en hun wortels hadden in de oude voorchristelijke polytheïstische kosmologie. Kami’s zijn vergelijkbaar met nimfen, dryaden en nereïden uit het oude Griekenland en deze Grieken personificeerden ook fenomenen als de noorderwind en de boodschapper van de winter (Boreas) en de westenwind en boodschapper van de lente (Zephyros). Ook hadden de Romeinen goden voor begrenzingen (Terminus) en goden die grenzen doorbraken (Mercurius/Hermes). Ook kenden Europese tradities haardgoden (zoals Hestia) en huisgeesten waar onze eigen kabouter een voorbeeld van is.

De relatie tussen mens en kami is er een van wederzijdse transactie. Men vraagt de kami om gunsten en zegeningen door middel van kleine offers (kleingeld of wierook branden) en het onderhouden van de woonplaats van de kami.

Voor diegenen die zeggen: “Maar Elvengast, waarom kijk je ver over de grenzen naar het Oosten? Europa heeft genoeg van zichzelf!” zeg ik: “Bijna. Europa had veel van zichzelf. We hoeven Shinto niet te importeren. We moeten onszelf laten inspireren door een nog steeds levende vorm van een oeroude kosmologie die ook ooit hier levendig was en in onze eigen wortels dit kosmologisch model nieuw leven inblazen!”

De kracht van shinto, is dat de kami in de hele wereld verweven zitten, waar veel westerse pogingen tot herbetovering een sterke distinctie maken tussen de betoverde natuurlijke wereld en de onttoverde moderne samenleving.

Maar als jij de kabouters niet ziet in je dagelijks leven, en ze enkel kunt zoeken als je erop uitgaat in de natuur, waar biedt het dan een meerwaarde voor het alledaagse? Shinto betovert het alledaagse leven midden in de moderne tijd.

Naast de kamidana, de verblijfplek van de kami in het huishouden, is er ook de jinja: een shinto-heiligdom.

Jinja zijn te herkennen aan de torii-boog. Deze boog functioneert als een grensmarkering. Wie er onderdoor loopt, betreedt het domein van de kami. Net zoals wanneer je een huis betreedt waar je te gast bent, wordt volgens de Japanse etiquetteregels een bepaalde eerbied verwacht van de bezoeker. Men maakt veelal een lichte buiging voordat ze er onderdoor lopen, als teken van respect.

Wat opvalt aan een jinja, en waar het sterk contrasteert met Westerse gebedshuizen, is dat de torii-boog zichzelf overal kan bevinden. Het sacrale en het profane lopen door elkaar heen. Er zijn jinja met een speeltuin midden in het domein van de kami, kustgebieden waar tussen strandgangers een torii-boog uit het water oprijst of op plekken waar het rond lunchtijd erg druk is omdat medewerkers graag hun lunch eten op een plekje in de buitenlucht.

Jinja zijn vrijelijk te betreden. Wil je het hart van de van de jinja betreden om de verblijfplaats van de kami te bezoeken – waar men een klein offer kan brengen aan de kami voor zijn zegen of giften - wordt een kort reinigingsritueel verlangd door de handen en de mond te spoelen met water.

Shinto een oplossing voor de spirituele leegte die het Westen teistert?

Shinto is een raamwerk waarmee de wereld om je heen gesacraliseerd wordt. De kami zijn overal. Ze zijn tastbaar als water, bomen, wind, het graan op de velden en de provocaties van vrienden en vijanden. Ze zijn verweven met je menselijke ervaring. Het Heilige bevindt zichzelf niet afgezonderd van de profane wereld, weggestopt en beschermd door de muren van een gebedshuis, maar staat onbeschaamd midden in de publieke ruimte.

Stadsparken en stranden, steegjes of wandelpaden. Zelfs in de velden van boeren zijn gebieden aangewezen als verblijfplaats voor de kami. De internetauteur Wrath of Gnon heeft ooit een mooi draadje gewijd aan de chinju no mori (beschermende bossen). Let op de torii die overal geplaatst zijn, om het huis van de kami aan te duiden.8 Het Heilige is overal en de hele dag wordt elk persoon geconfronteerd met de aanwezigheid van het transcendente. Er wordt aandacht voor geëist.

Shinto richt zich op orthopraxie. De etiquette is van belang, niet wat je gelooft. Shinto leert geen ethiek of moraal. Haar priesters zijn zelfs vaak terughoudend om shinto als een geloofssysteem te duiden. Voor veel Japanners is shinto-praxis gewoon een onderdeel van de Japanse cultuur, omringd met gebruiken die je nu eenmaal doet omdat het zo hoort. In die zin zien Japanners shinto als iets vergelijkbaar met hoe seculier Nederland Oud en Nieuw of Kerst en Pasen vieren, alleen dan wordt men elke dag, op allerlei plekken herinnerd aan de aanwezigheid van dit systeem en denkt men niet enkel ergens op die koude decemberdag ineens ‘ohja, morgen Kerst. Dat was ook nog iets!’ Shinto omzeilt deze verbroken verbinding tussen het Heilige en het alledaagse en brengt de patronen in de wereld naar voren.

Orthopraxie betekent dus: je doet de dingen omdat ze zo horen, en je doet ze met eerbied en volle aandacht. Het handelen is belangrijk en vereist je mentale aanwezigheid, maar het is niet religieus.

Natuurlijk voldoet shinto aan allerlei kenmerken van een religie, ook zoals wij dat in het westen duiden. Maar deelnemen aan shinto-praxis, maakt iemand nog geen shintoist. Het zit hem in wat je doet, niet in wat je bent. Shinto-priesters zouden zichzelf potentieel wél religieus boeddhist noemen, maar vaak niet religieus shintoist.

Voor het westerse (en misschien breder abrahamisch) paradigma kan dit even wennen zijn. Wij identificeren onszelf heel erg met ons religieus handelen (en daarom zweren veel niet-religieuzen het handelen in zijn totaliteit af), en ik kan me voorstellen dat het voor een christen of moslim moeilijk te rijmen is dat je de jinja’s bezoekt, respect toont voor de kami en zelfs offers brengt voor hun zegens, zonder dat je daarmee in conflict komt met geloofstellingen van de eigen leer, noch dat je jezelf religieus verbindt met de kami.

Toch tonen de cijfers dat men in Japan geen probleem heeft om vanuit een ander religieus systeem deel te nemen aan de shinto-praxis. Daar ligt mijns inziens de kracht van shinto. Het preekt geen ethiek of moraal, het laat dit over aan ander systemen.

Wees christen of moslim en leef die leer vroom. Dit raamwerk vraagt enkel je aandacht voor het hier en nu. Een eerbied voor de omgeving waar je jezelf in bevindt. De volle aandacht richten op de handeling die je nu doet, of je nu kookt, werkt op kantoor, jezelf bezighoudt met je hobby of even luistert naar de spelende kinderen of de vogels in de bomen van de jinja, en je richten op de personificatie van die handeling.

Heidegger en shinto

Een mate van Dasein in het alledaagse. Dasein is Heideggers term voor het volledig bewust Zijn, één-worden met de handeling. Het samenbrengen van de 4 soorten Weten in dit ene moment. De versmelting van subject en object. Volledig Er-Zijn.

Het vraagt om bezinning en om je te richten op jouw directe omgeving, wat je daarin wilt Zijn, en daarnaar te werken. Shinto biedt geen hemelse verblijfplaats in het hiernamaals, maar vraagt de aandacht in het hier en nu. Te midden van je gemeenschap, de fenomenen om je heen, actief deelnemend en gelaten observerend. Het dwingt je tot een mentale aanwezigheid in je eigen leven.

Het is niet voor niets dat Japanse filosofen in de 20e eeuw Heideggers werk gebruiken om westerse en oosterse filosofie samen te brengen. De zogeheten Kyoto-school ziet in Heideggers Dasein een sterke overeenkomst met het bewuste Zijn, dat nagestreefd wordt in Zen.

Doordat shinto Dasein cultiveert, traint het een nieuwe verbinding met de vormen van weten die we in het westen uit het oog verloren zijn. De weg van de kami leidt de weg uit de onttovering. Echter is een directe kopie van shinto introduceren niet de weg.

Zo’n systeem moet ontstaan vanuit een voortdurend dialoog tussen individu, gemeenschap en zijn omgeving.

Breng de arena goed in kaart, bepaal vanuit welk perspectief je haar aanschouwt. Test en vind de juiste procedures om in de arena te Zijn en successen te behalen. Ervaar welke proposities voor het westen van waarde zijn.

Uiteraard zou ik nog pagina’s kunnen uitweiden over een hoop van de zaken die ik heb aangesneden, maar dit artikel is lang zat en ik wil hen die tot het einde zijn gekomen bedanken voor de aandacht die jullie mij gegeven hebben.


  1. Volledig citaat: “The Age of Chivalry is gone. That of sophisters, economists, and calculators has succeeded; and the glory of Europe is extinguished for ever. Never, never more, shall we behold the generous loyalty to rank and sex, that proud submission, that dignified obedience, that subordination of the heart, which kept alive, even in servitude itself, the spirit of an exalted freedom. The unbought grace of life, the cheap defence of nations, the nurse of manly sentiment and heroic enterprize is gone!” uit Reflections on the revolution in France van Edmund Burke. ↩︎

  2. Tegenlicht, De aarde draait door↩︎

  3. Roger Scruton, Of beauty and consolation (vraaggesprek op YouTube). ↩︎

  4. Unherd, Welcome to fully automated luxury gnosticism. ↩︎

  5. Naar een concept van Karl Jaspers, zie Wikipedia↩︎

  6. John Vervaeke, Relevance, meaning and the cognitive science of wisdom↩︎

  7. Wikipedia, Religion in Japan↩︎

  8. Draad van het bekende Twitter-account Wrath of Gnon over gewijde Japanse bossen↩︎

De kami doen mij denken aan de feeën, moge ook zij mij hun lach schenken.