Een hermeneutische blik op de term reactionair
Het belang van betekenis van termen en wat het ons kan leren over een reactionaire toekomst
CultuurIn de loop van de 19e eeuw ontstonden er vanuit de reactionaire traditie twee Christelijke politieke stromingen in Nederland. Slechts één daarvan zou het Christelijk-historische geluid in de politiek van Nederland gaan domineren. Wat kunnen we leren van die tijd en welke valkuilen moet de reactionair van vandaag vermijden? Maar eerst; wat betekent reactionair eigenlijk?
Wellicht is het u al opgevallen, maar de betekenis van reactionair is onderhand vrij ambigu geworden. Net als de op Reactionair.nl onlangs aangehaalde Erik M.R von Kuehnelt-Leddihn denk ik dat harde definities en correcte terminologie zeer belangrijk zijn.1 Leddihn was een man met op het oog vele ideologische contradicties. Met strikte semantische regels kun je controle krijgen over betekenis (en contradicties vermijden). Maar ook juist nieuwe context en betekenis geven.
Een term krijgt pas betekenis bij het gebruik - tot die tijd kan het van alles betekenen, gebruik geeft betekenis door context.2 Leddihn gebruikte holisme door via samenstellingen van termen zijn ideologie te beschrijven. Als we een prefix gebruiken kunnen we eenzelfde effect bereiken als een verzameling termen. Denk bijvoorbeeld aan ‘taalnazi’. De betekenis van ‘nazi’ is met het prefix ‘taal’ totaal anders dan bv bij het prefix ‘neo’ (nazi). Zo raken (kern)termen besmet met oneigenlijke betekenissen. Het kernwoord komt in een nieuwe context (net als het prefix overigens maar dat heeft doorgaans minder effect). Passen we strenge categorisering en terminologie echter toe op het verleden (zoals Leddihn ook deed), als historiografische reflectie, mogen we verwachten eerlijk te zijn en onszelf niet toestaan te verzanden in selectief revisionisme. Dus, een lid van de NSDAP noemde je een nazi, om het eerdere voorbeeld te blijven volgen.
Dat mensen de betekenis van reactionair vandaag de dag niet waarderen zien we terug in het feit dat het woord vaak verkeerd gebruikt wordt. Zo zie ik bijvoorbeeld steeds vaker dat mensen ‘reactionair’ gebruiken waar ze ‘reactief’ bedoelen. Of dat ze reactionair als een mooi woord voor achterlijk gebruiken (als scheldwoord dus).
Er zijn twee betekenissen geassocieerd met ‘reactionair’ in de politieke filosofie. De historische; waar het reactionaire individu strikt genomen het objectief heeft terug te keren naar de status quo ante - terug naar de politieke realiteit van voor de Franse revolutie. Terwijl de tweede betekenis een culturele is; zeer conservatief individu, verlangend naar “de wereld van de Traditie”,3 zonder een specifiek ijkpunt in het verleden. Het probleem met deze twee betekenissen is dat cultuur passief en omschrijvend is - terwijl actief terug willen naar een status quo ante een doel is of voorschrijvend. Zo krijgen we dus de cultuur-reactionair en de historische of traditionele-reactionair. Waarom deze distinctie zo belangrijk is zal ik verderop in het artikel verder uitwerken, maar eerst wat geschiedenis.
Willem Bilderdijk was een van de bekendste voorstanders van de reactie in Nederland en zou later als contra-revolutionair omschreven worden. Hij gaf les aan o.a. Da Costa en Groen van Prinsterer (Groen) die later belangrijke figuren werden in de anti-revolutionaire politiek en het Réveil. Het verschil tussen Bilderdijk zijn contra- en Groen zijn antirevolutionaire denken is wezenlijk en belangrijk om bij stil te staan. Taalkundig is het overigens nog niet zo duidelijk wat de verschillen waren tussen anti- en contra- revolutionair:
“Hieruit blijkt het alvermogen van de usantie: Verba valent usu. De woorden krijgen hun betekenis door het gebruik. Anders zou er tussen anti- en contra-revolutionair hoegenaamd geen verschil zijn.”4
Met terugwerkende kracht kunnen we zeggen dat de contra’s strikt reactionair waren terwijl de anti’s vooral cultureel conservatief waren. De anti’s verzette zich tegen de beginselen van de Franse revolutie, terwijl de contra’s de nieuwe status quo niet accepteerden en terug wilden naar een theocratische staat met een Koning als autocraat. De anti’s (en conservatieven)5 legden zich neer bij de soevereiniteit van het volk terwijl de reactionaire contra’s deze dus verworpen. Dit weerhield de liberalen er overigens niet van antirevolutionairen te omschrijven als reactionair. Alhoewel Bilderdijk dus grote invloed had op het Réveil, waren de kopstukken van het Réveil uiteindelijk echter geen voorstander van een absolute monarchie.
Maar hoewel hij [Groen van Prinsterer] met blijdschap erkende grote verplichtingen aan Bilderdijk te hebben en het zich een eer achtte de smaadheid, die op de “Bilderdijksche school” rustte, mee te ondergaan, werd hij niettemin door Bilderdijks contrarevolutionaire felheid, naar eigen zeggen, niet meegesleept en diens “exclusief-monarchale gevoelens” werden door Groen niet gedeeld. Groen had hiervoor zijn bijzondere reden: autocratische willekeur van een vorst als de “overmagt van het gepeupel”.6
De anti’s, conservatieven en liberalen en later Katholieken zouden het vers aangelegde politieke landschap van na 1848 bepalen, terwijl de contra’s geen enkele politieke invloed hadden. De orthodoxe Hervormde Christenen hadden uiteraard bezwaar. Zij zagen hun macht verdwijnen terwijl liberale beginselen juist steeds meer de ruimte kregen. De belangrijke Theoloog Kohlbrugge zijn volgelingen, in het bijzonder de leek Bernhardi, waren de bekendste voorbeelden van de reactie in vroeg ‘christelijk-historisch’ Nederland.7 In Katholieke hoek werd later een kortdurige alliantie aangegaan met de liberalen, wat te verwachten was gezien de sterk anti-Roomse sentimenten binnen de contra- en antirevolutionaire stromingen. Zowel Hervormde als Roomse reactionairen hebben pogingen ondernomen om een reactionair geluid aan de man te brengen, de tijdsgeest was echter tegen ze. De gemiddeld conservatieve Nederlander was content met de cultureel conservatieve vertegenwoordiging en al lang blij dat de Franse overheersing over was. Een opvolging van gebeurtenissen gooide nog meer roet in het eten waardoor in tegenstelling tot bijvoorbeeld Frankrijk en Duitsland er nooit een serieuze oproep tot contrarevolutie is gekomen. Zo was Koning Willem II nog voor er echte rellen uitbraken in Nederland “in 24 uur van conservatief tot liberaal [..] bekeerd”.8 Ondanks de afwezigheid van echte reactionairen in de politiek in Nederland was het begrip reactionair dus al besmet met een negatieve connotatie. Zo las een kop in “de Tijd” in 1909:
Wat beteekent reactionair?
Eene niet onaardige omschrijving van het begrip “reactionair” werd dezer dagen gegeven door den Amsterdamschen correspondent van de .N. R. C. Hij schrijft: “Die qualificeering ligt nu eenmaal in sommiger mond bestorven en wordt toegepast op elke denkwijze, die niet meetolt met elken wind van nieuwe leering. Ik zeg meetolt, omdat die wind van nieuwe leering dikwerf gewoonweg een dwarrelwind is, die wel veel stof opjaagt, maar de lucht niet zuivert en het uitzicht niet verheldert.”
De scheldnaam „reactionair" komt nog eens in eere.9
De connotatie van scheldwoord is het helaas nooit kwijt geraakt. In 2021, meer dan honderd jaar later deed Brent Hadderingh in Elsevier een poging reactionair “in eere” te doen komen.10 Een conservatief moet reactionair zijn, zo luidde zijn betoog, omdat er niks meer te conserveren valt. Aan het einde van het artikel vraagt Hadderingh zich af of “zijn” conservatisme wellicht gekaapt is door gematigde conservatievelingen, die uiteindelijk altijd meebuigen met de liberalen. Hij sluit zijn ingezonden stuk af met de notie: “Wellicht doet een geuzennaam als reactionair dan meer recht aan mijn standpunt”. Niet alleen de betekenis van het (scheld)woord was niet veranderd maar zelfs de machinaties van de cuckservatives zijn nog hetzelfde.11 Of het nu antirevolutionairen met goede bedoelingen waren of nu Mark Rutte met valse beloftes, in meer dan 100 jaar is er bar weinig veranderd.
Reactionair als geuzennaam (de cultuur reactionair)
Een geuzennaam wordt je gegeven door je tegenstander. Een tegenstander impliceert een strijd. Maar welke strijd woedt er momenteel in Nederland? Geen de Parma’s om je tegen af te zetten. Nee, vraag het vandaag aan een zelf omschreven reactionair in Nederland en ze zullen zeggen; we ageren tegen journalisten en “de elite” omdat zij de Traditie en de instituties uithollen. Het kan verkeren, van voorvechters van het feodale stelsel naar ageren tegen de elite.
Maar hoe wenselijk is het om een geuzennaam te accepteren die net zoveel te maken heeft met je politieke ideologie als Geuz (gueux, zwerver) te maken had met de lage edelen van de Nederlanden tijdens de 80 jarige oorlog? Voor de lage edelen was het duidelijk, zij hadden belangen die niet behartigd werden door de Spaanse overheerser. De term had als boodschap een ludieke functie. Dit is bij reactionair niet het geval. Een beetje ageren tegen “de elite” doet niet zoveel. De ‘reactie’ moet toch gericht zijn op het herstellen van een vergane status quo (die van voor de verlichting)? En dat voelt toch wat potsierlijk aan in de 21e eeuw. Gaan ze Koning Willy op het schild hijsen en benoemen tot autocraat? Nee, dat lijkt me toch niet.
De Reactionair
Boekenwinkel
Ondek onze grote collectie boeken, zoals De seksuele revolutie, in onze boekenwinkel.
Is het te ‘autistisch’ om je druk te maken om originele betekenissen van termen? Wat maakt het uit dat termen een andere betekenis krijgen door de jaren heen? Als we kijken naar de redenen van het foutief gebruik van de term is mijn mening: ja, het maakt uit wat de originele betekenis is. Door het accepteren van een geuzennaam, accepteer je in dit geval niet een term die niet klopt als ludieke actie. Maar een term die niet klopt én je wegzet als achterlijk en eigenlijk ook nog gevaarlijk want “antidemocratisch”.11 De lage adel had een onderhandelingspositie. De reactionair van vandaag niet.
Maar wellicht is het belangrijkste aspect: de reactionair moet zijn naam eer aan doen. Zodat als men reactionair zegt, zij bedoelen een echte breuk met democratie. Een breuk met het nationalisme. Een reactionair wil een contra-revolutie. Precies waar Groen tegen ageerde als hij het verschil tussen contra en antirevolutionair uiteenzette. Daarom is de distinctie tussen anti en contra ook zo belangrijk - ook al lijkt het een nuance. En zo komen we bij de reactionaire toekomst.
De Neo-Reactie
Reactionaire denkers waren reactionair omdat ze in een bepaald tijdsgewricht leefden waarin het ene systeem werd omgewisseld voor een ander. Wellicht de bekendste reactionaire filosoof, de Maistre, sprak over de situatie die voor zijn tijd relevant was. Hoe relevant is zijn situatie momenteel echter, gezien de infrastructuur van het systeem waar de Maistre naar terug verlangde al lang niet meer bestaat?
Die vraag werd onder andere beantwoord door nieuwe reactionaire denkers in de Anglo-sphere. Aan het begin van deze eeuw begon Mencius Moldbug, iets later Nick Land en in hun kielzog vele anderen een futuristische anti-verlichting beweging die nog het meeste weg heeft van het Franse Archeo-Futurisme. Later door anderen de neo-reactie [origineel engels; neo-reactionary] genoemd (ook wel “Dark Enlightenment” door Land, vaak afgekort als “NrX”).
Wat de neo-reactie deelt met de Maistre (en de cultuur-reactionair) is de afkeer voor de verlichting. Nick B. Steves bracht de nieuwe reactionaire beweging in kaart met een trichotomie van; individualisten, tribalisten en moralisten. Een zeer uiteenlopende verzameling aan sub-culturen dus. Onder neo-reactionairen vindt men dan ook post-modernisten, nihilistische futuristen en anti-humanisten. Maar ook zoals zo vaak bij uiteenlopende sub-culturen; veel contradicties.
Velen binnen de neo-reactie zien zichzelf bijvoorbeeld ook als nationalisten. Wat toch wel bijzonder ironisch is voor een reactionair, gezien het feit dat nationalisme inherent een verlichtingsideologie is. De natie (afstamming, groep) is leidend voor de staat, zo argumenteren de tribalisten echter binnen de neo-reactie. De realiteit is echter dat de natie die betekenis simpelweg niet meer heeft, juíst door nationalisme. Nationalisme is namelijk bij uitstek een ideologie van unificatie, iedereen dezelfde taal, dezelfde rechten et cetera. Maar toch is er die notie van de oude betekenis van de natie, het volk. Dat maakt het begrip tot een tegenstrijdige synthese - die disharmonie van het volksnationalisme - een contradictio in terminis. Wat heeft de Friese natie met de Brabanders te maken? Enfin, wat moet je eigenlijk bij zo’n verzameling incoherente rebellen?
Om daar antwoord op te geven moeten we kijken naar wat de reactionairen en neo-reactionairen met elkaar delen. Namelijk het belangrijkste element - het willen verwerpen van de verlichting en dat in een tijd van verandering. Voor neo-reactionairen niet de verandering die de Maistre meemaakte, het einde van de feodale tijd. Maar het einde van de neoliberale tijd. En dat is het grote verschil met de cultuur-reactionair. De cultuur-reactionair is simpelweg een gefrustreerde conservatief die het fundamentele probleem van het conservatisme nog niet erkend.
Geuzen, kaap de Neo-Reactie!
De neo-reactionairen hebben tenminste één ding goed gezien; hun analyse dat het neoliberale systeem (wat ze de kathedraal noemen) kapot is en vervangen moet worden. Bij uitstek een reactionaire notie, ook in de meest strenge zin van de term. Is het dan niet zaak om in ieder geval deze analyse van de Neo-Reactie te omarmen? Ik vind de Neo-Reactie een bijzonder interessante stroming met interessante denkers, die ik helaas niet zal kunnen bespreken in dit korte essay. Zo interessant als ik ze vind, zo hartgrondig ben ik het ook oneens met veel van wat ze schrijven. De grondbeginselen bieden echter een mooie kans voor traditionele en culturele reactionairen om de nostalgie los te laten, om zich te kunnen richten op de toekomst. Om het antwoord op het einde van de neoliberale samenleving vorm te geven. Gebruikmakend van het nieuwe jargon van de neo-reactie.
Dat het lastig is om een coherent antwoord te vinden op de moderniteit en het liberalisme wordt op vele manieren duidelijk. Zo lijkt in Nederland de meest interessante reactionaire beweging die van het eerder genoemde Forum voor Democratie (FVD) te zijn. Net als bij nationalisme lijkt dit op het eerste oog nogal ironisch. Democratie en reactie gaan eigenlijk niet samen. Maar als we kijken naar de inzendingen voor de essaywedstrijd “de clown pill” van het Renaissance Instituut (WI van FVD) zien we een potentiële neo-reactionaire onderstroom binnen de achterban van de partij van Thierry Baudet. De inzendingen getuigen van een afkeer van de verlichting en een omarming van de Traditie. De winnende bijdrage over de liefde (geschreven door “huisfilosoof” van het FVD Sid Lukkassen) laat echter zien dat de huisfilosoof wellicht nog wat meer Bilderdijk moet lezen (Elius bijvoorbeeld).12 Die was minstens zo Romantisch als Sid, was zelfs verslaafd aan de opium, maar de opvattingen over de liefde en seksualiteit van de uit noodzaak getrouwde Bilderdijk zal de gemiddelde reactionair in de FVD achterban meer bekoren.
Waarom cultuur-reactionairen traditionele-reactionairen moeten worden
Alhoewel de neo-reactie dus jargon, energie en kaders biedt aan traditionele en cultuur-reactionairen is het niet een stroming waar zij zich inherent thuis zullen voelen. In het eerdere aangehaalde artikel van Hadderingh lezen we een citaat van Spengler over de Romeinse soldaat die zijn post niet verliet tijdens de uitbarsting van Pompei.10 Niet je post verlaten is zeer reactionair, discipline en hiërarchie respecteren is belangrijk voor de reactionair. Ernst Jünger biedt ons echter een andere blik in Der Waldgang. Geen antirevolutionair, geen cultuur-reactionair. Een traditionele-reactionair accepteert de huidige status quo niet. Je hoort helemaal niet op die post te staan!
In Der Waldgang schetst Jünger hoe een individu binnen een totalitair systeem beter niet mee kan doen aan het oneerlijke spelletje van elites. Jünger beschrijft overigens niet een reactionair maar introduceert het concept van de “anarch”. Ik neem aan dat Engels voor de meeste een makkelijkere taal is om te lezen dan het Duits, vandaar deze quote uit de vertaling: The Forest Passage:
The voter finds himself faced with a real dilemma, since he is invited to make a free decision by a power that for its part has no intention of playing by the rules. This same power demands his allegiance, while it survives on breaches of allegiance. He is essentially depositing his honest capital in a crooked bank. Who can then reproach him if he plays along with the questionnaire and keeps his nay to himself? This is his right, not only for reasons of selfpreservation, but also because such conduct can reveal a contempt for the ruling powers that is even superior to a nay. This is not to say that our man’s nay must be lost to the external world. On the contrary — it must only not appear at the location that the ruling powers have picked out for it. There are other places where it can makes things significantly more uncomfortable for these powers — on the white border of an electoral poster, for instance, on a public telephone book, or on the side of a bridge that thousands cross every day. A few words there, such as “I said no,’ would be far more effective.
Als we eerlijk zijn over de term reactionair wordt veel duidelijk over de machinaties van het systeem waar we ons in bevinden. De reactie hierop moet rebels zijn, antithetisch op wat we normaliter associëren met conservatisme of cultuur-reactionairen. De reactionair van vandaag moet een Waldgänger worden. Een anarch, een rebel. En wel op manieren waar de heersende elite geen macht over hebben. Want stel je voor dat we antidemocratisch zouden worden!13
Sanura, Het Erik Enigma. ↩︎
Gebruikstheorie zoals uiteengezet in “Philosophische Untersuchungen” door Wittgenstein “de betekenis van een woord is het gebruik ervan in de taal”. ↩︎
Verwijzend naar Julius Evola’s concept van de Traditie zoals uiteengezet in Revolt against the Modern World. ↩︎
G. Groen van Prinsterer, Nederlandsche Gedachten, deel V. ↩︎
Conservatief werd in de 19e eeuw gebruikt voor aanhangers van een politieke stroming, die zich keerde tegen een te grote volksinvloed op het bestuur. Nu wordt de aanduiding als verzamelnaam gebruikt voor politici die behoudend zijn. Er heeft in de 19e eeuw geen landelijke conservatieve partij bestaan. De conservatieven waren alleen plaatselijk georganiseerd. Parlement.com. ↩︎
W. van der Zwaag, Reformatorisch Dagblad, 19-10-1984. ↩︎
Tegenover de ideeën van de Revolutie werd de bijbel en de door God geleide geschiedenis gesteld, hiervoor werd ook de term christelijk-historisch gebruikt. Parlement.com. ↩︎
W.R. Hugenholz, Revolutie was in 1848 niet enige zorg Willem II. ↩︎
De Tijd - Godsdienstig-staatkundig dagblad, 16-12-1909. ↩︎
Brent Hadderingh, "Een echte conservatief is misschien wel reactionair". ↩︎ ↩︎
Cuckservatives zijn “gatekeepers” voor de elites. Term origineel gemunt door Voxday en John Red Eagle in “Cuckservative: How “Conservatives” Betrayed America”, Castalia House 2015. ↩︎ ↩︎
Sid Lukkassen, Moeten politieke partijen opvattingen uitdragen over seks?. ↩︎
Rijksoverheid, Direct verbod op antidemocratische clubs mogelijk. ↩︎
robert lemm