Deugpronken als Bregman
5 minuten leestijd

Deugpronken als Bregman

Tussen naïviteit en hoogmoed

Geschiedenis
Pieter Bruegel de Oude, De toren van Babel (1563)
Pieter Bruegel de Oude, De toren van Babel (1563)
5 minuten leestijd

Weinig mensen zal het zijn ontgaan dat de Nederlandse successchrijver Rutger Bregman een nieuw initiatief heeft gelanceerd. Gebaseerd op zijn boek Moral Ambition creëerde Bregman samen met zijn co-founders de ‘School of Moral Ambition’, een ‘alliantie van idealisten die het opnemen tegen de grootste problemen van onze tijd, of het nu gaat over klimaatverandering of belastingontduiking, extreme armoede of de tabaksindustrie.’ Met zijn initiatief probeert Bregman talenten te overtuigen hun goedbetaalde banen op de Zuidas of vergelijkbare plekken op te zeggen en zich in te zetten voor de ‘goede zaak’. Regelmatig houden de reguliere en sociale media ons op de hoogte van de successen van dit initiatief, met onder meer concrete voorbeelden van mensen die hun functie hebben neergelegd om zich in te zetten tegen discriminatie of voor de eiwittransitie. Hoewel dit initiatief sympathiek overkomt bij velen, wordt bij nadere beschouwing duidelijk dat het in het beste geval getuigt van grote naïviteit en in het slechtste geval van een hoogmoed die grenst aan hybris. Dit wordt zichtbaar bij een analyse van drie kenmerken van Bregmans morele ambitie.

Ten eerste ligt aan zijn initiatief het idee ten grondslag dat de wereld gered moet worden, en vervolgens dat Bregman en de zijnen dat klusje moeten klaren. Zo zou de ‘klimaatcrisis’ de aarde in gevaar brengen, en is het aan deze mensen om deze rampspoed af te wenden. Iedereen die werkelijk iets weet over de krachten die de aarde sturen en beïnvloeden — zoals ijstijden, vulkaanuitbarstingen, meteorietinslagen, aardbevingen, de effecten van de precessiecyclus en de invloed van de zon — begrijpt hoe nietig de mens is en hoe beperkt diens invloed op de aarde werkelijk is. Het idee dat het voortbestaan van de aarde — die het immers al miljarden jaren, met ups en downs, prima zonder Bregman heeft gered — nu zou afhangen van zijn inspanningen: mensen zijn voor minder van hybris beschuldigd.

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals De seksuele revolutie, in onze boekenwinkel.

De seksuele revolutie

Daarnaast schuilt er ook een enorme epistemische hoogmoed in zijn ambitie. Ondanks het feit dat, ironisch genoeg, zijn initiatief juist epistemische nederigheid claimt. Zo vinden we op de website: ‘‘de werkelijkheid’ is ingewikkeld en er is veel wat we niet weten of waar we niet zeker van zijn. We cultiveren een nieuwsgierige en onderzoekende levenshouding, en we schamen ons niet om van mening te veranderen. Sterker nog, we helpen elkaar onze fouten toe te geven. We zijn niet bang om ons te onderscheiden van de massa, zelfs als onze prioriteiten en oplossingen vreemd lijken voor de rest van de samenleving.’ Maar Bregman lijkt zich er niet van bewust dat er al enorme vooronderstellingen schuilgaan in de keuze van de problemen die hij adresseert. Wie bepaalt bijvoorbeeld dat de opwarming van de aarde werkelijk een groot gevaar is dat de wereld bedreigt? Immers, is er geen grotere vijand voor het leven dan ijs en kou. En zelfs als dat zo is, wie zegt dat deze klimaatverandering door de mens wordt veroorzaakt? Geologen kunnen ons immers vertellen dat een belangrijke reden voor de temperatuurstijging sinds 1850 is dat de kleine ijstijd rond het midden van de 19e eeuw eindigde – wat bovendien aantoont dat temperatuurfluctuaties een natuurlijk verschijnsel zijn. En stel dat deze aanname juist is, wegen de voordelen van een hogere CO2-concentratie dan niet op tegen de nadelen? CO2 heeft immers een aantoonbaar positieve invloed op de groei van planten en bomen. En mochten antwoorden op deze vragen toch in de richting van Bregman wijzen, wie zegt dan dat een eiwittransitie het juiste antwoord is? Leidt zo’n transitie niet tot andere, niet-voorziene problemen? Zou, bijvoorbeeld, het massaal inzetten op kernenergie niet veel effectiever en duurzamer zijn? Met andere woorden, het nog is behoorlijk problematisch om vast te stellen wat ‘goed’ überhaupt betekent. Gezien de stelligheid waarmee Bregman problemen en oplossingen presenteert, rijst de vraag of hij epistemisch nederig genoeg is om dit te erkennen en, indien nodig, zijn koers bij te stellen.1

Zijn initiatief kenmerkt zich tenslotte door morele hoogmoed. Bregman wil goed doen, de aarde en zijn medemens verder helpen; werken aan ‘de beste oplossingen voor de grootste wereldproblemen’ (wat, arrogant genoeg, impliceert dat anderen dat blijkbaar niet willen). Gelukkig is ethisch handelen voor Bregman niet zo zwaar en ondankbaar als voor, om maar iemand te noemen, zuster Immaculata uit Reves gedicht ‘Roeping’, die vier en dertig jaar verlamde oude mensen waste, in bed verschoonde, en eten voerde, en desondanks haar naam nooit vermeld zag.2 Bregmans activiteiten brengen immers niet alleen de aarde, maar ook hemzelf en zijn mede-idealisten aardig wat wereldse voordelen. Veel aandacht (en daardoor goed verkopende boeken), zijn smoel regelmatig op de tee vee, ontelbare likes op social media, en daarnaast gezien worden als de redder der mensheid. Hoeveel mensen zouden niet met Rutger willen ruilen? Het is daarom niet onredelijk om je af te vragen hoe Bregman zo zeker weet dat er geen andere, minder zuivere motieven een rol spelen in zijn handelen. Immers, zoals Schopenhauer al schreef: wij vergissen ons soms net zozeer in de ware motieven van ons eigen handelen als in die van anderen’.3 Juist activiteiten die ons zelf dergelijke persoonlijke voordelen opleveren dienen daarom met scepsis beschouwd te worden. Maar dit geldt blijkbaar niet voor Bregman.

Bregmans morele ambitie en idealisme worden gekenmerkt door een overschatting van zijn rol in de wereld, een simplistische benadering van het concept ‘goed doen’, en het negeren en onderschatten van andersoortige motivaties bij zichzelf en anderen. Of dit nu getuigt van een ontzaglijke naïviteit of een klassiek geval van hybris laat ik verder over aan psychologen.


  1. Bij velen zal twijfel zijn gerezen over Bregmans moreel-analyserend vermorgen toen hij verleden jaar in een uitzending van Buitenhof suggereerde dat de elite beter wapens voor Oekraïne kon kopen dan kunst. ↩︎

  2. Wir sind über die wahren Motive unsers eigenen Thuns bisweilen eben so sehr im Irrthum, wie über die des Fremden. Arthur Schopenhauer, Über die Grundlage der Moral (1839), III. Teil, K. III: Antimoralische Triebfedern. ↩︎

  3. Roeping

    Zuster Immaculata die al vier en dertig jaar
    verlamde oude mensen wast, in bed verschoont,
    en eten voert,
    zal nooit haar naam vermeld zien.
    Maar elke ongewassen aap die met een bord: dat hij
    vóór dit, of tegen dat is, het verkeer verspert,
    ziet ’s avonds reeds zijn smoel op de tee vee.
    Toch goed dat er een God is. ↩︎