Marx en de managers
10 minuten leestijd

Gastauteur

Marx en de managers

Een andere kijk op klassenstrijd

Marx en de managers
10 minuten leestijd

Er is iets opmerkelijks aan Marx’ theorie over klassenstrijd en geschiedenis wat zelden wordt opgemerkt.1

Volgens hem is de menselijke geschiedenis er een waarin elk tijdvak werd gekenmerkt door de tegenstellingen tussen een onderdrukkende en een onderdrukte klasse.2Zo worden deze rollen in de oudheid vervuld door respectievelijk de slavenhouders en de slaven. Door de klassenstrijd die hieruit resulteert komt de mens in de volgende fase terecht, namelijk die van het feodalisme. Hierin spelen de adel en de horigen de rol van onderdrukkers en onderdrukten. Hierop volgt het kapitalisme, waarin kapitalist (/bourgeois) en arbeider centraal staan.

Twee soorten klassenstrijd

Merk op dat de onderdrukte klasse tot nu toe niet aan de macht komt in het volgende tijdvak. In plaats daarvan komen er twee nieuwe onderdrukte klassen, waarbij er evengoed frictie is tussen de oude heersende klasse en de nieuwe. Zo wordt de Franse revolutie in het marxisme geduid als een bourgeois revolutie; dat wil zeggen, een overgang van de macht van adel naar bourgeoisie.

Dat betekent dat er twee soorten klassenstrijd simultaan plaatsvinden: die tussen de onderdrukkers en de onderdrukten (slavenhouder-slaaf, adel-horige, kapitalist-arbeider) en die tussen de oude en nieuwe onderdrukkers (slavenhouder-adel, adel-bourgeoisie). Als we dit schema aanhouden, is het niet logisch dat in het volgende tijdvak de arbeider aan de macht komt. Logisch is, dat er een nieuwe onderdrukkende klasse opstaat, met bijbehorende onderdrukte klasse.

Het afsterven van de staat

In de marxistische eschatologie wordt ook het “afsterven van de staat” voorspeld. Dit is opmerkelijk aangezien de meeste mensen het marxisme/communisme associëren met een (te) sterke staat. Volgens de leer echter, zal op het kapitalisme het socialisme volgen, de fase waarin de staat wordt ingezet om de klassenstrijd tussen bourgeois en arbeider definitief in het voordeel van laatstgenoemde partij te beslechten. Daarna zal er een klasseloze maatschappij tot stand zijn gebracht die de staat overbodig maakt - die is volgens de leer immers alleen een instrument van de ene klasse om de andere te bestrijden.

Engels:3

Zodra er geen sociale klasse meer is die onderdrukt moet worden […] valt er niets meer te onderdrukken dat een speciale repressieve macht, een staat, noodzakelijk maakt. De eerste daad waarin de staat daadwerkelijk optreedt als vertegenwoordiger van de samenleving als geheel – het bezit nemen van de productiemiddelen in naam van de samenleving – is tegelijkertijd zijn laatste onafhankelijke daad als staat. De tussenkomst van staatsgezag in de sociale verhoudingen wordt op het ene gebied na het andere overbodig en valt dan vanzelf in slaap. Het bestuur van de dingen en de leiding van de productieprocessen nemen de plaats in van de overheid boven personen. De staat wordt niet ‘afgeschaft’, hij sterft af.

De staat moet kortom eerst alles overnemen, om daarna van het toneel te verdwijnen. In de Sovjet-Unie werd er ook becijferd wanneer de staat zou verdwijnen, maar om raadselachtige (maar niet heus) redenen werd dit steeds uitgesteld. Dit zie je vaak terug in religieuze sektes: de aangekondigde komst van de messias wordt steeds even uitgesteld zodat de huidige machthebbers - helaas helaas (maar ze doen het graag) - toch nog even de touwtjes in handen moeten houden.

Maar zelfs als de staat eenmaal afgestorven is, met sint-Juttemis, dan is er nog wel “het bestuur van de dingen en de leiding van de productieprocessen [dat] de plaats in[neemt] van de overheid boven personen”. Weliswaar moet de economie bestierd worden, gemanaged, maar maakt u alstublieft niet de vergissing te denken dat dit management een staat is!

Als u dit een lachwekkende gedachtegang vindt en u zich afvraagt hoe hele volksstammen aan studenten en zogenaamde intellectuelen dit serieus hebben kunnen nemen, begrijp ik dat volkomen, maar marxisten geloven dit echt.

De managersrevolutie en het uitdijen van de staat

Wie is de in theoretisch opzicht nog vacante rol van de onderdrukkende klasse in de op het kapitalisme volgende meer op het lijf geschreven dan de manager? James Burnham schreef al over deze ontwikkeling in 1941 in zijn boek The managerial revolution. Als gewezen trotskist kende hij het marxisme in theorie en praktijk. Hij zag dat de drie belangrijkste landen van die tijd, de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie en Duitsland, weliswaar ideologisch sterk van elkaar verschilden, maar onder die vernislaag hetzelfde proces van vermanagering vertoonden.

Burnham:4

The managers will exercise their control over the instruments of production and gain preference in the distribution of the products, not directly, through property rights vested in them as individuals, but indirectly, through their control of the state which in turn will own and control the instruments of production. The state – that is, the institutions which comprise the state – will if we wish to put it that way, be the “property” of the managers’. And that will be quite enough to place them in the position of ruling class".

In onze tijd is dit proces in een stroomversnelling geraakt. De managerpopulatie woekert, zowel in het bedrijfsleven als de overheid als alles ertussenin. Dat is hier te lande niet minder het geval dan in China of Amerika. Ook op terreinen waar er niet veel te managen valt, rukken deze parasitaire bemoeials op.

Marx en Engels voorspelden het afsterven van de staat, na een periode waarin de staat juist op zijn sterkst was, zoals hierboven beschreven. Van het eerste is nog niet het flauwste voorteken te bespeuren, het tweede zien we alom. Puur kapitalisme bestaat eigenlijk niet meer. Ieder land ter wereld heeft een gemengde economie en overal vinden we de manager.

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals Desengaño, in onze boekenwinkel.

Desengaño

Om alle (aspirant-)managers van werk te voorzien, is het noodzakelijk dat de staat uitdijt, zowel op lokaal als supranationaal niveau. Ook rukt de overheid op op terreinen die ze van oudsher ongemoeid laat, zoals seksuele voorlichting, en worden de corona- en klimaatcrisis zonder twijfel ten dele opgeklopt in het belang van deze nieuwe heersende klasse. Dit belang is overigens niet alleen financieel van aard. De strijd om het schaarse goed sociale status is met de opkomst van sociale media en het wegvallen van verticale verhoudingen onwaarschijnlijk verscherpt.

Elite overproduction en woke

Bij een nieuwe heersende (onderdrukkende?) klasse, hoort een nieuw élan, en daarin wordt voorzien door het wokisme. Deze ideologie heeft voor de managers drie grote voordelen. Ten eerste verleent het hun een aura van morele superioriteit; ten tweede is het een wapen in de concurrentie met andere aspirant-elites; ten derde kost het ze niks.

Wat het tweede punt betreft, heb ik me laten inspireren door de ideeën van Peter Turchin over elite overproduction. Per definitie kan maar een klein deel van de samenleving deel uitmaken van de nieuwe elite. Dat geldt evengoed voor de Franse revolutionairen als voor de Russische als voor de wokisten. Cancel culture is voor woke wat de guillotine was voor de jacobijnen en de Cheka voor de bolsjewieken; een manier om de concurrentie uit de weg te ruimen in naam van een hoger doel.5

Links krioelt van de baantjesjagers, maar niet voor iedereen is er een baantje weggelegd in de hogere echelonen. Het risico van draagvlakverlies dreigt. Voorlopig wordt dat overeind gehouden door het opkloppen van een vijandbeeld in de vorm van de racist, de fascist en de wappie. Dit vijandbeeld is de lijm die de woke-coalitie bijeenhoudt; verder hebben ze niet veel gemeen.

Om te voorkomen dat de coalitie op termijn uiteenvalt en omdat wokisme inhoudelijk niks om het lijf heeft (zelfs nog veel minder dan het marxisme; tussen de wokist van vandaag en de marxist van weleer gaapt een iq-gat van al gauw twee standaardafwijkingen), moet ideologische loyaliteit financieel worden geconsolideerd - dat wil zeggen, afgekocht. Daarom is het zaak om naast de felbegeerde posities in het hogere management, voldoende sinecure-baantjes voor de lagere rangen te scheppen.

Dat deze bullshit jobs niks scheppen (wat produceert een diversity officer in godsnaam?), hindert niet. Tot het onvermijdelijke moment dat de voorkeur voor ideologische loyaliteit boven daadwerkelijke competentie zich gaat wreken, draait de samenleving nog door.

Ideologisch en strategisch libertarisme

Wie weleens een politieke quiz voor normies heeft gedaan, wordt geconfronteerd met een dilemma. Het antwoord op vele, cruciale vragen/stellingen hangt af van wie er aan de macht is. Neem nu een generieke stelling als “de overheid moet zo min mogelijk invloed hebben op het onderwijs”. Dat ligt er natuurlijk maar net aan: de huidige overheid moet dat zeker, maar in het geval de overheid bestaat uit verstandige, redelijke mensen, ben ik er niet op tegen dat de overheid vinger aan de pols houdt op dit terrein.

Het ziet er realistisch gesproken niet naar uit dat de overheid binnen afzienbare tijd over wordt genomen door verstandige en redelijke mensen. Integendeel: het ambtelijk apparaat wordt meer en meer gezuiverd van mensen die de officieuze woke-ideologie niet onderschrijven. Mogelijkerwijze is dit naar de aard van de overheid, aangezien die een verzorgende, dat wil zeggen matriarchale rol vervult. De sterken hebben geen overheid nodig, die zorgen voor zichzelf.

Nu ben ik niet voor het recht van de sterkste en ben ik ook geen principieel tegenstander van de verzorgingsstaat, al is het aandeel van de miljoenennota dat naar zorg gaat exorbitant.6 Ik heb nooit veel op gehad met het libertarisme, de politieke ideologie die de overheid zo klein mogelijk wil houden. Het scheen mij een min of meer autistische fantasie die mensen ten onrechte beschouwt als atomaire individuen. De laatste jaren echter, zeker sinds corona is dat gaan verschuiven. Zeker, de mens is een gemeenschapsdier, maar wat heeft de staat daarmee te maken? Gemeenschappen worden bijeengehouden door spontane genegenheid - door liefde - niet door wetten en regels. En als die staat mijn belang niet dient, maar zich meer en meer ontpopt als een tirannieke entiteit die zijn getrouwen beloont en de dissidenten het leven zuur maakt, waarom betaal ik dan eigenlijk belasting?

Dit is nog steeds geen principieel ideologisch punt, maar het is goed om erbij stil te staan dat de staat niet altijd zo alomtegenwoordig is geweest als ze nu is. Negentiende-eeuwse liberalen wilden zijn functie beperken tot het politie, infrastructuur en straatverlichting en gezien het huidige klimaat is dat zo gek nog niet. Aan een goed functionerende overheid, die niet alleen macht heeft, maar ook gezag,7 een overheid die ik niet hoef te wantrouwen, draag ik graag belasting af. Maar de komende tijd kunnen we weinig tot niks goeds van de overheid verwachten.

Daarom beveel ik voorlopig ideologie-arm, strategisch libertarisme aan. Tegelijkertijd is het zaak de staat waar mogelijk in je voordeel te laten werken. Besef wel: het is jouw belastinggeld waarmee ministers de wereld rondvliegen, waarmee lespakketten vol lgbt-propaganda worden gemaakt en waarmee het salaris van de agent die zijn knuppel in je nek legt als je daar te fel tegen protesteert, betaald wordt. Je financiert je eigen onderdrukking, cuck.

Zoals de sympathieke rijschoolhouder Saït C. ooit sprak (parafrase): “Overheid neukt jou, jij moet overheid neuken.” Pak daarom iedere subsidie en uitkering die je kan, zo lang je libertarisme niet ideologisch is, is dat niet hypocriet. En al was het dat wel, wat ga je eraan doen?


  1. Zelf werd ik er voor het eerst opmerkzaam op gemaakt door het boek Het geloof der Kameraden, hoofdstuk Klassen en klassenstrijd van Karel van het Reve; een hoogst leesbare, scherpzinnige en geestige aanrader. ↩︎

  2. “Die Geschichte aller bisherigen Gesellschaft ist die Geschichte von Klassenkämpfen.”, “De geschiedenis van iedere maatschappij tot nu toe is de geschiedenis van de klassenstrijd.”, uit Manifest der Kommunistischen Partei, Karl Marx en Friedrich Engels. ↩︎

  3. “Sobald es keine Gesellschaftsklasse mehr in der Unterdrückung zu halten gibt, […] gibt es nichts mehr zu reprimieren, das eine besondere Repressionsgewalt, einen Staat, nötig machte. Der erste Akt, worin der Staat wirklich als Repräsentant der ganzen Gesellschaft auftritt - die Besitzergreifung der Produktionsmittel im Namen der Gesellschaft - ist zugleich sein letzter selbständiger Akt als Staat. Das Eingreifen einer Staatsgewalt in gesellschaftliche Verhältnisse wird auf einem Gebiet nach dem Andern überflüssig und schläft dann von selbst ein. An die Stelle der Regierung über Personen tritt die Verwaltung von Sachen und die Leitung von Produktionsprozessen. Der Staat wird nicht “abgeschafft”, er stirbt ab.” uit ‘Entwicklung des Sozialismus von der Utopie zur Wissenschaft’ van Friedrich Engels. ↩︎

  4. The managerial revolution, James Burnham. ↩︎

  5. End Times: Elites, Counter-Elites, and the Path of Political Disintegration, Peter Turchin. ↩︎

  6. Deze thematiek wordt ook besproken in het artikel De verwevenheidheid van de zorgcrisis en de zingevingscrisis↩︎

  7. De filosoof Ad Verbrugge bespreekt de verhouding macht en gezag in zijn boek De gezagscrisis: Filosofisch essay over een wankele orde↩︎

heerlijk artikel, dat over de managers.