Het morele recht van de kruistochten
5 minuten leestijd
Sanura

Het morele recht van de kruistochten

Ja, dat las je goed...

Het morele recht van de kruistochten
5 minuten leestijd

De kruistochten worden meestal aangehaald om het christendom, en specifiek het katholicisme, aan te vallen. Men doet dan, alsof het een voorbeeld was van christelijk terrorisme, het begin van een reeks conflicten in een tevoren vredig Midden-Oosten, of een christelijke veroveringsstrijd.

Dat is vergelijkbaar met kritiek uiten op de VS en Engeland vanwege het bevrijden van België en Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog; of op landen en huursoldaten die nu op verzoek gewapende steun bieden aan Oekraïne. Het vereist dat je compleet negeert wat eraan voorafging. In dit geval: ruim 450 jaar lang invasie.

De Byzantijnse verdedigingsstrijd

De kruistochten kunnen op basis van de geschiedkundige aanleidingen, niet worden beschouwd als oorlogen vanuit haat, kolonialisme of imperialisme, maar moeten worden gerekend tot de verdedigingsoorlogen met hulp van bondgenoten. Er was geen sprake van een aanval op vredige volkeren, noch van de wil tot verovering of bekering van niet-christenen.

Doel was de herovering en bevrijding van christelijke landen die vanaf de zevende eeuw waren bezet door de Arabieren; en concreter, een reactie op de invasie van Klein-Azië door de Seltsjoeken.1 De eerste kruistocht begon pas in 1095, nadat moslimlegers inmiddels tweederde van de christelijke wereld hadden veroverd.

De religieuze oorlogen in het Midden-Oosten begonnen aanvankelijk met een aanval op het christelijke Byzantijnse Rijk en het Perzische rijk door recent tot de islam bekeerde Arabieren. In honderd jaar tijd, van 632 tot 732, veroverden deze vrijwel alle gebieden tussen India en Frankrijk. Het Byzantijnse Rijk was er, —na het verlies van Egypte, Palestina, Syrië—, in geslaagd om wel Klein- Azië te behouden en twee belegeringen van Constantinopel te overleven. Ze wisten zelfs tijdelijk het iets zuidelijkere Antiochië te heroveren, maar tijdens de elfde eeuw was hun verdedigingslinie ingestort en rukten islamitische invallers opnieuw verder op naar het noorden. Keizer Alexios I Komnenos vroeg vervolgens de paus om hulp, teneinde Klein-Azië en andere Byzantijnse gebieden in het Midden-Oosten te heroveren. De paus zei ‘ja’. En ‘Deus Vult’… werd vaak gezegd.

De eerste kruistocht begon met de herovering door kruisvaarders van grote delen van Klein-Azië die vervolgens werden teruggeven aan het Byzantijnse Rijk. Gebieden die niet lang daarvoor gewoon deel hadden uitgemaakt van dat rijk.2 Hierop volgde honderd jaar herstel voor het Byzantijnse Rijk.3

Tegelijkertijd begon ook de ‘Reconquista’ in Spanje (wat resulteerde in de herovering van Córdoba en het omtoveren van de beroemde moskee die gebouwd was op de grond van een gesloopte Visigothische kerk, tot nieuwe kerk). 4

De kruistochten vormden in feite een tegen-offensief binnen een veel groter conflict. Eén dat eeuwen eerder al was aangegaan; en niet door christenen.

Barbaarse kruisvaarders versus een verlichte Saladin?

Selectieve geschiedschrijving benadrukt vaak hoe uitzonderlijk wreed de kruisvaarders zouden zijn geweest, vooral vanwege een door hen aangericht bloedbad na hun inname van Jeruzalem, in 1099. Door de islamitische Fatimiden waren er echter eerder al, evenzeer te betreuren, bloedbaden aangericht in Taormina, Rometta en Tyrus.5 Ook daar bezondigden de kruisvaarders zich dus niet als eersten of enigen.

Kortom, focussen op alleen het zogenaamde contrast tussen enerzijds barbaarse kruisvaarders die Jeruzalem plunderden en anderzijds een verlichte Saladin die zijn tegenstanders zou hebben gespaard toen hij in 1187 deze stad veroverde, negeert een belangrijke achtergrond en is daardoor een nogal selectieve vergelijking.

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals Desengaño, in onze boekenwinkel.

Desengaño

Belangrijker nog, Saladin hoefde Jeruzalem ook niet gewelddadig binnen te trekken. In tegenstelling tot de kruisvaarders die de stad hadden moeten innemen, gaven de kruisvaarders zich na onderhandelingen over aan Saladins troepen. Ze hadden aanvankelijk gedreigd tot de laatste man te vechten en alle schatten in de stad te vernietigen. Zelfs de uiterst politiek correcte film ‘Kingdom of Heaven’ liet de onderhandelingen zien die vervolgens zorgden voor de overgave. Saladin had daarbij toegezegd dat ze veilig mochten vertrekken, maar wel in ruil voor betalingen.6

Volgens het oorlogsrecht in die tijd werd een stad gespaard als die zich overgaf, en geplunderd wanneer die moest worden ingenomen.7 Dit was dus geen eenvoudig geval van een genadevolle veroveraar die hulpeloze gevangenen spaarde. Bovendien verkocht Saladin degenen die zich niet konden vrijkopen, —waaronder 8000 vrouwen en kinderen— als slaven.8 Hij was vooral humanitair in ruil voor geld. Saladin gaf ook het bevel, dat 200 tempeliers onthoofd moesten worden; en onthoofde zelfs persoonlijk Raynald (Reinoud) van Châtillon.9

Verlichting en politiek correcte mythes

Niettemin werd Saladin verheerlijkt als een humanitair icoon door Voltaire met de bedoeling het christendom in een kwaad daglicht te stellen (ondanks dat Voltaire verder fel anti-islam was). Zijn weergave werd verder verspreid door de fictie van Sir Walter Scott, die met zijn boek ‘The Talisman’ de antichristelijke en verdraaide visie op de kruistochten tot norm maakte.10

Saladin gedroeg zich erg hoffelijk tegenover Koning Richard, en het beeld van een verfijnde heerser die soms barmhartig kon zijn is niet geheel onterecht. Net als Alexander De Grote, die de familie van Darius III en bepaalde heersers in India spaarde, en tegelijk een aantal steden volledig vernietigde. Echter, Saladin als uitzonderlijk vredelievend of mild omschrijven is een belachelijke fictie gebaseerd op selectieve geschiedschrijving. En daarvan is in het algemeen ook sprake bij het verdere politiek correcte narratief over de kruistochten, zelfs al kenden die ook voorbeelden van ontspoorde, excessieve wreedheden, net als helaas het geval is bij de meeste, ook toenmalige islamitische, oorlogen.

Een belangrijk stukje wijsheid van mijn vader: waar twee vechten, heeft degene die met geweld begonnen is, de schuld.


  1. Thomas Asbridge, Islam and Christian Europe on the eve of the Crusades, p. 26–29. ↩︎

  2. John J. Norwich, Byzantium: The Decline and Fall, p. 42, ↩︎

  3. Robert Browning, The Byzantine Empire, p. 190. ↩︎

  4. Ian Armstrong, Spain and Portugal. Avalon Travel Publishing↩︎

  5. Jim Bradbury, The Medieval Siege, p. 296. ↩︎

  6. Steven Runciman, A History of the Crusades↩︎

  7. Konrad Hirschler, “he Jerusalem Conquest of 492/1099 in the Medieval Arabic Historiography of the Crusades: From Regional Plurality to Islamic Narrative, p. 74. ↩︎

  8. Malcolm Cameron Lyons, Saladin: The Politics of the Holy War↩︎

  9. John France, Hattin: Great Battles Series, p. 102–103. ↩︎

  10. Jamie Byrom, Michael Riley, The Crusades”↩︎

Mijn complimenten! Er is in oorlog natuurlijk weinig eerlijkheid. Het is in de meest geweldadige omstandigheden natuurlijk vrij eenvoudig om edelmoedig te lijken. Zo verhaalt Homeros in zijn Ilias over de helden die hun tegenstanders beloven dat zij hun lichaam na hun dood vrij zullen geven aan hun kameraden. Dulce et decorum est, inderdaad… De totale afwijzing van een dergelijke krijgseer in de moderne tijd (overigens steun ik deze van harte, ik ben niet een zeer krijgslustig persoon) maakt dat wij als moderne mensen maar moeilijk begrip hebben voor hoe een oorlog werkt.