Honderd dagen in Wildersland
Een analyse van de formatie vanuit een rechts perspectief
PolitiekOp het moment van schrijven zijn er zo’n honderd dagen verstreken sinds Nederland naar de stembus ging voor de Tweede Kamerverkiezingen. Sindsdien is er veel gebeurd en dus is dit een mooi moment om de balans op te maken na 100 dagen leven in een ogenschijnlijk nieuwe politieke realiteit. Het politieke landschap lijkt op dat na een flinke orkaan: alles ligt overhoop, niemand lijkt te weten hoe nu verder en de ene na de andere bestuurder neemt de benen. De hoofdrolspelers van het moment laten steeds meer hun ware aard zien. Geert Wilders toont zich de geslepen en ervaren politicus die lastig te peilen is en Dilan Yesilgoz een kundig leerlinge van haar sluwe spindoctors, Caroline van der Plas klampt zich stevig vast aan de man van het moment en Pieter Omtzigt is weer helemaal zichzelf: onnavolgbaar, onsamenhangend en onzeker. Er klinkt steeds meer gemor, met name vanuit de linkse politiek, gewillig podium gegeven in media en overgenomen door bevriende opiniemakers. Terwijl PvdA-leider Frans Timmermans met steun van het activistische journaille in de coulissen klaarstaat om de macht te grijpen maken de formerende partijen zich op voor een allesbeslissende slotfase waarin duidelijk moet worden of de rechtse opmars kan doorzetten, of wederom pas op de plaats moet maken en de politiek-bestuurlijke status quo zich weet te handhaven.
Groot was de consternatie in het land toen Omtzigt bekendmaakte dat hij na wekenlange gesprekken met informateur Ronald Plasterk geen heil meer zag in gesprekken met beoogde coalitiepartners PVV, VVD en BBB. De partijleider van het NSC kwam met een onsamenhangend verhaal waarin hij verwees naar de slechte staat van ’s lands financiën. Ironisch, aangezien diverse media bij het recente vertrek van financiënminister Sigrid Kaag de loftrompet staken over hoe zij het land achterliet. Berooid dus. In ieder geval was het reden voor Omtzigt om het als argument/excuus (hoe u wilt) aan te voeren en de onderhandelingsronde te beëindigen. Waarschijnlijker is echter dat het zogenaamd fatsoenlijke NSC op voorhand al weinig zin had om een coalitie met de populisten van de PVV en BBB aan te gaan, en ook de politieke verschillen lijken groot. Vrijwel niemand had verwacht dat de PVV meer dan 30 zetels zou halen, laat staan 37. Ook het NSC boekte met 20 zetels een grote overwinning. Omdat hij in het verleden met enige regelmaat uithaalde naar oude politieke spelletjes en nadruk legt op democratische zuiverheid kon Omtzigt niet om praten met Wilders heen, al zei hij recentelijk op een NSC-bijeenkomst nog dat een centrumcoalitie zijn voorkeur heeft. Ook voor Wilders ligt de samenwerking met Omtzigt niet direct voor de hand; de PVV-leider wil migratiebeperkende maatregelen nemen en heeft in het verleden meermaals uitgehaald naar klimaatwetgeving, wetgeving die moeilijk te schrappen is zonder uit internationale verdragen te stappen. En laat nu juist Omtzigt continu hameren op staatsrechtelijke zuiverheid en het respecteren van de grondwet, die zegt dat internationale wetgeving voorrang moet blijven krijgen boven nationale wetgeving. Een grondwet die weliswaar gewijzigd kan worden, maar wel via een lang proces. Een daadkrachtige rechtse regering die de instroom van migranten een halt wil toeroepen en het klimaatbeleid terugdringt is op voorhand vleugellam als men halstarrig vasthoudt aan een door tegenstanders gevormde en verdedigde grondwet.
De Reactionair
Boekenwinkel
Ondek onze grote collectie boeken, zoals De seksuele revolutie, in onze boekenwinkel.
Dat beide heren tóch met elkaar aan tafel plaatsnamen lijkt in eerste instantie meer op een ‘moetje’ om recht te doen aan de verkiezingsuitslag dan een droomhuwelijk. Beide partijleiders konden niet om elkaar heen, vooral niet omdat voor Wilders Omtzigt noodzakelijk was om de VVD aan tafel te krijgen. Die partij had namelijk aangegeven dat het weinig trek had om na de afgelopen jaren wederom te gaan regeren en zou moeite hebben met een PVV-regering. Doordat de altijd fatsoenlijke Omtzigt – mede dus onder druk van de verkiezingsuitslag – besloot om met Wilders te gaan praten, had Yesilgoz een ideaal excuus om óók in de gesprekken te stappen. Ideaal, aangezien Yesilgoz een campagne voerde met ferme migratieretoriek en voor de VVD de oppositiebankjes in het parlement net zo vreemd aanvoelen als land voor een diepzeevis. Van der Plas zag direct een coalitie met de PVV wel zitten en zo konden de gesprekken onder leiding van PvdA-informateur Ronald Plasterk van start. Op voorhand kon je al aanvoelen dat de eerder beschreven verschillen omtrent rechtsstatelijkheid en de interpretatie rondom de veranderbare aard van de grondwet snel zouden zorgen voor een drie-tegen-één-situatie, zodra via Omtzigt Yesilgoz aan tafel met Van der Plas en Wilders zou zitten.
En zo geschiedde: nadat het NSC middels beklag over de eerder aangehaalde overheidsfinanciën geen heil meer zag in verder praten met de drie gesprekspartners van de PVV, VVD en BBB en hoogstens aangaf te willen praten over een extraparlementaire- of gedoogcoalitie, bleek de partij in het afsluitende formatiedebat schaak gezet. Hoewel de VVD bij monde van de door Telegraaf-spindoctor Paul Jansen getrainde Yesilgoz bij aanvang van de gesprekken aangaf slechts heil te zien in een rol als gedoogpartner, stelde de VVD-voorvrouw dat als het NSC volwaardig zou deelnemen aan een kabinet Wilders I, de VVD dat ook zou doen. Waar Omtzigt dacht met het opblazen van de formatiebesprekingen het initiatief te grijpen, werd hij onder aanvoering van de VVD door zijn gesprekspartners overbluft. Was het politiek schaak op het hoogste niveau, of een typisch voorbeeld van ‘oude politiek’ en de alom verguisde bestuurscultuur?
Ondertussen gaat er geen dag voorbij of in praatprogramma’s, op sociale media en in de dodebomencourantjes mogen nuttige idioten De Grote Wens van de gevestigde orde vertolken. Hoewel bijna geen Nederlander het lijkt te willen, de PVV maar blijft stijgen in de peilingen en het ene na het andere misdaadbericht de vernietigende gevolgen van de omvolkingspolitiek bewijst, blijft men de premierskandidatuur van Timmermans pushen. Alsof Nederland niet klaar is met de geldverkwistende Green Deal, de verwoesting van de demografie en de steeds onveiliger wordende wijken. Alsof de geest niet allang uit de fles is en regenten rustig kunnen doen alsof hun neus bloedt en kunnen overgaan tot de orde van de dag. Alsof betonrot het systeem niet dusdanig heeft gecorrumpeerd dat het schip van staat niet enkel lek is, maar ten onder dreigt te gaan. Alsof het Huis van Thorbecke nog trots overeind staat en niet iedere hervorming van het staatsbestel gijzelt met haar rotte fundering. Een nieuwe coalitie moet geënt zijn op een terugkeer naar dat waar zowel de vaak aangehaalde rechtsstaat en de parlementaire democratie eigenlijk voor moeten staan: het vergemakkelijken van de levens van Nederlanders door het optuigen van overheden en instanties, die zich kunnen bezighouden met zaken waar als individu door de bomen het bos niet in te zien is. Het lijkt echter dat de overheid dit metaforisch woud zelve geworden is. Bemenst door groene idealisten wordt grootschalige houtkap bemoeilijkt en raakt het spoor door overwoekering bijster.
Te midden van dit alles lijkt de enige uitweg een steeds waarschijnlijker wordende botsing der botsingen tussen partijpolitieke bolwerkjes waarbij kleur gekozen moet worden door partijen als de VVD en het NSC, met als inzet te redden wat er te redden valt en een keuze tussen Wilders en Timmermans. Zowel de VVD als het NSC zouden gedecimeerd worden bij nieuwe verkiezingen, dus ook dat scenario lijkt weinig realistisch. Vooral ook omdat bij andere partijen het idee dat Wilders bij nieuwe verkiezingen een nóg grotere winst boekt dusdanig afschrikwekkend werkt dat men liever tot Sint Juttemis in een soort parlementair vagevuur schippert dan besluit tot een nieuwe stembusgang. Het is dus kiezen: óf Wilders óf Timmermans. Een harde keuze, vooral omdat de achterban van beide partijen neigt naar een coalitie mét Wilders, terwijl partijbobo’s huiverig vrezen voor het verlies van hun verworven posities en de status quo met Timmermans als veiliger zien. Het pluche voelt immers een stuk comfortabeler aan wetende dat de vleesgeworden salonsocialist waakt over het belang van de regentenkliek dan vrezen voor de grillen van het populisme.
De eerste honderd dagen in Wildersland maken de noodzaak voor harde maatregelen steeds zichtbaarder. Een in paniek verkerend kartel van media, bureaucratie en partijpolitiek blijft Timmermans naar voren schuiven als gewenste premierskandidaat. Tegen de wens van veel Nederlanders in. De druk op Omtzigt om definitief te breken met ’s lands gewenste leider des staats Wilders neemt met de dag toe. Wat ogenschijnlijk een verschuiving van het politiek speelveld is lijkt meer op een ideeënstrijd of zelfs een existentieel gevecht waarbij de toekomst van volk en vaderland op het spel staat. De ideologische hegemonie van het (neo-)liberalisme is tanende en biedt ruimte voor een alternatieve visie op het politiek-bestuurlijk staatswezen. Een nieuw narratief lonkt. Het doorbreken van een glazen plafond voor een vroegere ‘rechts-populistische’ paria ook.
Wat het Kamervoorzitterschap van Bosma al liet zien, zou al helemaal gelden voor een regering met PVV’ers: een nieuwe politieke realiteit waarin degenen die vroeger uitgekotst en verguisd werden, nu de agenda bepalen en kunnen terugdringen wat de (progressief-)liberale machtspartijen in decennia opbouwden. Dat verdient rechtse steun en niet de hoon die sommigen nu laten horen nu Wilders in onderhandelingen voorzichtig over het ijs lijkt te bewegen. IJs dat als hij erdoorheen zakt of in een wak loopt zal leiden tot een kabinet-Timmermans en het accelerationisme dat daarbij zal komen kijken. De agenda van Timmermans heeft maar één uitkomst en daarin zal het Nederland dat wij allen liefhebben voorgoed verdwijnen. Een coalitie onder leiding van Wilders, gesteund door NSC, VVD en BBB is misschien niet ideaal en zal vermoedelijk weinig concrete veranderingen en grondwetswijzigingen kunnen doorvoeren, het is wel een stap in de goede richting. De eerste honderd dagen in Wildersland laten vooral zien dat rechts een voet tussen de deur gezet heeft, maar het is nu aan een bredere rechtse beweging om de poort volledig open te rammen.