Een lesje grammatica, een lesje metafysica
5 minuten leestijd

De Melancholieke Nar

Een lesje grammatica, een lesje metafysica

Waarom het streven naar objectiviteit een doodlopend pad is, deel 2

Een lesje grammatica, een lesje metafysica
5 minuten leestijd

Dit essay maakt deel uit van de essay-serie ‘Waarom het streven naar objectiviteit een doodlopend pad is’. Zie hier het vorige deel.


Laten we het vorige artikel in één enkele zin recapituleren: waarheid is een verhouding tussen subject en object, waarbij in het westen de nadruk van oudsher op het object wordt gelegd en in het oosten op het subject. Maar wat behelst deze hele dichotomie tussen subject en object? Wat is een subject en wat is een object?

De grammatica van het bestaan

In de grammatica zijn dit de Latijnse woorden voor respectievelijk onderwerp en (lijdend) voorwerp. Even terug naar de middelbare school: ik zie een olifant. Ik (onderwerp) zie (persoonsvorm) een olifant (lijdend voorwerp). Dit schema vertaalt zich heel soepeltjes naar een epistemologische context. Ik (het subject, degene die iets waarneemt, de kenner) zie (de handeling of het ondergaan van het kennen) een olifant (het object of voorwerp van mijn kennen, het waargenomene). Nog eenvoudiger: waarnemer - waarneming - waargenomene. De stilzwijgende aanname hierbij, is dat dit nu eenmaal de grondstructuur is van het universum. Je hebt dingen en je hebt waarnemers en kennelijk kunnen die een miraculeuze alchemische verhouding aangaan die wij kennis noemen.

Wat is het object zonder subject?

Kan een object zonder subject bestaan, met andere woorden, kan een ding bestaan zonder te worden waargenomen? Een zonderling als bisschop Berkeley (we komen later op hem terug) daargelaten, zal bijna iedere westerling intuïtief bevestigend antwoorden op de laatste vraag. Zodra ik de deur van mijn kamer dichttrek, bestaat mijn kamer en alles erin nog steeds - en niet omdat er toevallig een muis in een hoekje alles in stand houdt door het waar te nemen. Maar als wat blijft bijvoorbeeld mijn bureaustoel bestaan? Toch zeker niet als een stoel, dat is immers een menselijke, al te menselijke categorisering van wat in essentie een verzameling atomen is. Zijn die atomen dan de ultieme werkelijkheid?

Uit de kwantummechanica, die de werkelijkheid op subatomair niveau bestudeert, rijst een ander beeld op. Ik zal natuurlijk niet pretenderen dat ik hier echt verstand van heb, zelfs de knapste koppen stommelen hier maar wat rond in het duister, als blinden die een olifant betasten, maar dat de wereld zoals wij die kennen hier volkomen desintegreert, is duidelijk. Elektronen, gluonen, bosonen, fotonen, quarks, up en down en andere bewoners van deze wonderlijke dimensie worden veeleer voorgesteld als ‘posities’ van een ‘golf’. Met dikke aanhalingstekens natuurlijk: het zijn noch posities noch een golf, maar we moeten ons nu eenmaal behelpen met lompe metaforen uit onze macrowereld. Alternatieve theorieën spreken van vibrerende snaartjes, van energievelden of van pure, onversneden wiskunde die op magische wijze tot vlees wordt.1

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals Desengaño, in onze boekenwinkel.

Desengaño

Energie, vibraties, wiskunde: we bevinden ons hier in veel ijlere sferen dan het goede oude atomisme. We kunnen hier niet meer spreken van stof, maar toch kunnen deze processen dienen als object, als voorwerp van bewustzijn. Het mysterie van het bewustzijn blijft dan staan. Het fysicalisme, de vervluchtigde vorm van atomistisch materialisme, kan nog maar één troef spelen, namelijk het bestaan van bewustzijn ontkennen. Dit wordt dan ook letterlijk gedaan door filosofen als Daniel Dennett.2

Berkeley de hindoe

Laten we nog even terugkomen op die gekke Ier bisschop Berkeley. Zijn filosofie kan samengevat worden in de zin esse est percipi, oftewel zijn is waargenomen worden.3 God vervult hierbij de rol van onderhouder en ultieme waarborg van de werkelijkheid door zijn universele perceptie; God ziet en hoort alles. Dat betekent dat een boom die omvalt in het bos zonder dat mens of vogel het hoort niet alleen lucht in beweging brengt, maar ook daadwerkelijk geluid maakt. Nog sterker, zonder Gods waarneming bestond niets. In zekere zin is al het bestaande een gedachte van God.

In het hindoeïsme neemt de drie-eenheid Brahma-Visjnoe-Sjiva een centrale plek in. Deze goden vertegenwoordigen respectievelijk de scheppende God, de onderhoudende God en de vernietigende God. De God van Berkeley is analoog aan de rol van Visjnoe, van wie hindoeïsten geloven dat het heelal niets is dan zijn droom, met andere woorden, al het bestaande, bestaat slechts in zijn bewustzijn. Hij hoeft maar te ontwaken en alles is voorbij.

Maar dat zijn natuurlijk maar achterlijke sprookjes. Wij weten wel beter. Bewustzijn is in het gunstigste geval een afvalproduct van de hersens, een causaal doodlopend straatje, maar waarschijnlijker nog, dixit Dennett, een illusie. Toch?

Wat is het subject zonder object?

Maar als het bewustzijn dan een illusie is, wie ondergaat die illusie dan? Een illusie impliceert een bewustzijn dat voor de gek gehouden wordt. Of mijn waarneming van de werkelijkheid nu klopt of niet, dat ik íéts waarneem, dat ik bewust ben, is juist het meest onmiddellijk en minst betwijfelbare gegeven van ieder subject. Dennetts bewering is een onwaarschijnlijk staaltje blufpoker dat nooit serieus genomen had kunnen worden zonder eeuwen aan materialistische indoctrinatie.

Dat het bewustzijn deel uitmaakt van de werkelijkheid en zich niet onder het tapijt laat vegen, staat vast. Maar gaat de berkeleyaans-hindoeïstische zienswijze dat álles bewustzijn is en materie juist de illusie, niet veel te ver? Wat zou immers een subject zijn zonder object? Wij zijn altijd bewust ván iets - een olifant, een atoom, een geluid, een smaak. Wat blijft er over van bewustzijn als we alle inhoud daarvan wegstrepen? Komen we dan niet uit op pure leegte?

Zoals het atomisme, de ultieme fantasie van het object zonder subject, zijn failliet vindt in de kwantummechanica, zo vernevelt het idealisme, de fantasie van het subject zonder object, in zuivere nietsigheid.

Hoe deze impasse te doorbreken?


Dit essay maakt deel uit van de essay-serie ‘Waarom het streven naar objectiviteit een doodlopend pad is’. Zie hier het volgende deel.


  1. Zie voor een eigentijdse incarnatie van deze in wezen pythagoreïsche Weltanschauung bijvoorbeeld Max Tegmark, Our Mathematical Universe↩︎

  2. Daniel Dennett, The illusion of consciousness↩︎

  3. George Berkeley, A Treatise Concerning the Principles of Human Knowledge↩︎

Waarheid als een spectrum, met aan de ene kant de abstracte waarheid en aan de andere kant absolute waarheid. Abstracte waarheid is een conceptualisatie bestaande uit dualistische onderscheidingen in dimensies van ruimte & tijd. Absolute waarheid overstijgt dualiteit, en valt dus niet te conceptualiseren, en kan alleen worden ervaren.