Een historische kans, maar waarop?
7 minuten leestijd

Vrederijk

Een historische kans, maar waarop?

Over strategisch stemmen en de eenheid op rechts

Een historische kans, maar waarop?
7 minuten leestijd
Dit artikel maakt deel uit van een tweeluik aan opinie stukken, lees de andere visie hier: Alle Nationale Krachten achter de PVV.

Sinds de laatste peiling van Maurice de Hond is het een veelgehoorde opvatting in ‘rechtse’ kringen dat “alle nationale krachten achter de PVV” moeten.1 Deze opvatting wordt soms van een dringend stemadvies voorzien, zoals door Van Stormberg in zijn stuk Alle Nationale Krachten achter de PVV.2 Anderen gaan verder en noemen een stem op de PVV een plicht, of een stem op een andere rechtse partij zelfs “verraad”; hier lijken de kampen grote overlap te vertonen met die van de cultuurstrijd op rechts.3 In de volgende paragrafen wil ik op de beschouwing en het stemadvies van Van Stormberg ingaan, alsook op de sentimenten van verraad. Maar eerst wil ik gezegd hebben dat ik van mening ben dat deze verkiezingen het niet waard zijn om elkaar onder de gordel te bekampen. We willen op belangrijke thema’s immers dezelfde dingen, en zullen in de toekomst gezamenlijk —in allianties— moeten optreden als we sterk willen staan. Laten we dus geen dingen zeggen waar we spijt van krijgen. Mijn reactie op Van Stormberg en de boze sentimenten die in aanloop van de verkiezingen leven, behandel ik aan de hand van de volgende vragen: Ten eerste de vraag of 22 november wel “het moment” is: wat zou de PVV als winnaar kunnen veranderen? Vervolgens wil ik de vraag stellen of een stem op de PVV wel zo strategisch is. En dan tenslotte: is niet-strategisch stemmen inderdaad verraad?

Hét moment

Sinds de Brexit-stem in 2016 verkeert de rechtse gemeenschap bij tijd en wijle enige tijd in grote extase vanwege de mogelijke verkiezing van een nieuwe rechtse verlosser. Trump, Johnson, Meloni: meer dan eens werd de rechtse kiezer teleurgesteld door zo’n rechtse politicus. Natuurlijk is dat op zich geen reden om te zwartpillen, maar deze verkiezingen, en de PVV in het bijzonder, geven meerdere aanleidingen om niet al te hoopvol te zijn. Ten eerste wordt Nederland —anders dan bijvoorbeeld de VS— bestuurd door een coalitie van een uitdijend aantal partijen. Als Trump en Johnson in hun de facto twee-partijen stelsels al zo weinig voor elkaar hebben gekregen, hoe groot zou de extase voor de PVV na 22 november dan mogen zijn? In de VS bleek “the swamp” te taai: Trump werd letterlijk monddood gemaakt door een alliantie van ambtenaren en techbedrijven. In Nederland zal de situatie niet veel beter zijn: het is bekend dat ambtenaren, journalisten en academici in overweldigende mate progressief-liberaal stemmen, en dat zij op weinig volk met meer dedain neerkijken dan op de PVV-stemmer. Het lijkt mij dus dat een rechtse partij pas echt potten kan breken wanneer deze zowel qua analyse als qua bemensing in staat is boven “het systeem” te gaan staan en zowel het politieke bestel als de ambtelijke en culturele elite in een grotere beweging mee te hervormen. Ik geloof niet dat de PVV daar de partij voor is, en denk dat de PVV daarom snel zal vastlopen in het moeras van bestuurlijk Nederland. Bovendien is het ook maar de vraag wat er overblijft van het PVV-stokpaardje —immigratiebeperking— wanneer Geert Wilders nu al ouvertures naar de VVD maakt door het immigratiestandpunt af te zwakken.4 Wat zullen de immigratiecijfers worden in een coalitie met de VVD, die alle immigratierecords al 13 jaar op rij heeft gebroken, en NSC, dat als openingssalvo een maximum van 50.000 immigranten netto wil? Ik ben niet enthousiast over het vooruitzicht.

Is een stem op PVV wel strategisch?

Een belangrijk argument om ondanks eventuele inhoudelijke bezwaren ditmaal tóch op de PVV te stemmen, is het strategische: als de PVV de grootste wordt, kan de PVV gaan leiden, gaan bepalen. In het licht van de bezwaren hierboven waag ik dat te betwijfelen. Maar áls het nu toch zo zou zijn —een kabinet waarin de PVV daadwerkelijk dingen voor elkaar krijgt— waar mogen we dan op hopen? Immigratiebeperking, daar mogen we dan —binnen de bestaande kaders— op hopen, en wat nog meer? Van Stormberg noemt al enkele inhoudelijke bezwaren tegen de PVV: Overdreven sympathie voor Israël en medisch-ethisch liberalisme. Over het geheel genomen zou men de PVV inderdaad kunnen omschrijven als een (populistisch-)liberale partij, die in diepste wezen liberaal is zonder de allerscherpste randjes, en waarvan de onbetwiste leider meer dan slechts een “overdreven sympathie” voor Israël heeft.5 We krijgen dus in het beste geval een partij aan het roer wiens ideologische oriëntatie slechts een vertraagde voortgang van de liberale progressie inhoudt, wiens geopolitieke opvattingen worden ingegeven door de belangen van Israël en Amerikaanse NeoCons, en wiens metapolitieke bespiegelingen niet verder reiken dan een nostalgie voor de jaren 90.

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals Desengaño, in onze boekenwinkel.

Desengaño

Tot zover de mogelijke ‘voordelen’ van de strategische stem op de PVV. Dan nu de mogelijke nadelen: als “alle nationale krachten achter de PVV” gaan staan, verliezen we o.a. de SGP en FVD uit de Tweede Kamer. Van Stormberg verwacht een koerswijziging in metapolitiek na een overwinning van de PVV, maar het zijn juist de SGP en FVD die een bredere en diepere ideologische grondslag hebben voor hun politieke denken en doen. Hoewel de door Van Stormberg genoemde mogelijke beperking van linkse subsidies na een overwinning van de PVV zeker zeer wenselijk zou zijn, is metapolitiek meer dan dat: het begint bij een besef dat het politieke bedrijf slechts een exponent is van een ideologisch, metafysisch —zo u wilt religieus— wereldbeeld. Het definiëren van zo’n wereldbeeld mist pijnlijk bij de PVV, waar men inderdaad niet verder komt dan een nostalgisch beeld van de jaren 90, en het zijn bij uitstek de expliciet en zelfbewust ideologisch ingestoken partijen op rechts die uit de Kamer zouden verdwijnen wanneer alle rechtse stemmen naar de PVV gaan.

Een tweede risico van een overwinning van de PVV grijpt terug op de eerdergenoemde taaiheid van het bestuurlijke moeras: als er een “hardrechtse” partij aan de macht komt die binnen de kaders van het liberale denken en de bestaande bestuurlijke realiteit blijft, zal die partij waarschijnlijk niet alleen weinig bereiken, maar zal het de progressief-liberale tegenstander juist versterken. We hebben bij Trump en Bolsonaro gezien wat er gebeurt wanneer een verkozen buitenstaander niet kan doorbijten: het gevaar wordt geïsoleerd en herverkiezing wordt onder het mom van never again onmogelijk gemaakt. Als we willen hopen op een radicale koerswijziging onder rechts, moeten we inzetten op een radicale partij. In de betekenis van radicaal als “geworteld” en “totaal-consequent”, geloof ik niet dat de PVV radicaal genoeg is.

Is anders stemmen “verraad”?

Gezien het bovenstaande laat mijn oordeel over deze vraag zich al raden: ik geloof niet dat het verraad is om als rechtse stemmer níét op de PVV (maar op een andere rechtse partij) te stemmen. Maar de eerdergenoemde pragmatische redenen zijn niet de enige daarvoor. Politieke overtuigingen die expliciet berusten op ideologische en religieuze principes zijn mijns inziens op zichzelf al te belangrijk om vanwege pragmatische redenen los te laten. Die principes zullen per persoon verschillen, hoewel er op rechts ook veel overlap zal zijn. Afgezien van het gebrek aan ideologische worteling bij de PVV, spelen er voor mij een aantal van dergelijke principes die vrij direct op mijn religieuze overtuigingen teruggaan, en die dus te belangrijk zijn om te verlaten om praktische redenen, waaronder: zelfbeschikking van ons volk, abortus, het traditionele gezin, de integriteit van het minderjarig menselijk lichaam, vrijheid van godsdienst, onderwijs en opvoeding, soevereiniteit in eigen kring. De PVV scoort voor mij op deze punten te laag in vergelijking met een andere partij —die overigens ook niet perfect is— maar dit zijn voor mij zulke fundamentele en principiële zaken, dat ik niet geneigd ben deze op te geven voor mogelijke, vluchtige, pragmatische voordelen. Voor een ander scoort de PVV wellicht beter dan andere partijen, ook op principiële punten. Die verschillen dienen we te respecteren, ook als dat soms leidt tot een verkiezingsuitslag die niet is wat we zouden willen. Juist alleen door onze onderlinge verschillen te respecteren, kan ‘rechts’ zich op termijn duurzaam —in verscheidenheid— verenigen, en zullen de doelen die wij op rechts allemaal belangrijk vinden kunnen worden behaald.

JA21 stemmen is verraad. Zelfde liberale ideologie, maar haalt alleen stemmen weg bij PVV.