Een lichaam zonder organen
4 minuten leestijd
Luca de Clippelaar
Luca de Clippelaar

Clippelaars Credo's

Luca de Clippelaar, dichter van de manosfeer, schrijft om de week een column over cultuur en politiek.

Een lichaam zonder organen

Over de verloedering van ons taalgebruik

Cultuur
Een lichaam zonder organen
4 minuten leestijd

Als er iets is dat ons huidige tijdgewricht kenmerkt, dan is het de smakeloosheid van de massa. Ruim honderdvijftig jaar regeert de vormloze, allesverslindende massa over Europa, maar het is een vrij recent gegeven dat deze massa ook nog eens smakeloos is. De bourgeoisie van de 19e eeuw had smaak. In alles probeerden zij de oude adel van Europa na te apen, van het wonen in luxe buitenverblijven, tot het dragen van exotische kleren en het beoefenen van aristocratisch tijdverdrijf, zoals paardrijden en jagen. Je kunt zeggen wat je wil over de totalitaire ideologieën van de 20e eeuw – van het fascisme tot het stalinisme – maar smaak hadden ze wel. En ook na de allesverwoestende Tweede Wereldoorlog kon men nog steeds mooi van lelijk onderscheiden. Kijk maar naar de existentialisten in Parijs. Zwarte kleren dragen en jazz luisteren, terwijl je een sigaretje opsteekt om je verloren liefdes weg te zuchten over de Seine – weet jij zo snel iets mooiers te verzinnen? Tot de jaren zestig van de vorige eeuw had de massa nog enige waardigheid, enige vorm van beschaafdheid en, om maar eens even een woord te gebruiken dat in de verkiezingscampagne van 2025 dood is verkracht door onze christendemocratenbroeders, fatsoen!

En nee, ik heb het hier niet over een vermeende degeneratie van de moraal die het Westen teistert. In ieder tijdsgewricht kan zo’n neergang de kop opsteken. Daar verhef ik mijn stem niet tegen. Ik heb geen behoefte om de dominee uit te hangen – maar wel de verdediger van de goede smaak! Wat mij tergt is het feit dat onze decadentie lelijk is. De sensuele decadentie van honderd, tweehonderd, of tweeduizend jaar geleden was tenminste esthetisch! Picasso had smaak, Oscar Wilde wist wat mooi was, Nero was de grootste kunstenaar die het Romeinse Rijk, en misschien zelfs de hele wereld, ooit heeft gekend.

Wij echter, verstotenen der wereldgeschiedenis, leven in een tijd waar kwantiteit heerst over kwaliteit, waar de goede smaak is verbannen uit de publieke ruimte. Onze elite is canaille. Men hoeft maar één blik op het Nederlandse koningshuis te werpen om dat te begrijpen. Om nog maar te zwijgen over de blaasbalgen en janklaassen die elke dag hun voorgekauwde meningen op tafel spuwen, gelijk vogels hun pasgeboren kuikens voeden. En dat alles in een taaltje waar ik de rillingen van krijg.

Niet alleen zijn we op het gebied van stijl, architectuur, muziek, kunst, romantiek, en gastronomie lelijker geworden, maar ook in ons taalgebruik, of wat daar in Nederland überhaupt nog van over is, zijn we flink achteruit gehold. Dat het Engels het Nederlands gecorrumpeerd en onherstelbaar beschadigd heeft, is een voldongen feit dat we eenmaal onder ogen moeten zien. Waar ik mij echter nog meer aan stoor dan het gebruik van Engels idioom, zijn de zinnetjes waarin het sprekende subject zichzelf opsplitst in mechanische organen of lichaamsstoffen om zo een psychologisch fenomeen te verklaren. Hieronder wat voorbeelden:

“Dit is zo slecht voor mijn dopamineverslaving!”

Je dopamineverslaving? Je bedoelt te zeggen dat je een lui varken bent, dat geen doel heeft in het leven en daarom maar op de bank hangt en eindeloos staart naar een schermpje van 30 bij 10 centimeter.

“Mijn brein doet niet wat ik wil.”

Wat bedoel je met ‘mijn brein’? Net alsof het brein een tweede onafhankelijke actor is in het lichaam buiten het ‘ik’! Snap je überhaupt wat ‘wil’ betekent? Weet je niet hoeveel bladzijden Schopenhauer en Nietzsche aan dat woord hebben gewijd?

“Waar komt toch die behoefte vandaan ieder onderdeel van het menselijk lichaam te vergelijken met een machine?”

“Mijn hersenen zijn anders bedraad.”

‘Bedraad’? Je bedoelt wired? Jij volslagen idioot! Er zitten helemaal geen draden aan de binnenkant van je hersenpan. Je zou axonen van zenuwcellen kunnen vergelijken met de koperdraden in een elektrisch circuit, maar waarom? Wat is daarmee verklaard? Waar komt toch die behoefte vandaan ieder onderdeel van het menselijk lichaam te vergelijken met een machine? Willen we hiermee de mens nog meer ontmenselijken? Heeft Descartes dit veroorzaakt met zijn idiote uitspraak cogito ergo sum? En is de computer het perfecte cartesiaanse spiegelbeeld geworden voor de mens met zijn scheiding in software en hardware, in lichaam en ziel? Waarlijk, de Verlichting en zijn gevolgen zijn een regelrechte ramp geweest voor de mensheid.

Tegen de teloorgang van de publieke ruimte, architectuur, kunst en muziek valt niet zo snel iets te beginnen. Dat kost tijd en moeite. Ons taalgebruik kan echter wel snel verbeterd worden. Begin daarom bij jezelf: lees een boek van een klassieke Nederlandse auteur en probeer die taal na te bootsen, opdat de wereld een stukje mooier wordt. En mocht je betrapt worden op pseudo-psychologische populaire zinconstructies, bestraf jezelf dan tien keer met een geselkat op de rug. Mogen de bloedende striemen een herinnering zijn aan de tijd waarin we vergeten waren dat mensen geen machines zijn, maar levende wezens.