Over de wraakzucht der tarantula’s
Nietzsches negentiende-eeuwse blik op social justice warriors
CultuurDit artikel is een hoofdstuk uit Also sprach Zarathustra van Friedrich Nietzsche:
Aanschouw, dit is het hol van de tarantula! Wilt gij haar zelf zien? Hier hangt haar web: raak het maar eens aan, zodat het trilt. Daar komt ze reeds welwillend aan: welkom, tarantula! Zwart draagt gij op uw rug uw driehoek en merkteken; en ik weet ook wat er in uw ziel leeft. Wraak leeft in uw ziel: waar gij heen bijt, daar groeit zwarte korst; met wraak maakt uw gif de ziel duizelig!
“Juist dat is onze gerechtigheid, dat de ganse wereld vol wordt van de stormen van onze wraak.”
Zo spreekt ik tot u lieden met een gelijkenis, die uw zielen duizelig maakt, gij predikanten van gelijkheid! Tarantula’s zijt gij voor mij en verholen wraakzuchtigen! Maar ik wil uw verholenheid aan het licht brengen: daarom lach ik mijn gelach vanuit de hoogten bij u lieden in het gelaat. Daarom trek ik aan uw web, zodat uw woede u uit uw leugenholen lokt en uw wraak naar voren springt vanachter uw woord ‘gerechtigheid’. Want dat de mens verlost wordt van de wraak: dat is voor mij de brug naar de hoogste hoop en een regenboog na lange stormen. Maar zo willen de tarantula’s het niet. ‘Juist dat is onze gerechtigheid, dat de ganse wereld vol wordt van de stormen van onze wraak’ - zo spreken ze onder elkander. ‘Wraak willen wij uitoefenen en allen beschimpen die niet zo zijn als wij’ - dat is de gelofte van de tarantulaharten. ‘En ‘de wil tot Gelijkheid’ - juist dat zal voortaan de naam voor deugdzaamheid worden; en tegen alles wat macht heeft, zullen wij onze klaaglijke stemmen verheffen!’
Gij predikanten der gelijkheid, de tirannieke waanzin van de onmacht schreeuwt zodoende uit u om ‘gelijkheid’: uw heimelijkste tirannieke verlangens vermommen zich zo in deugdzame woorden! Verbolgen hoogmoed, onderdrukte afgunst, wellicht de hoogmoed en afgunst uwer vaderen: het breekt uit u als een vlam en als de waanzin der wraak. Wat de vader verzweeg, komt in de zoon aan het woord; en dikwijls trof ik in de zoon het openbaarde geheim van de vader.
De Reactionair
Boekenwinkel
Ondek onze grote collectie boeken, zoals De seksuele revolutie, in onze boekenwinkel.
Ze gelijken de begeesterden: maar het is niet het hart dat hen begeestert - maar de wraak. En wanneer ze fijn en koud worden, is het niet de geest, maar de afgunst die hen fijn en koud maakt. Hun naijver voert hen ook op het pad van de denker; en dit is het kenmerk hunner naijver - altijd gaan ze te ver: zodat hun vermoeidheid hen ten leste nog op sneeuw te ruste legt. Uit al hun klachten klinkt wraak, in alle hunner lofspreuken leeft kwaadaardigheid; en rechter te zijn schijnt hun toe als zaligmakend. Daarom is mijn raad aan u lieden, mijn vrienden: wantrouw allen in wie de drift om te straffen machtig is! Dat is slecht volk van lage afkomst; uit hun gezicht blikt de beul en de bloedhond. Wantrouw allen die veel over hun gerechtigheid spreken! Waarlijk, het ontbreekt hun zielen niet slechts aan honing. En wanneer zij zichzelf ‘de goeden en de rechtvaardigen’ noemen, vergeet dan niet dat niets hen onderscheidt van de farizeeërs, behalve dan macht!
Mijn vrienden, ik wil niet vermengd en verwisseld worden. Er zijn er die mijn leer van het leven prediken: en tegelijk zijn zij predikers van de gelijkheid en tarantula’s. Dat zij het leven tot willen spreken, ook als ze in hun holen zitten, deze gifspinnen, afgewend van het leven: dat maakt dat ze daarmee pijn willen doen. Zij willen hen pijn doen die nu macht hebben: want bij hen is de doodspreek nog het meeste thuis. Ware het anders, dan zouden de tarantula’s iets anders leren: en uitgerekend zij waren eertijds de beste wereldlasteraars en ketterbranders.
“De mensen zijn niet gelijk.”
Met deze predikanten der gelijkheid wil ik niet vermengd of verwisseld worden. Want zo spreekt de gerechtigheid tot mij: ‘de mensen zijn niet gelijk’. En ze worden het ook niet! Wat was mijn liefde tot de Supermens (Übermensch) als ik anders sprak? Op duizend bruggen en steigers zullen zij zich naar de toekomst dringen, en steeds meer oorlog en ongelijkheid zal er tussen hen zijn: zo doet mijn grote liefde mij spreken! Uitvinders van beelden en geesten zullen ze worden in hun vijandschappen, en met hun beelden en geesten zullen zij de hoogste strijd nog tegen elkander strijden! Goed en kwaad en rijk en arm en hoog en nederig en alle namen van waarden: wapenen zullen het zijn en rinkelende merktekenen daarvan dat het leven zichzelf altijd weer overwinnen moet! In de hoogte wil het zich bouwen met pijlers en trappen, het leven zelf: in weidse verten wil het blikken en uitzien naar zalige schoonheden - daarom heeft het hoogte nodig! En omdat het hoogte nodig heeft, heeft het trappen nodig en tegenspraak tussen trappen en klimmers! Klimmen wil het leven en klimmend zich overwinnen.
En zie mij toch, mijn vrienden! Hier, waar het tarantulahol is, verheffen de brokstukken van een oude tempel zich opwaarts - aanschouw het toch met verlichte ogen! Waarlijk, wie hier eens zijn gedachten in steen naar boven torende, van het geheim aller leven wist hij gelijk de wijsten! Namelijk dat er strijd en ongelijkheid zelfs nog in schoonheid is, en ook oorlog om macht en overmacht: dat leert het ons in de duidelijkste gelijkenis. Hoe goddelijk de gewelven en bogen zich breken, als in een worsteling: hoe ze met licht en schaduw elkaar wederstreven, de goddelijk strevenden - Aldus, vast en klaar, laat ons ook vijanden zijn, mijn vrienden! Goddelijk zullen wij elkaar wederstreven! -
Ach en wee! Daar beet mij de tarantula, mijn oude vijandin! Goddelijk vast en klaar beet zij mij in mijn vinger! ‘Straf en gerechtigheid moeten er zijn’ - zo denkt ze: ’niet om niets zal hij hier liederen ter ere van de vijandschap zingen!’ Ja, ze heeft zich gewroken! En ach en wee, nu zal zij met haar wraak ook mijn ziel nog duizelig maken! Opdat ik echter niet duizelig word, mijn vrienden, bind mij vast aan deze pilaar! Liever nog een pilaarheilige wil ik zijn, dan een draaikolk van wraak. Waarlijk, geen draaikolk of wervelwind is Zarathustra: en als hij een danser is, dan toch nimmermeer een tarantuladanser!
Aldus sprak Zarathoestra.