Een crisis van grootsheid
Tegen groei om de groei
CultuurRechts wordt in politieke zin vaak op een lijn gesteld met kapitalisme, grote multinationals, een sterke groeiend BNP en de uitbreiding van macht, al zal de gemiddelde lezer van Reactionair.nl zich inmiddels wel ontdaan hebben van deze gedachte. Met het vergeten van de grote zaken zoals God, monarchie, volk en/of andere overkoepelende ideen en instituten die groter waren dan het individu hebben we de ineenstorting van de samenleving in gang gezet. Doordat we ons zijn gaan richten op het individu zijn we te klein gaan denken en zijn we vervallen tot een schim van de grootse natie die we ooit waren. We zouden de grote zaken dus weer moeten omarmen, opdat wij als mensheid weer verder kunnen groeien en onszelf kunnen ontstijgen.
Maar wat als het juist dit groots denken is dat aan de grondslag ligt van het verval van de samenleving? Het is precies deze gedachte welke Paul Kingsnorth in zijn artikel A Crisis of Bigness verwoordt en welke mij als lezer anders heeft laten denken over het belang en het gevaar van grootsheid. Waar de eerdergenoemde zaken zoals God en volk uitermate belangrijk zijn, betekent dit niet dat de mens in alle facetten grootsheid en groei hoeft na te streven. De hang naar grootsheid kan gauw grotesk worden, zoals Kingsnorth haarfijn beargumenteert in zijn artikel.
Het artikel, oorspronkelijk geschreven voor The Guardian in 2011 is vandaag de dag nog immer relevant en geeft een andere kijk op grootsheid. Een van de belangrijkste eye-openers die ik uit dit artikel heb gehaald is dat de drang naar constante groei en grootsheid juist kan voortkomen uit een doorgeslagen vorm van individualisme. De veranderende zienswijze met betrekking tot groei en grootsheid die dit artikel mij heeft gebracht wil ik graag met jullie delen door middel van een vertaling van het artikel van mijn hand. Waar ik heb getracht dicht bij de strekking van Kingsnorth zijn woorden te blijven, moet de kanttekening ook gemaakt worden dat deze vertaling slechts mijn interpretatie van zijn woorden is. Degene die het originele artikel willen lezen, kunnen dit doen op de website van Paul Kingsnorth.1
Leven ten tijde van het verval van een maatschappij is een opmerkelijke ervaring. Wellicht is het meest verbazingwekkende nog wel dat er niemand is die daadwerkelijk wil toegeven dat we te maken hebben met verval. De resultaten van een halve eeuw aan groei gestimuleerd door schulden spreken inmiddels voor zichzelf. Maar zelfs te midden van ineenstortende economien en uiteengescheurde samenlevingen blijven onze gekozen leiders koers houden. Niemand wil de eerste zijn om toe te geven dat het schip onvermijdelijk zinkende is.
Het moeten aanhoren van een politiek leider heden ten dage is te vergelijken met het luisteren naar de preek van een priester die reeds lange tijd zijn geloof is verloren maar dit wanhopig blijft ontkennen, zelfs tegenover zichzelf. Zie hoe figuren als Nick Clegg, David Cameron en Ed Miliband cliché na cliché eruit blijven gooien richting partijgetrouwen. Hoor hoe een Angela Merkel, een Nicolas Sarkozy of een George Papandreou blijven pretenderen dat alles binnen de eurozone goed en wel is en zal blijven. Bestudeer de gezichtsuitdrukkingen van Barack Obama of Ben Bernanke wanneer zij praten over groei, alsof het een afgod is die men enkel tevreden kan houden door nog meer geld in zijn allesverslindende bek te werpen.
De Reactionair
Boekenwinkel
Ondek onze grote collectie boeken, zoals De seksuele revolutie, in onze boekenwinkel.
Maar in tijden zoals de onze zullen de meeste mensen opzoek gaan naar andere antwoorden. Tijden van verval zijn ook tijden van herorintatie, waarbij gedachtegoed dat ooit als extreem werd gezien en/of zich aan de rand van het politieke spectrum begaf, een centralere rol zal innemen. Wanneer de zaken ineenstorten, is de appetijt voor nieuwe, andere manieren enorm en er zijn genoeg personen die deze honger maar wat graag willen stillen met hun grote ideen waar zij nu meer ruimte voor zien.
Maar wat nou als deze grote ideen onderdeel zijn van het probleem. Sterker nog, wat als grootsheid het probleem is?
De crisis die zich vandaag de dag op wereldwijde schaal afspeelt is er een van groei. Niet, van te weinig groei, zoals ons vaak wordt verteld, maar juist van te veel groei. Banken groeiden met zo een vaart dat wanneer zij om zouden vallen zij de gehele wereldeconomie met zich mee zouden sleuren. De miljarden aan publiek geld die werden gebruikt om banken financile injecties toe te dienen ter vermijding van dit doemscenario resulteerden op hun beurt in een rits aan sociale crises in westerse landen. De Europese Unie is zelfs zo onverantwoordelijk hard gegroeid dat zij dreigt te imploderen. Corporaties zijn inmiddels zo groot dat zij democratien ondermijnen en bouwen aan een wereldwijde plutocratie die enkel hun belangen dient. De gehele economie is dusdanig groot geworden dat het heeft geleid tot een verandering van ons klimaat en massa-extinctie nu als het zwaard van Damokles boven onze hoofden hangt.
“Wanneer er wat mis is, betekent dit dat er iets te groot is.”
Een persoon die zich niet zou hebben verbaasd over deze crisis van grootsheid, mocht hij in leven zijn geweest om de hedendaagse situatie te aanschouwen, is Leopold Kohr. Kohr is misschien wel de belangrijkste politiek denker die je niet kent. In tegenstelling tot Marx is hij niet de inspirator van wereldwijde revoluties. In tegenstelling tot Hayek heeft hij niet onze moderne economische theorien vormgegeven. Kohr was een gematigd en bescheiden man maar dit is niet de reden dat zijn ideen zijn genegeerd nadat zij een halve eeuw geleden gestalte kregen. Nee, zijn theorien zijn genegeerd omdat zij niet aansloten bij de honger naar macht en groei die zowel de plutocraten als de revolutionairen kenmerkte. Sterker nog, Kohrs boodschap is een directe uitdaging van deze groepen. Wanneer er wat mis is, betekent dit dat er iets te groot is, zo besloot hij.
Kohr werd in 1909 geboren te Oberndorf, een klein plaatsje in het hedendaagse Oostenrijk. Het opgroeien in dit kleine dorp, gecombineerd met zijn studie Economie en Politicologie aan de London School of Economics, zijn ervaringen als oorlogsverslaggever van de gebeurtenissen binnen anarchistische stadsstaatjes ten tijde van de Spaanse burgeroorlog en het feit dat hij gedwongen was Oostenrijk te ontvluchten na de invasie van de nazis droegen bij aan zijn wantrouwen richting macht en het misbruik hiervan.
Nadat hij neerstreek in de Verenigde Staten schreef Kohr het boek dat zijn gedachtegoed zou definiren. In The Breakdown of Nations, gepubliceerd in 1957, zette hij zijn argument uiteen dat kleinere naties en kleinere economien vrediger, welvarender en creatiever zijn dan grote machten of superstaten. Dit destijds radicale argument kon niet op een minder populair moment gemaakt worden. In het midden van het ruimtevaarttijdperk, waarin de meeste politici en denkers een ongebreideld vertrouwen hadden in de progressie van technologie en haar mogelijkheden om de mensheid te verheffen naar nieuwe hoogtes en waarbij er serieuze plannen waren voor het creren van een wereldregering, was Kohr overduidelijk een buitenstaander. Hij zou later droogjes reageren dat zijn critici zijn ideen negeerden door hem af te schilderen als een dichter.
“Het probleem is niet dat wat te groot is, maar grootsheid zelf.”
Kohr beweerde dat maatschappelijke problemen niet ontstonden door specifieke vormen van sociale of economische organisatie maar door hun grootte. Systemen als het socialisme, anarchisme, kapitalisme, democratie en monarchie zouden allemaal kunnen functioneren op wat hij de menselijke schaal noemde. Oftewel op een schaal waarbij het voor mensen mogelijk was om deel uit te maken van en mee te doen met het systeem dat hun leven regeerde. Maar wanneer deze systemen werden opgeschaald naar de grootte van de moderne natiestaat werden zij allen onderdrukkend. Het veranderen van het systeem, of de ideologie waaruit zij ontstond, zou deze onderdrukking niet tegengaan - zoals zovele revoluties hebben bewezen want, het probleem is niet dat wat te groot is, maar grootsheid zelf.
Afleidend uit de geschiedenis demonstreerde Kohr dat wanneer mensen te veel macht hebben, onder welk systeem dan ook, zij dit zullen misbruiken. De kunst was dan ook het beperken van de macht die een enkel individu, organisatie of overheid zou kunnen bezitten. De oplossing voor de problemen in de wereld was niet meer eenheid maar meer verdeling. De wereld zou moeten opgebroken worden in kleine staten, relatief gelijk in grootte en macht, welke elkaar in evenwicht zouden kunnen houden en op deze manier groei zouden kunnen limiteren.
Kleine staten en economieën bezaten veel meer flexibiliteit en waren beter bestand tegen economische onrust, hadden minder mogelijkheden om grote oorlogen te starten en bezaten een grotere verantwoordelijkheid tegenover hun bevolking. Daarnaast waren zij ook creatiever. In een vluchtige beschrijving van middeleeuws en vroeg-modern Europa beargumenteert The Breakdown of Nations op een overtuigende manier dat vele van de historische hoogtepunten uit de Westerse cultuur van kathedralen tot aan kunst en wetenschappelijke ontdekkingen het product waren van soortgelijke kleine staten.
Om de voorspellende kracht van Kohrs visie beter te begrijpen kan men The Breakdown of Nations het beste zelf lezen. Delen van het boek zullen bij velen herkenning oproepen. Grootsheid, zo voorspelde Kohr, kan enkel tot nog meer grootsheid leiden omdat al datgene wat bepaalde grenzen ontgroeit, te maken zal krijgen met het probleem van onhandelbare proporties. Wanneer deze grenzen worden ontgroeid kan men enkel nog meer macht verzamelen om ervoor te zorgen dat de eerder verkregen macht weer handelbaar wordt. Groei zal verworden tot een kanker die niet meer te remmen valt, totdat er slechts n mogelijk eindstation is: totale ineenstorting.
In onze huidige tijd zijn we aangekomen bij dit eindstation waar Kohr meer dan een halve eeuw geleden zo stellig voor waarschuwde: in plaats dat groei het leven dient, dient het leven nu de ongebreidelde groei en perverteert het zo het doel van het bestaan. Als mensheid staan we midden in Kohrs crisis van grootsheid en, zoals voorspeld, proberen we het nog steeds alsmaar te bestrijden met meer van hetzelfde: begrotingsunies, nog meer economische groei, nog strengere overheidscontrole. Het lijkt erop dat grootsheid haar aantrekkingskracht nog niet heeft verloren op hen die de niet te benijden taak hebben om het systeem van ongebreidelde groei in gang te houden.
Dit zou niet als een verassing moeten komen. Net zoals dat het Kohr niet verraste omdat hij, in tegenstelling tot zijn utopische criticasters, nooit een behoefte voor radicale verandering heeft uitgesproken met de verwachting dat deze ook daadwerkelijk zou plaatsvinden. In plaats daarvan is zijn verrassend eerlijke conclusie dat, zoals een uitdovende ster, het systeem uiteindelijk zou imploderen en daarmee de gehele cyclus van groei opnieuw zal beginnen. Maar voordat dit zou gebeuren zou de wereld tussen de intellectuele ijstijden van supermachten nog eenmaal een beetje vrijer worden.
Paul Kingsnorth, A Crisis of Bigness. ↩︎
arthur aalbers