Omtzigts troefkaart
5 minuten leestijd

v. Stormberg

Omtzigts troefkaart

Een werkbare politieke toekomst voor de populairste politicus van Nederland

Omtzigts troefkaart
5 minuten leestijd

Nog altijd leeft Nederland in het ongewisse over de keuze die ’s lands populairste politicus over zijn politieke toekomst gaat maken in de aanloop naar de komende Tweede Kamerverkiezingen. Krijgen wij op 22 november een stembiljet met daarop de Lijst Pieter Omtzigt onder onze neus, of verlaat de hoop van miljoenen definitief de politiek? Beide opties kennen grote voor- en nadelen. Wanneer Omtzigt meedoet aan de verkiezingen committeert hij zich aan de opbouw van een hoogstwaarschijnlijk gigantische toekomstige partij, die maar al te gemakkelijk een reus op lemen voeten kan blijken. Wanneer hij echter niet meedoet, verliest Nederland een van zijn effectiefste, meest geliefde kamerleden en de laatste hoop die velen nog in het systeem koesteren. Het lijkt een onmogelijk dilemma voor de nog altijd van een inzinking herstellende Omtzigt, maar een geitenpaadje biedt uitkomst, een geitenpaadje waarvan het valt te bezien of Omtzigt zelf überhaupt weet dat deze bestaat.

Dit geitenpad voert Omtzigt via technische details in de kieswet terug naar de Tweede Kamer, met een equipe van een formaat waarover hij zelf zal kunnen beslissen. Het werkt als volgt. Voor administratieve doeleinden is Nederland bij de Tweede Kamerverkiezingen ingedeeld in een twintigtal zogeheten kieskringen. Deze kieskringen beslaan een of meerdere gemeenten en zijn verantwoordelijk voor de organisatie van de verkiezingen binnen het hen aangewezen gebied. De belangrijkste taak die de kieskringen hebben, is de formulering van de kieslijst die gebruikt zal worden bij de stemming binnen de eigen kring. Om in een kieskring op het stembiljet te komen dient een partij 30 ondersteuningsverklaringen te krijgen die moeten worden getekend op de gemeentebureaus van gemeenten die aan de kring toebehoren. Indien dit aantal niet wordt behaald, verschijnt de partij in die kring ook niet op het stembiljet. Het gevolg van dit systeem is dat de partijen waarop tijdens de verkiezing kan worden gestemd verschillen van kieskring tot kieskring. Waar de kieskringen en hun ondersteuningsverklaringen voor de meeste nieuwe partijen een horde zijn, zijn ze voor Omtzigt echter een kans. Met zijn populariteit zou hij gemakkelijk 30 ondersteuningsverklaringen kunnen krijgen in elke kieskring, maar hij kan zich ook onthouden van het werven van ondersteuningsverklaringen in bepaalde kieskringen en daarmee opzettelijk de reikwijdte van zijn lijst beperken.

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals Our Way Back, in onze boekenwinkel.

Our Way Back

Daarmee is het voor Omtzigt mogelijk om zijn overwinning zo groot of klein te maken als hij zelf wil. Wil hij het klein houden dan kan hij ervoor kiezen om alleen mee te doen in een kieskring met weinig inwoners. Een voor de hand liggende optie zou dan de kieskring Zwolle kunnen zijn, die Omtzigts hartland, de provincie Overijssel, beslaat. In 2021 stemden er in de kieskring Zwolle 731.465 mensen. Ervan uitgaande dat de kiesdrempel voor een Tweede Kamerzetel ongeveer 70.000 stemmen is, zou Omtzigt slechts 10% van de stemmen in Overijssel hoeven halen om een zetel in de kamer veilig te stellen. Ter vergelijk, als kandidaat op de CDA lijst in 2021 haalde Omtzigt in Overijssel al 67.626 stemmen. Het lijkt dus waarschijnlijk dat Omtzigt zelfs bij deelname in enkel de kieskring Zwolle in november alsnog een kleine lijst getrouwen nodig zou hebben om geen zetels verloren te laten gaan. Waarschijnlijk zou Omtzigt dan in een kleine fractie met een of twee collega’s kunnen gaan zetelen, iets dat ook zijn spreektijd bij debatten en het budget van zijn fractie ten goede komt.

Voor de keuze waar een potentiële beperkte Lijst Pieter Omtzigt meedoet, speelt echter meer dan alleen schaal, spreektijd en budget. Immers, Omtzigt is bijvoorbeeld populair in Overijssel, maar de BBB is dat ook. De twee kandidaturen delen in het oosten en noorden van het land een fikse achterban. Datzelfde geldt niet voor het westen van het land, waar Omtzigt populariteit geniet, ook zeker onder linkse kiezers, maar de BBB zich niet duurzaam en grootschalig in de steden heeft weten invechten, laat staan in de linkse delen van de steden. Omtzigt kan dus zijn electorale pijlen richten op bepaalde segmenten van zijn achterban, om mogelijke toekomstige parlementaire partners niet voor de voeten te lopen en het aantal zetels voor potentiële medestanders in het parlement zo groot mogelijk te maken.

Hierbij speelt echter sterk de vraag wat voor een soort politiek Pieter Omtzigt na de verkiezingen in november vorm wil geven. Aan de ene kant is het waarschijnlijk dat hij zijn Kamerwerk als waakhond, dossiervreter en kuitenbijter het belangrijkst zal blijven vinden. Aan de andere kant heeft hij de mogelijkheid om, zelfs met een relatief kleine Kamerfractie, een essentiële rol te spelen bij de vormgeving van een daadwerkelijk nieuw politiek bestel voor Nederland. Daarmee zou hij structureel, in plaats van incidenteel, bij kunnen dragen aan een herstel van het vertrouwen van de burger in de politiek. Hij zou zonder het volle gewicht van de verantwoordelijkheid op zijn schouders te hoeven dragen, een tienvoud kunnen bereiken van wat hij tot nog toe heeft bereikt met zijn controlerende werkzaamheden. Het enige wat dat scenario van Omtzigt vraagt is het verstand om politieke keuzes te maken. In dit geval: om na te denken over wie mogelijke coalitiegenoten bij de creatie van een nieuwe bestuurscultuur zouden kunnen zijn. Een doortastende Omtzigt, die volledig de rol begrijpt die hij op dit moment in de Nederlandse politiek speelt, zou een Omtzigt zijn die misschien met een eigen lijst met daarop vijftien kandidaten aantreedt in de kieskringen Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Dordrecht, Leiden en Haarlem, maar die ook durft te zeggen hoe Nederland het wat hem betreft na de verkiezingen gaat doen. De Omtzigt die dan opstaat durft een stemadvies te geven voor de kieskringen waarin hij niet meedoet en durft kingmaker te worden in een nieuw kabinet. Met zo’n Omtzigt, een praktische politicus geen Messias, kunnen wij als land de weg naar een betere politiek inslaan. Of wij zo’n Omtzigt hebben, zal zich in de komende maanden moeten aftekenen. Tot het moment dat hij zijn troefkaart op tafel legt, leeft de verstandige Nederlander tussen hoop en vrezen.