O fortuna, imperatrix mundi
6 minuten leestijd
Stan Hettema

O fortuna, imperatrix mundi

Over de relativiteit van geluk

O fortuna, imperatrix mundi
6 minuten leestijd

De definitie van geluk staat gelijk aan de bevrediging van menselijke behoeften, zoals beschreven in de theorie van A. Maslow.1 Anders dan bij de behoeften hiërarchie van Maslow, wordt er geen chronologische volgordelijkheid gemaakt in behoeften. Factoren op macro- en microniveau beïnvloeden namelijk de accentuatie op een behoefte en zijn om die reden bepalend in de vaststelling van de definitie van geluk. Met andere woorden: persoonlijke situaties en kenmerken tussen samenlevingen verschillen van elkaar en maken dat behoeften tussen individuen kunnen verschillen. Daarnaast speelt sociale vergelijking een rol daar waar het gaat om de nastreving van een behoefte. Men meet het geluksniveau af op anderen waardoor geluk zich altijd afspeelt binnen sociale kringen. De kern is dus dat het concept ‘geluk’ iets subjectiefs is binnen de kaders van de behoeften piramide en afgemeten wordt in relatie tot anderen. In volgordelijkheid licht ik deze conclusie nader toe.

Inzoomend op microniveau valt het sociaal milieu van een individu aan te duiden als een theatervoorstelling, waarin (f)actoren beïnvloedende en vormende figuranten zijn in het licht van de hoofdrolspeler. De invloed van factoren en actoren zijn de funderingen voor identiteit, verwezenlijken standaard gedragspatronen en brengen in kaart waar individuele problemen zitten. Daar waar ‘funderingen lekken’, ontstaan problemen die consequenties hebben voor het slachtoffer en die een behoefte veroorzaken. Reactief wordt een tekortkoming in basale behoeften dus vertaald naar het streven de ‘funderingen’ weer op te vullen. Een tekortkoming kan zich binnen alle lagen van de piramide voordoen. Zo zijn ondermeer de mate van waardering, veiligheid en gezondheid belangrijke factoren die van indicatieve aard zijn omtrent de definitie van geluk. Als een individu gedurende zijn of haar leven bijvoorbeeld weinig waardering en liefde heeft ontvangen, dan correleert deze behoefte, ten opzichte van de andere behoeften binnen de behoeften piramide, sterker met de definitie van geluk. Eveneens geldt deze causaliteit als een individu opgroeit in een onveilig sociaal milieu. Samengevat kunnen we dus stellen dat er een oorzaak-gevolg relatie is tussen persoonlijke omstandigheden en de daar uitkomende behoefte, wat de definitie van geluk beïnvloed.

Ook op macroniveau geldt deze causaliteit. Kenmerken van maatschappijen en gebeurtenissen daarbinnen zijn van grote invloed op de totstandkoming van behoeftes, eveneens de begripsbepaling van geluk. Om de invloed het best te duiden, is het van belang om de kenmerken te concretiseren. Kenmerken van een samenleving betreffen de culturele, politieke, economische situaties en de dimensies van Hofstede (collectivistisch versus individualistisch, lange- versus kortetermijngebeurtenissen, masculien versus feminien, etc). Deze kenmerken zijn van invloed op behoeften, handelingen en referentiekaders van mensen als lid van een samenleving. De combinatie van al deze verschillende kenmerken creëert in feite een mechanische kweekvijver waarin kenmerken indicatieve factoren zijn voor een te ontstane behoefte. Zo is het aannemelijk dat een minderheidsgroep die wordt gediscrimineerd in een politiek regime zich onveilig voelt en behoefte heeft aan erkenning en een gelijkwaardige behandeling (denk bijvoorbeeld aan homo’s en lesbiennes in Iran) of wanneer er oorlog is, men verlangt naar veiligheid (zoals in Oekraïne momenteel). Allemaal voorbeelden die de definitie van de mechanische kweekvijver omschrijven. Immers, er zijn kenmerken van samenlevingen, zoals een bepaald politiek regime of cultuur, en een behoefte die daaruit voortvloeit. Met andere woorden: er is een causaal verband tussen kernmerken van een samenleving, met bijbehorende situaties, en een behoefte. En zoals aangegeven staat de nadruk op een behoefte, zoals beschreven binnen de behoeften piramide, gelijk aan de definitie van geluk. Wel is het zo dat de kenmerken van samenlevingen en gebeurtenissen daarbinnen als volatiel bestempeld kunnen worden gezien ontwikkelingen van binnenuit of van buitenaf veranderingsprocessen teweeg kunnen brengen.

Zoals besproken wordt geluk gevormd door bevrediging van behoeften die, afhankelijk van persoonlijke omstandigheden tussen individuen, verschillen. Bij het nastreven van een behoefte, vergelijkt een individu zijn of haar eigen situatie, en de mate waarop de behoefte is vervuld, met anderen. Een individu gebruikt de vergelijking als definitieve maatstaf van geluk. Dit wordt aangeduid met de term ‘sociale vergelijking’. Doordat een individu een maatstaf heeft bepaald, nadat er een behoefte is ontstaan uit sociale omstandigheden, wordt er een situatie gecreëerd waarin het geloof in die maatstaf resulteert in een oprecht gevoel van ‘geluk’ wanneer aan deze behoefte is voldaan — oftewel een zichzelf bevestigende voorspelling. Dat oprechte gevoel van geluk heeft alles te maken met het belonings- en statusgevoel wat opdoekt uit het behaalde resultaat. Ter illustratie, doordat individuen in derdewereldlanden door sociale media ook in aanraking komen met de ongekende financiële rijkdom in westerse landen, kan het zijn dat er een behoefte wordt gecreëerd aan dezelfde welvaart. Hierbij wordt de westerse wereld dan gebruikt als maatstaf voor geluk uitgedrukt in een behoefte, veroorzaakt door de constante confrontatie met een “betere” financiële situatie via sociale media.

De sociale vergelijking is dus een instrument dat betekenis geeft aan een bepaalde behoefte binnen de behoeften piramide. Want een behoefte zoals bijvoorbeeld veiligheid is op zichzelf staand een leeg begrip wat pas betekenis krijgt in een context.

Doordat beweerd wordt dat geluk de bevrediging is van elementen uit de piramide van Maslow, waar jij als individu behoefte aan hebt, kan gesteld worden dat geluk juist niet iets subjectiefs is — je classificeert het immers. Toch is dat niet waar. De classificatie vindt namelijk op hoofdlijnen plaats. Want hoewel de behoefte aan veiligheid beoogt als iets algemeens, is dat in de praktijk anders. Wat het ene individu als veiligheid definieert, hoeft voor een ander individu niet te gelden. Dit is afhankelijk van de omstandigheden op micro- en macroniveau waarbinnen de behoefte aan veiligheid speelt. Onveiligheid door huiselijk geweld is bijvoorbeeld wezenlijk anders dan onveiligheid veroorzaakt door oorlog.

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals Reactionary Modernism, in onze boekenwinkel.

Reactionary Modernism

Concluderend zijn de behoeften van mensen, zoals die in de behoeften piramide, redelijk overeenstemmend. Geluk is dus op hoofdlijnen terug te classificeren. Toch bepalen factoren binnen het sociaal milieu en factoren op macroniveau, zoals politieke, culturele of economische situaties, de nadruk op een behoefte en zijn om die reden ook bepalend in de vaststelling van de definitie van geluk. Met andere woorden: persoonlijke situaties en kenmerken tussen samenlevingen verschillen van elkaar en maken dat behoeften tussen individuen kunnen verschillen. Aanvullend vergelijkt een individu bij het nastreven van een behoefte zijn of haar eigen situatie, en de mate waarop de behoefte is vervuld, met anderen. Een individu gebruikt de vergelijking als definitieve maatstaf voor geluk waardoor de behoefte van het individu als het ware gepersonaliseerd wordt. De behoefte aan bijvoorbeeld erkenning krijgt namelijk pas vorm wanneer een individu daar, door de beïnvloedende factoren op micro- en macroniveau, een bepaalde opvatting over heeft.

Geluk is en blijft daarmee subjectief. Daarnaast valt te stellen dat het leven niet gemaakt is voor een constant geluksniveau, maar dat het leven slechts geluksmomenten kent. Behoeften van mensen zijn namelijk oneindig en veranderen zodra een eerdere behoefte is bevredigd.


  1. De theorie van Maslow beschrijft een hiërarchie van behoeftes die het gedrag van een individu beïnvloeden. Een beschrijving hiervan vindt u in het volgende werk: Robbins, S.P. & Judge, T. (2014). Motivation I: Basic concepts. In Essentials of organizational behavior (pp. 122-140). Essex, England: Pearson Education ↩︎