Leren van gebeurtenissen uit de geschiedenis
8 minuten leestijd
Eco al-Hollandi

Leren van gebeurtenissen uit de geschiedenis

Een blik op nieuw-links en de Iraanse revolutie

Leren van gebeurtenissen uit de geschiedenis
8 minuten leestijd

“De geschiedenis herhaalt zichzelf, eerst als tragedie, dan als klucht.”1 - Karl Marx

Als reactionair geloof ik niet dat de materiële conditie van de samenleving of van de geschiedenis het enige is wat er toe doet, noch dat dat hetgeen is waar we onze acties op zouden moeten baseren. Maar wanneer Marx, voortbordurend op Hegel, beweert dat de geschiedenis zich constant herhaalt dan kan ik het niet met hem oneens zijn. Iedereen die de ontwikkelingen in de samenleving van de afgelopen jaren observeert zou parallellen kunnen trekken tussen gebeurtenissen nu en gebeurtenissen uit de 20e eeuw. Maar niet elke geschiedkundige gebeurtenis is een tragedie, en als we niet zouden leren van de successen uit de geschiedenis is dat net zo zeer een klucht als wanneer we niet zouden leren van de verliezen.

Het einde van de Tweede Wereldoorlog leidde ook een einde in van de populariteit van verschillende reactionaire, conservatieve en religieuze bewegingen in een groot deel van Europa. Elke beweging die ook maar rook naar de hard rechtse bewegingen die zo populair waren in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw werd op een hoop gegooid met de gruweldaden van de nazi’s. Reactionaire schrijvers verdwenen grotendeels in de luwte en het intellectuele discours werd beheerst door de ideologieën van de overwinnaars; de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie.

Maar waar de Verenigde Staten vooral in de schaduwen te werk ging en via CIA missies, oorlogen en consumentisme haar kapitalistische ideologie probeerde op te dringen, was het vooral het links van de Sovjet-Unie waar de interessante verschuivingen plaatsvonden. De Sino-Sovjet split, de Hongaarse opstand tegen de Sovjet-Unie en de imperialistische trekjes van de staat leidde bij velen op links tot steeds meer afkeer. Tegelijkertijd was de linkse beweging in het westen ook steeds minder een beweging van de werkende klasse. De sterk toenemende automatisering leidde tot een verkleining van de groep arbeiders en een sterke toename aan “witte boorden werk”.2

Maar links was absoluut niet verslagen. Sterker nog, de meest glorieuze jaren zouden nog komen. Waar de overgebleven groep arbeiders steeds conservatiever werd - Herbert Marcuse sprak in 1972 zelfs zijn angst uit over een groeiend “proto-fascisme” bij de arbeiders -,3 had een snel groeiende groep aan middenklasse studenten op de universiteit haar plaats ingenomen. Opgegroeid in een bloeiende economie en gedesillusioneerd over de autoritaire Sovjet-Unie richtte deze intelligentsia haar peilen steeds meer op de vrijheidsstrijd van verschillende volkeren in de derde wereld in plaats van op de arbeidersklasse in hun eigen landen. Het fenomeen wat al snel tot “nieuw-links” gedoopt zou worden was hiermee een feit.4

Tijdens de zogeheten “rode jaren 70” (waarvan als start vaak het revolutiejaar 1968 wordt genomen) groeide de invloed van nieuw-links enorm snel. Niet alleen in het westen, maar ook in de derde wereld, waar de vrijheidsstrijd tegen als imperialistisch of onderdrukkend beschouwde overheden zich grotendeels plaatsvond. De strijd van de Palestijnen tegen de Israëliërs, de strijd tegen apartheid in Zuid-Afrika, de verschillende revoluties in Zuid-Amerika. Je kon nagenoeg geen revolutie bedenken zonder dat nieuw-links erbij was betrokken.

Wellicht denk je onderhand; “leuk hoor al die linkse geschiedenis, maar wat kunnen wij als reactionairen hier nou mee”? Het interessante is dat de rode jaren 70 eindigden in een desillusie voor nieuw-links en links in het algemeen. Waar het aan het begin van dit decennia er nog naar uitzag dat deze ideologie tot een nieuwe wereldkoers zou leiden, was het het neo-liberalisme dat tijdens de jaren 80, met de electie van Reagan en Thatcher, opeens de scepter begon te zwaaien en tot de dag van vandaag haar stempel op de wereld drukt.

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals Reactionary Modernism, in onze boekenwinkel.

Reactionary Modernism

Het lijkt me niet nodig om hier in details te gaan over hoe de neo-liberalen dit voor elkaar hebben gekregen want ik, en waarschijnlijk vele lezers met mij, heb wellicht nog wel minder op met een neo-liberaal dan met een communist. De rest van dit artikel zou ik dan ook willen wijden aan een specifieke gebeurtenis die zich afspeelde tijdens de late jaren 70 en vroege jaren 80; de Iraanse revolutie.

De onrust in Iran over het wanbeleid van de autoritaire westers gezinde Shah Muhammad Reza Pahlavi broeide al een tijdje maar kwam na de “witte revolutie” van 1963 pas echt tot bloei. Eind jaren 60 en begin jaren 70 waren demonstraties en protesten in Iran aan de orde van de dag. Net als op vele andere plaatsen in de wereld was ook hier in Iran de invloed van nieuw-links enorm zichtbaar. En ook hier waren het niet de arbeiders, maar vooral de intelligentsia die in deze protesten de leiding namen. De Sovjet gezinde Tudeh partij, die in de jaren 40 en 50 nog enorm populair was geweest had inmiddels bijna al haar aanhang verloren vanwege haar slaafse houding richting de Sovjet-Unie. In de plaats daarvan waren vooral schrijvers en bewegingen ontstaan die beïnvloed waren door de wereldwijde strijd van nieuw-links. De populariteit van de revolutionaire schrijver Ali Shariati en de verschillende opstanden van de militante Fadaiyan-I-Khalq gaven tot aan 1978 (het jaar dat de Iraanse revolutie begon) het beeld van een aankomende overwinning voor seculier en revolutionair links.5

Maar 40 jaar later leven we met de kennis dat het niet revolutionair links, noch neo-liberaal rechts was welke als winnaar uit de strijd kwam, maar dat het Islamistische Sji’itische regime van Ruhollah Khomeini, onder de theorie van “Velayat-e-faqih", het land kwam te regeren. Als oorzaak voor deze plotselinge overname door de conservatieve Islamistische volgelingen van Khomeini kunnen twee oorzaken worden aangewezen.

Enerzijds was door verschillende vormen van interne strijd en het genocidale bewind van Pol Pot in Cambodja de nieuw-linkse beweging eind jaren 70 over haar hoogtepunt heen. Maar nog belangrijker is de figuur die Khomeini zelf was. Khomeini begreep dat een deel van de bezwaren die links aandroeg, over onderdrukking, over imperialisme en over armoede, berustte op waarheid. Dat de conditie van het volk daadwerkelijk leed onder het bewind van de shah, maar dat tegelijkertijd deze visie, gebaseerd op de materialistische conditie van het volk, niks waard was zonder een stevig metafysisch fundament op basis van religie.6

Khomeini gebruikte vaak dezelfde taal die door links zo populair was gemaakt, maar voegde daar de essentie van de Islam aan toe. Geen verwaterde Islam, zoals Ali Shariati dit aandroeg, maar een authentieke invulling van de Sji’itische Islam. Khomeini begreep het belang van metafysica maar begreep ook dat het volk behoefte had aan tastbare verandering en snapte de aantrekkingskracht van de revolutionair linkse retoriek tegen de dagelijkse oppressie.

Na het omverwerpen van de Shah sprak Khomeini op 1 april in een speech de volgende woorden uit:

“Dit is de dag waarop de borstweringen van het 2500-jaar oude paleis van een afgodisch regime zijn afgebroken en de Satanische dominantie voorgoed is vernietigd. De regering van de lagere bevolking en de regering van God, heeft haar plaats ingenomen”.7

Het was uiteindelijk de combinatie van dit taalgebruik - dat zowel de sociaal-conservatieven als vele hoog opgeleide Iraniërs aansprak - nieuw-links dat over haar hoogtepunt heen was en de plotseling uitgebroken Iraans-Iraakse oorlog, gevoerd tegen de Socialistisch geïnspireerde Ba’ath partij, die tot nog meer desillusie bij de linkse Iraniërs leidde en zorgde voor een situatie waarbij het Islamistische regime van Khomeini de macht wist te grijpen.8 De overname kan dus gezien worden als een combinatie van vasthouden aan een metafysische overtuiging, inspelen op de materialistische conditie van het volk en een beetje geluk wat resulteerde in de overwinning van het Iraanse regime.

Dit stuk is niet bedoeld om positie in te nemen m.b.t. het Iraanse regime maar om de gelijkenissen met onze huidige tijd te laten zien. De oplettende lezer zal tijdens het lezen wellicht al een aantal van deze gelijkenissen onder ogen zijn gekomen. Waar na de eerder genoemde globale neo-liberale overname er een soort politieke verzwakking in de wereld kwam, zowel op links als op rechts, zien we de jeugd de laatste jaren steeds activistischer worden. Tegelijkertijd zien ook wij dat links hier momenteel nog steeds de vruchten van plukt. Daarom zouden we net als Ruhollah Khomeini moeten kijken naar wat het volk nodig heeft, wat aanspreekt en waar de overwinning te halen valt. Want net als bij de Iraanse revolutie van 1978, is het enkel de combinatie van het inspelen op de materialistische conditie van het volk en het bouwen van de beweging op een sterk metafysisch fundament wat een oplossing zal brengen voor onze huidige problemen.

Natuurlijk zijn de twee situaties niet exact gelijk. Wij hebben in Nederland (gelukkig) geen situatie waarbij de overheid met geweren op burgers schiet of waarbij gewelddadige revoluties nodig of wenselijk zijn. Maar een revolutie kan ook op politiek vlak plaatsvinden, door het volk te overtuigen dat wij hun problemen begrijpen en dat onze visie de juiste is. En wat dat betreft kunnen we zeker wat leren van de Iraanse revolutie en verschillende andere gebeurtenissen waarin conservatieve en reactionaire bewegingen tegen alle verwachtingen in de overwinning behaalden.


  1. Karl Marx. “The Eighteenth Brumaire of Louis Bonaparte”. (New York: in “Die Revolution”, 1852). 169-181. ↩︎

  2. Alfred E. Eckes & Thomas W. Zeiler. “Globalization and the American Century”. (Cambridge: Cambridge University Press, 2003). 154. ↩︎

  3. Herbert Marcuse “Counter-Revolution and Revolt” (Boston: Beacon Press, 1972). 25. ↩︎

  4. Carmines, Edward G., and Geoffrey C. Layman. “Issue Evolution in Postwar American Politics.” (New Jersey: Chatham House Publishers, 1997). ↩︎

  5. Ervand Abrahamian “A history of Modern Iran” (Cambridge: Cambridge University Press, 2008). 123-155. ↩︎

  6. Stephanie Cronin “The Iranian Revolution, the Islamic Republic and the ‘Red 1970s” in “Social Histories of Iran” (Online: Cambridge University Press, 2021). 45-50. ↩︎

  7. Ruhollah Khomeini “Proclamation of an Islamic Republic in Iran”. in “Contemporary Middle East Historic Documents: A Documentary History”. door John Felton. (CQ Press, 2007). 382-383. ↩︎

  8. Cronin. “The Iranian Revolution”. 45-50. ↩︎

Interessant artikel.

‘‘Daarom zouden we net als Ruhollah Khomeini moeten kijken naar wat het volk nodig heeft, wat aanspreekt en waar de overwinning te halen valt. Want net als bij de Iraanse revolutie van 1978, is het enkel de combinatie van het inspelen op de materialistische conditie van het volk en het bouwen van de beweging op een sterk metafysisch fundament wat een oplossing zal brengen voor onze huidige problemen.’’

Heel interessant om te lezen over het pre-revolutionaire tijdperk in Iran, en ik denk dat je goed aanwijst waar de parallellen met ons in het Westen en ons in de 21ste eeuw liggen. Het stukje tekst dat ik hier boven citeer uit het artikel zet me wel aan het denken, want wat zijn die concepten of thema’s die we kunnen/ moeten overnemen van links, of in ieder geval op dominant moeten zijn t.o.v. politieke tegenstanders? Ik denk dat één van die thema’s zeker ‘milieubewustzijn’ of ecologie is, omdat het effectief richting rechtse gedachtes kan leiden. In andere woorden: puur natuur beleid lijdt tot een mens die dichter staat bij zijn natuur, mits het goed gedaan wordt (het probleem van nu is dat zeker niet goed gedaan wordt).

@JC Civilis

Bedankt voor je reactie! En ik ben er inderdaad ook nog niet uit/wil niet voor de lezer bepalen wat dat precies moet zijn, ik denk dat daarvoor een relatief grotere beweging nodig is. Wel denk ik dat dit, zoals ook aangegeven in het stuk, af moet hangen van de conditie en wensen van het volk. Daarmee bedoel ik niet dat het volk altijd als leidraad genomen moet worden of dat een reactionaire beweging compleet haar lijn laat bepalen door het volk (vandaar ook een fundament op het ‘’hogere’’ wat de lijn altijd moet inkaderen zodat men niet daar buiten treed), maar wel dat goed leiderschap de wensen van het volk zou moeten begrijpen en daar op in zou moeten spelen. In theorie zou links dit heel goed moeten kunnen doordat dialectisch materialisme het fundament van het Marxisme is, echter in de praktijk blijken ze het volk vaak niet aan zich te weten binden.

Ecologie is zeker een belangrijk thema waar een reactionaire beweging op zou kunnen inspelen. Naast wat jij zelf al noemt zou een andere invalshoek op dat gebied bijv. het aankaarten van de mankementen van het consumentisme en het promoten van een simpelere maar gelukkige levenswijze kunnen zijn. Maar ook economische thema’s zijn denk ik enorm belangrijk, ik denk dat links qua economie op de goede lijn zit en dat centrum-linkse tot linkse economische politiek populair is bij een groot deel van het volk. Verder zouden we zelfs thema’s als diversiteit kunnen aannemen, zei het met een iets andere vorm, door bijv. te wijzen op hoe het globalisme de diversiteit van alle volkeren en culturen uiteindelijk zal opheffen (deze lijn is er een die al een redelijke groep Moslims heeft weten te overtuigen van de kracht van rechts). Kortom, genoeg kansen, maar er moet daarvoor wel een groep zijn die dit op een pragmatische manier om kan zetten in de praktijk, zodat het geen ‘’geklets’’ blijft van een kleine groep rechtse denkers.

“Wij hebben in Nederland (gelukkig) geen situatie waarbij de overheid met geweren op burgers schiet” Nog niet…

“Als reactionair geloof ik niet dat de materiële conditie van de samenleving of van de geschiedenis het enige is wat er toe doet”

Dit is niet wat Marx stelt. Inderdaad, Marx is een materialist, maar dit betekent niet dat ideeën er niet toe doen of niet van belang zijn in zijn gedachtegang.