Kolonialisme, kapitalisme en liberalisme
14 minuten leestijd

Eco al-Hollandi

Kolonialisme, kapitalisme en liberalisme

Drie ideeën met dezelfde oorsprong

Kolonialisme, kapitalisme en liberalisme
14 minuten leestijd

Kolonialisme. Als je het beste voorbeeld van de Engelse term “buzzword” zou moeten geven zou dit woord een goede kandidaat zijn. We hebben de afgelopen jaren gezien dat standbeelden naar beneden worden gehaald, straatnamen worden gewijzigd, curricula op universiteiten worden omgegooid en helden uit het nationale verleden worden beschimpt. Kritiek op kolonialisme is mainstream, al zijn de hardste “anti-kolonialisme” schreeuwers vaak van mening dat het nog niet mainstream genoeg is, of dat men er harder tegen op moet treden.

Deze hysterie rondom kolonialisme, welke vaak gepaard gaat met oproepen tot cancellen, wordt gezien als iets typisch progressief-links en de reactie vanuit rechts Nederland hierop varieert van een relatief mild “we hebben inderdaad fouten gemaakt en juist daarom mogen we dit verleden niet wegpoetsen, op dat we ervan leren” tot omstreden uitspraken die zich positief uitlaten over het koloniale verleden.

Dit is iets wat men wel vaker ziet in de hedendaagse Westerse politiek. De ene kant van het politieke spectrum neemt automatisch de tegenovergestelde mening aan van degene die worden gezien als de “vijand”. In dit artikel zal ik mij echter grotendeels achter links scharen en mij kritisch uitlaten over de Europese periode van kolonisatie en imperialisme. Echter zal ik dit doen zonder de hysterie die de kritiek op het kolonialisme vanuit links kenmerkt en regelmatig ook met andere argumenten. Ik zal trachten een rechtse, en specifieker, een rechts-reactionaire kritiek te geven, als evenwicht tegen de links-progressieve overmacht met betrekking tot dit onderwerp. Hierbij zal ik mij focussen op het Midden-Oosten, hoewel de argumenten in grote mate ook gelden voor het kolonialisme en imperialisme in andere gebieden van de wereld.

Kolonialisme als voortvloeisel uit kapitalisme en liberalisme

De persoon die de artikelen op deze website met enige regelmaat leest weet inmiddels dat wij vaak kritiek hebben op het liberalisme en haar als oorzaak zien voor veel van de problemen die vandaag de dag spelen. Niet anders is dit met betrekking tot de Europese periode van kolonialisme. Ook hier heeft het liberalisme en het hieruit voortvloeiende kapitalisme als ideologie een flinke hand in gehad. Het gros van de kolonisatie begon rond de 18e eeuw, na de wetenschappelijke revolutie, tegelijkertijd met de Verlichting en nadat het humanisme haar ideologische sporen had achtergelaten in de maatschappij.

Criticasters zouden kunnen stellen dat de kolonisatie al veel eerder begon en dat het dus oneerlijk is om deze te linken met het liberalisme of deze debet te stellen hieraan. Het klopt inderdaad dat de kolonisatie, vooral van het westerlijk halfrond maar gedeeltelijk ook van onder andere Nederlands-Indië, al ruim eerder begon. Het valt dus ook niet te ontkennen dat liberalisme niet de enige oorzaak was. Maar wat we wel zien is dat de kolonisatie in de 18e en zeker in de 19e eeuw niet alleen ongekend snelle vormen begon aan te nemen – zoals te zien valt in de laat 19e eeuwse zogeheten “Wedloop om Afrika” – maar ook dat het globale kapitalisme een belangrijke aanjager was van dit zogeheten “nieuwe imperialisme”.

Daarbuiten zagen we dat in veel van de gekoloniseerde gebieden de Westerse cultuur werd geïmporteerd, wat een reactie vereiste van de bevolking aldaar, een fenomeen waar we vandaag de dag nog steeds de zure vruchten van plukken. De wereld buiten het Westen werd na de Franse revolutie en zeker na de industriële revolutie steeds meer gezien als de speelbal van het grootkapitaal waarbij men niet alleen de grondstoffen en goederen uit die landen gebruikte voor winst van het koloniserende land maar tegelijkertijd ook haar eigen cultuur opdrong, soms moedwillig, bijvoorbeeld gedurende de Franse kolonisatie van Noord-Afrika, soms door middel van beleid, wat de inheemse bevolking dwong om zich aan te passen en soms vanwege de eerder beschreven reactie van de inheemse bevolking.

Als we het Midden-Oosten analyseren zien we dat men in grote mate te maken had met een agrarische bevolking pre-kolonisatie. Veel gebieden waren onderdeel van het Ottomaanse Rijk of het Savafid rijk, maar de hoge mate van autonomie creëerde een situatie waarin veel inwoners zelfvoorzienend waren en leefden in hechte gemeenschappen en stammen met een eigen sociale hiërarchie.

De Europese kolonisatie en dominantie in de regio bracht voor deze grotendeels agrarische gemeenschappen desastreuze gevolgen met zich mee, voornamelijk door de (vaak ongelijke) integratie van de economie van de desbetreffende kolonie in het globale kapitalistische systeem. Doordat deze gebieden nu in dienst stonden van de koloniserende macht kende zij een hoge mate van export naar het Westen toe. Door deze gedwongen export van grondstoffen en goederen naar het Westen werd de agrarische sector gebonden aan de markt van het globale en werden meer en meer boeren gedwongen om te produceren voor de markt. Niet langer voorzagen semi-autonome gemeenschappen in hun eigen levensbehoeftes, in plaats daarvan produceerde zij ruwe goederen voor export, wat uiteindelijk vooral het grootkapitaal ten goede kwam.

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals Desengaño, in onze boekenwinkel.

Desengaño

Met het linken van de productie aan de markt ontstonden ook alle problemen die we daarvan kennen, zoals fluctuaties in prijs en de concurrentie met anderen op de markt. Een groot deel van de agrariërs konden hierdoor niet voldoen aan de hoeveelheid export die nodig was om te overleven. Zeker nadat in gekoloniseerde gebieden sprake werd van een sterkere mate aan industrialisatie leidde dit tot een uitvlucht van de boeren richting de steden. De oude traditionele gemeenschappen die zo lang in hun eigen levensbehoefte waren voorzien werden hierdoor opgebroken.

Ook wat betreft cultuur werd de kapitalistische macht steeds imperialistischer. De zogenoemde “white mans burden”, het idee dat de blanke Europeanen verantwoordelijk waren voor het verspreiden van hun idealen om op deze manier de niet-Europese landen te helpen in hun ontwikkeling was een belangrijk argument om de kolonisatie voor te zetten. Deze idealen waren post-verlichting grotendeels gefundeerd in het liberalisme.

Natuurlijk kan men terechte vraagtekens zetten bij de oprechtheid van deze “opvoeding” en wat het uiteindelijke doel hierachter was, maar in het Midden-Oosten zagen we in verschillende gebieden dat de koloniserende macht er alles aan deed om de macht van lokale tradities en religie te verminderen en de lokale bevolking vatbaar te maken voor het Europese liberale gedachtegoed.

De Oosterse reactie

Een reactie vanuit de gekoloniseerde landen viel niet uit te blijven en in het Midden-Oosten werd er op diverse manieren gereageerd op de dominantie van Europa. Maar bijna al deze reacties hadden een gemene deler, namelijk dat zij in hun reactie de modellen en de fundamentele waarden van de kolonisator gedeeltelijk of zelfs in grote mate overnamen. Dit is natuurlijk niet vreemd, immers, iedereen is een product van haar tijd en omgeving. Maar dit leidde wel tot situaties waar de regio - en ook de rest van de wereld - vandaag de dag nog last van heeft.

In de 19e eeuw waren het leidersfiguren zoals Mehmet Ali als gouverneur van Egypte die de focus legde op het centraliseren van de regering, en in samenwerking met Europese landen een staat en leger probeerde op te richten naar Europees model. Dit Europese model leidde keer op keer tot een maatschappij die in dienst stond van het globale kapitaal, een elite en de kolonisator, in tegenstelling tot die van haar bevolking. Zo zagen we in het eerdergenoemde Egypte dat grond – dat voorheen gemeenschappelijk werd beheerd - door de staat werd herverdeeld en voornamelijk privébezit werd van een elite gelande klasse en iets soortgelijks speelde zich af in de Tanzimat periode van het Ottomaanse rijk.

In het begin van de 20e eeuw zagen we in het Midden-Oosten verschillende leiders opstaan die zich steeds meer verzetten tegen de Europese dominantie en invloed in de regio, maar daarmee ook steeds meer de Europese modellen en ideologie overnamen. Leiders zoals Ataturk (die het kalifaat afschafte) en Reza Shah (van het niet-gekoloniseerde Iran waar desondanks de Britten een enorme invloed hadden) moderniseerde en industrialiseerde hun landen via centralisatie van de staat en in beide landen zag men het BBP enorm toenemen. Later zouden andere landen in de regio volgen.

Maar deze hervormingen gingen zoals gezegd compleet naar Europees model en ook de bijbehorende ideologie werd grotendeels overgenomen. Naar voorbeeld van het seculiere liberale Europa werden wetten ingevoerd die zich tegen de traditioneel religieuze gebruiken richtten, zoals de kledingwetten onder Reza Shah en het verbod op de Awqaf onder Ataturk. In hun poging om onder de Europese dominantie uit te komen werden zij dus de belangrijkste exporteur van de Europese ideologieën in hun eigen land.

Evenwel ging de scholing op de schop en werd seculier onderwijs naar Westers voorbeeld op grote schaal ingevoerd in de regio. Dit leidde al snel tot een nieuwe middenklasse, de intelligentsia, die actief werden in het verder verspreiden van Westerse ideologieën zoals liberalisme, Marxisme, Fascisme en Nationalisme.

Daarentegen werden de Ulama (de traditionele Islamitische geleerden), op verschillende manieren verzwakt. Waar zij voorheen grotendeels onafhankelijk waren van de regering werden zij door de afschaffing of verzwakking van de Awqaf in verschillende landen steeds meer verbonden aan de gecentraliseerde staat. Ook werd in verschillende landen een juridische code naar Europees model ingevoerd, iets wat ongekend was in de Islamitische wereld. Nieuwe rechters werden ingevoerd die zich naar Europees model bezig hielden met het interpreteren van de Wet. Dit in tegenstelling tot de situatie voorheen, waarin een geschreven Wet afwezig was, de rechters voornamelijk traditioneel Islamitische geleerden waren en een uitspraak van keer op keer kon verschillen, waarbij de Islamitische wetsschool, de cultuur van het land en de desbetreffende situatie allemaal werd meegenomen in het oordeel. Deze situatie leidde tot een verdere verzwakking van de geleerden en de traditioneel Islamitische instituten in het Midden-Oosten.

In de Islamitische reactie op de Europese dominantie in deze tijd zien we dat zij deze traditionele geleerden niet bij stonden maar hen juist zagen als onderdeel van het probleem. Figuren zoals Muhammad Abduh, Rashid Rida en Abul Ala Mawdudi, waren van mening dat het juist deze geleerden waren welke tot het verval van de Islamitische wereld hadden geleid. In plaats daarvan riepen zij op tot het “terugkeren naar de bronnen” en het links laten liggen van de traditionele religieuze instituten.

Interessant is dat de nieuwe generatie reformatorische geleerden vooral voortkwamen uit de nieuwe middenklasse, gecreëerd door de nieuwe vormen van seculier onderwijs naar Europees model. Het is dan ook niet gek dat ook hun reactie grotendeels gevoed werd door Europees gedachtegoed. Het idee dat men zou moeten “terug keren naar de bronteksten” kwam grotendeels voort uit de onvrede over het feit dat de traditionele geleerden hadden gefaald in het voorzien van een antwoord op de Europese dominantie. Ideeën die uit deze reformatorische geleerden voortkwamen namen echter in grote mate Europese concepten over. Zo pleitte Mawdudi voor het creëren van een Islamitische staat, terwijl het concept van een moderne staat nooit heeft bestaan in de Islamitische wereld en lijnrecht indruist tegen het idee van een kalifaat. Uit deze “Islamitische reformatie”, welke zich keerde tegen de traditionele geleerden, zou uiteindelijk het salafisme en het jihadisme voortkomen.

Een continue trend

Wellicht denk je nu, “dit is allemaal leuk en aardig maar wat heeft dit met het Westen anno nu te maken. Waarom zouden wij ons schuldig moeten voelen enkel omdat wij destijds de sterkste macht waren”? Laat me voorop stellen dat een volk zich nooit schuldig moet voelen voor haar verleden. Iedere groep, ieder rijk en ieder volk in de geschiedenis heeft haar misdaden. We zien verder ook dat het niet enkel de Europese dominantie was, maar ook gedeeltelijk de spelers in de regio die de Europese ideeën omarmden en verspreidde. Maar dit alles betekent niet dat men de kolonisatie niet kan bekritiseren vanuit een reactionaire hoek. Niet alleen vanwege het opbreken van de traditionele instituten en de diversiteit in de landen aldaar, zoals ik al heb aangetoond, maar ook voor de gevolgen die de ideologieën en instituten die hier achter zitten nog steeds hebben voor het huidige Westen.

Een van de grootste problemen vandaag de dag is de alsmaar toenemende globalisering. Vaak wordt gedacht dat dit een probleem is van de huidige tijd, maar de Europese activiteit tijdens de 18e en 19e eeuw in de rest van de wereld en het belang van het kapitaal wat hier achter schuilde laat zien dat deze globalisatie al veel eerder werd ingezet. Deze zogenaamde “eerste globalisatie”, welke zich afspeelde vanaf de late 19e tot aan de Eerste Wereldoorlog, kenmerkte zich door haar economische liberalisering, een internationalisering van de globale markt en de globalisatie van culturele ideeën.

Het was niet tot aan de Eerste Wereldoorlog en de nasleep hiervan dat men zich bewust werd van de gevaren van deze ongebreidelde laissez-faire idealen en de Europese landen zich protectionistischer opstelden. Echter, het kwaad in de rest van de wereld was al geschied, en de Europese idealen waren inmiddels al grotendeels geïmporteerd naar de rest van de wereld.

Na de Tweede Wereldoorlog brak de zogenaamde “tweede periode van globalisatie”, waarin de Amerikaanse macht het stokje over van een sterk verzwakt Europa en de grootste speler werd op het wereldtoneel. In feite was dit niks anders dan een voortzetting van de globalisatie en het imperialisme wat zich daarvoor al had afgespeeld in de gekoloniseerde gebieden. De kapitalistische Liberale idealen die de kolonisatie en het imperialisme zo groot hadden gemaakt, waren nu slechts in handen van een andere macht. In haar wapenwedloop tegenover de Sovjet-Unie verspreidde Amerika haar invloed net zo zeer over de gehele wereld, niet alleen in de derde wereld, maar nu ook in een Europa welke haar dominante positie had verloren. Dit gebeurde in Europa wellicht niet door middel van “boots on the ground”, maar wel door een fenomeen wat we “cultuurimperialisme” zijn gaan noemen en door het framen van de Wwreld in twee kampen.

Momenteel zitten we in de derde periode van Globalisatie, welke begon na de val van de Sovjet-Unie. Het hedendaagse Amerikaans imperialistische monster is nog altijd niet verslagen. Sterker nog, het culturele imperialisme lijkt nog immer ernstigere vormen aan te nemen. Hedendaagse problemen zoals het Jihadisme, de instabiliteit in het Midden-Oosten, maar ook in bijv. Latijns-Amerika en de hoge mate aan vluchtelingen die deze instabiliteit oplevert zijn terug te traceren naar dit imperialistische monster welke haar oorsprong vind in de Europese kolonisatie, de globale van het liberalisme en de afbreuk van traditionele instituten en gemeenschappen over de gehele wereld. Het Westen plukt in zekere mate nog altijd de zure vruchten van deze periode.

Tegenargumenten

Een van de meest gehoorde argumenten tegen kritiek op de kolonisatie en imperialisatie in deze periode is de redenatie dat “zonder Europese aanwezigheid deze landen zich nog in de steentijd zouden bevinden”, de gedachtegang is dus dat Europese invloed deze landen juist verder heeft geholpen, de moderniteit in. Het klopt inderdaad dat de economie in deze gebieden gedurende en vooral na deze periode enorm is gegroeid. Industrialisatie, de ontwikkeling van onderwijs en modernisering in grote gedeeltes van de wereld komen allemaal voort uit deze periode.

Maar voor een reactionair zouden deze ontwikkelingen nooit heilig moeten zijn, en in bepaalde mate kunnen zij zelfs verkeerd zijn. Het BNP is niet heilig en wanneer economische ontwikkelingen gepaard gaan met een “modernisering” die de afbreuk van traditionele gemeenschappen en instituties betekend en hand in hand gaat met het globalisme is dit progressie zoals we dat vandaag de dag ook veel zien, dat wil zeggen; destructieve progressie.

Maar ook voor het Westen zelf heeft deze periode niet altijd zoveel opgeleverd als wordt gedacht. Het klopt inderdaad dat de kolonisatie gepaard gaat met een periode van bloei (die overigens al eerder werd ingezet in de late middeleeuwen). Maar de industrialisatie en secularisatie die naar de rest van de wereld werd geïmporteerd had eerder ook al de Europese samenleving bereikt. En ook daar had zij haar sporen achter gelaten en had het liberalisme en haar samenwerking met het globale kapitaal de funderingen van de maatschappij weggerukt.

En waar de economie en de Europese staten inderdaad vlug sterker werden gedurende deze periode vis-a-vis de rest van de wereld, was dit vooral in concurrentie met elkaar. De gemiddelde inwoner in het Westen beleefde weinig voordeel aan de Kolonisatie, het waren vooral de elite die hiervan profiteerden.

De dominante positie van het kapitalisme en het liberalisme in deze periode zou de reactionair dan ook tot nadenken moeten zetten of hij een periode die gekenmerkt werd door deze twee ideologieën wil steunen. De verspreiding van deze ideologieën in Europa ging gepaard met het verlies van religie, de afbreuk van gemeenschap en de opkomst van het empirisme. Ten voordele van de markt verspreidde zij zich via de Kolonisatie later op een globale schaal. Maar hier eindigde de problematiek niet. Door de ongebreidelde progressie die in deze gedachtes zit ingebakken kent zij immers geen einde en is de afbreuk van alles wat ooit heilig was nooit genoeg. Vandaag de dag is deze imperialistische hel nog steeds gaande en gaat Europa ook gebukt onder haar invloed, met alle problemen van dien.

Anders dan de linkse kritiek op dit onderwerp betoog ik niet dat het Europese volk “slecht” is, of zelfs de vijand. Zoals ik heb geprobeerd duidelijk te maken was het vooral de globale markt en de elites die hiervan profiteerden. Maar om te erkennen wie de vijand is moet men ook haar verleden erkennen. Daarom kan men niet claimen vijandig te zijn tegen het kapitalisme, het liberalisme en de elite en tegelijkertijd positief kijken naar een verleden welke gevoed werd door deze ideologieën, welke vooral de elite, en niet het volk, ten goede is gekomen en welke een voorloper was van het hedendaags Amerikaans cultuurimperialisme.

Perfect artikel! Ik heb al langer een flinke afkeer tegen het kolonialisme gevoeld en u heeft mijn ideeën prachtig vertaald in een artikel! Dankzij dit artikel ben ik deze website nu met mijn vrienden gaan delen!