Soldaten! Naar het front voor onze frieten!
Hoe socialistische stikstofpolitiek een sluipmoord pleegt op onze friet
Politiek“Verdrijf de koelakken uit de kolchoz”, verkondigt een propagandaposter van de Sovjet-Unie uit 1930.1 Die zinspeelt op het stigmatiseren en kleineren van zelfstandige boeren. Immers, de staat weet wel beter hoe landbouw werkt.
Anno 2023 slaat de stikstof-religie een iets andere toon aan, maar de tendens is dezelfde: de zelfstandigheid en kennis van de boer, zelfs wanneer hij zijn aardappelen oogst, zal moeten wijken voor de groene agenda. Oftewel: de werkelijkheid zal zwichten voor het ideologische model van de stikstofagenda.
De boer mag niet langer zelf bepalen wanneer hij de Nederlander voorziet van goede, grote aardappelen en stevige friet. Hij die dat wel doet, staat stigmatisering en onderdrukking te wachten. Totalitaire winden van collectivisatie en onteigening zijn overgewaaid naar het ‘liberale westen’. Privébezit en de zelfstandige boer zijn van vriend tot vijand veranderd en het gewone volk moet grote offers brengen voor de (groene) revolutie.
Wettelijke aanval op de aardappeloogst
Dat Den Haag de boeren in het verdomhoekje zet, is zo klaar als een klontje. Niet louter de boeren, ook de niet-agrarische Nederlander zal de stikstofregels voelen, en wel in de frietzak (en in de portemonnee). De nieuwe stikstofregels raken de gehele landbouwsector, maar in dit specifieke voorbeeld bevat het zevende actieprogramma ‘Nitraatrichtlijn 2022-2025’ de lijst van maatregelen die onze aardappelteelt de das om doet. Want waar de akkerbouwers voor vreesden is realiteit geworden: aardappelen vallen niet in de lijst van winterteelten.2 Wintergewassen hoeven pas laat in het jaar geoogst te worden en niet meer vervangen door een vang-gewas dat stikstof uit de grond zou moeten halen. Vanggewassen zijn in het kader van deze richtlijn verplicht om volledig ingezaaid te worden voor 1 oktober van ieder kalenderjaar, vanwege het feit dat deze gewassen groeien op zand- en lössgronden, wat volgens de Nitraatrichtlijn wordt geacht slechter te zijn in het opvangen en opslaan van stikstof. Stikstof belandt makkelijker in het grondwater bij zand- en lössgronden, in tegenstelling tot klei- en veengronden. Aardappelteelt vindt overigens ook plaats op veen- en kleigronden, al is er wel een toename geweest van verschuiving naar teelt op zand- en lössgronden.3
Wat zijn de praktische gevolgen? Los van het feit dat de Nitraatrichtlijn de aardappelboer volledig beperkt in zijn zelfstandigheid en vrijheid om met zijn grond te doen wat hem goeddunkt, zullen de aardappelen stukken kleiner zijn op het moment dat de oogst plaats moet vinden, en zijn er meer aardappelen nodig om dezelfde frietzak (of andere aardappelproducten uiteraard) te vullen, waardoor er een verschuiving zal plaatsvinden in de vraag-en-aanbod verhouding. Daarbovenop komt dan dat alle aardappelen van alle individuele boerenbedrijven tegelijkertijd op de markt zullen komen, wat op zijn beurt ook negatieve effecten zal hebben op het rendabel opslaan en verwerken van aardappelen. Landbouworganisatie LTO stelt zelf ook dat de aardappelen het juist van de groei in september en oktober moeten hebben voor een voldoende opbrengst. Ook de kwaliteit van onze aardappelen zal een flinke deuk oplopen: want wie straks nog bereid is om meer te betalen voor een patatje, staat ook slappe(re) friet te wachten; de kleinere aardappelen bevatten nog te weinig zetmeel/droge stof, wat als gevolg heeft dat de friet slap wordt.45
Kortom, dramatisch dus, zoals de Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI) zelf ook stelt.6 De sanctie van het niet naleven van deze nieuwe regelgeving dwingt de boer al helemaal om zich netjes aan de regels te houden. Want als de boer het lef heeft om in jaar 2023 te oogsten na 1 oktober, zal hij worden gekort in het volgende jaar – dan zou hij in 2024 ‘minder stikstof mogen gebruiken’, wat dan natuurlijk ten koste gaat van zijn omzet. Boeren beperken in hun vrijheden? Een sluipmoord plegen op privé-eigendom? We lijken de Sovjet-Unie wel!
De duistere geschiedenis van collectivisatie en de ‘Grote Sprong Voorwaarts’
In de Sovjet-Unie werd collectivisatie grootschalig ingevoerd. Stalins socialistische, dan wel communistische idee,7 was het opkomen voor de minderbedeelden in de samenleving; het sterker vertegenwoordigen van het proletariaat, want zij zouden immers worden uitgebuit door het kapitalistische systeem dat in handen is van de bourgeoisie.
Echter, dit was (en is) het masker; de mooie kaft van het kafkaëske verhaal, de (nooit waargemaakte) belofte van het socialisme. Want Stalin, waarvan je dan eigenlijk zou moeten denken dat hij het goed voorhad met de simpele boer, stond erg argwanend tegenover hen: hij zag de boeren als gevaar voor zijn uitwerking van socialisme. Vanuit zijn perspectief gezien begrijpelijk, want de communisten, waaronder vooral de Communistische Partij van de Sovjet-Unie, zijn met reden nooit blij geweest met particuliere landbouwers. De herenboeren, de koelakken, moesten uit de weg geruimd worden zodat het volk “vrede, land en brood”, zoals Lenin beloofd had, zou krijgen. Zij die net wat meer land bezaten, of net iets meer koeien dan de buren, zouden schuldig zijn aan het in bezit houden van overschotten van landbouwproducten: zij voldeden niet aan het communistische ideaalbeeld. Daarom streed de Communistische Partij voor collectivisatie, en Stalin – die leider van de Communistische Partij werd in 1929 – was voornemens om de industrialisatie te versnellen. Op deze manier werd de last voor de boeren zwaarder, want een groeiende industrie zou betekenen: meer werk, meer arbeiders, dus meer honger, meer eten nodig, dus graan gelegitimeerd afpikken van de boeren.8 Zo werd collectivisatie nuttig voor het faciliteren van de industrialisatie en was het een uiterst goede manier voor de bolsjewieken om de koelakken langzaam maar zeker uit te roeien.
De Reactionair
Boekenwinkel
Ondek onze grote collectie boeken, zoals De seksuele revolutie, in onze boekenwinkel.
Er kwam dus meer vraag naar graan, en dat opende de deuren voor Stalin en zijn companen om graan te vorderen van de koelakken, met veel verzet tot gevolg. In het jaar van de grote crisis, 1928, kocht de Sovjet-Unie minder graan in van andere landen, en beweerde dat er wel genoeg graan werd verbouwd voor de bevolking, maar dat de koelakken het graan aan het hamsteren waren, en dat het dus aan hen te wijten was dat het volk niet genoeg te eten had. Feit is dat graan gevorderd werd van de zelfstandige boer, en dat die vorderingen hem ertoe brachten om massale productie te staken. Er werd echter van iedere boer graan gevorderd; klein of groot, dat deed er niet toe. De kleine boeren merkten de negatieve effecten van deze vorderingen het snelst, en werden gedwongen hun familiebedrijven en levenswerk op te geven: het dwong ze richting de steden, om daar in de industrie het nodige geld te verdienen.
Naast de herverdeling of overname van land door de staat doen totalitaire regimes ook aan het ‘micromanagen’ van de landbouw, zelfs wanneer de beleidsmakers weinig verstand van of ervaring met landbouw hebben.
Ook in maoïstisch China werden de boeren die gewoonlijk nog de religie van hun voorouders en traditionele feestdagen volgden, geconfronteerd met collectivisatie tijdens de ‘Grote Sprong Voorwaarts’ vanaf 1958. De staat zette tegelijkertijd in op zowel radicale modernisering als industrialisering. Noch traditionele grootgrondbezitters noch zelfstandige boeren hebben daar een plaats in.
Mao forceerde de implementatie van de pseudowetenschappelijke ideeën van de Sovjet-econoom Trofim Lysenko. Maar zijn ambitie ging nog verder. Ratten, muggen en zelfs mussen moesten worden uitgeroeid. Deze natuurlijke medebewoners van landbouwgebieden die al duizenden jaren bestonden waren blijkbaar uit het niets een gevaar geworden voor het milieu dat bestreden moest worden. Tot verbazing van de partij kwam er vervolgens een plaag van een natuurlijke prooi van de mus, namelijk treksprinkhanen.9
Ook nu blijkt het beleid vaak kortzichtig, bedacht door stadse ideologen met weinig degelijke werkervaring, behalve in de politiek.
‘Vooruitgang’, utopisme en ‘moderne wetenschappelijke’ inzichten worden standaard aangehaald wanneer de staat (traditionele) rechten van burgers wil inperken. Het uitwissen van eeuwenoude organische gemeenschappen en levenswijzen lijkt essentieel voor het redden van het land/de staat/het volk/de revolutie/het milieu.
De moderne omhooggevallen elite die de adel heeft vervangen denkt dergelijke offers van de gewone burger te kunnen eisen, terwijl ze zelf blijft vliegen, meerdere huizen koopt en beschermd wordt tegen de effecten van inflatie. Tijdens de coronacrisis bleek in de praktijk de lockdown ook vaak niet echt voor de ‘boven ons gestelden’ te gelden.
Conclusie: Sovjet-leefwijze voor het gewone volk
Links lijkt niet meer te staan voor de emancipatie van de arbeider. De arbeider wordt geofferd aan Moeder Aarde en natuurlijk ook nog steeds aan het multiculturalisme en het mondialisme. Er is geld voor Oekraïne, de EU, stikstof en vluchtelingen, maar niet voor de ouderen of gezondheidszorg.
Is de groene religie misschien een nieuw vals bewustzijn zoals Marx dat beschreef?10 Apocalyptische angst die ervoor moet zorgen dat de gewone burger accepteert dat hij minder op vakantie kan gaan of kan autorijden, luxe eten of zelf warmte hebben in de winter; terwijl politici, NGO leiders en mensen uit Hilversum blijven vliegen met business class?
Sommigen zien voordelen in soberder en ascetisch leven en hebben maar beperkt moeite met het lang zonder friet of snoep te stellen. Maar als keuzevrijheid niet belangrijk is in kwesties als wat je eet of waar je naartoe reist, waarbij dan wel? Vasten is net als celibatair leven: het moet een vrijwillige keuze zijn. Zelfdiscipline en ascese zijn sinds de jaren ‘60 (zo niet eerder) onderuitgehaald, samen met traditionele religie, gemeenschappen, traditie en het gezin. Nu slaat ‘vrijheid-blijheid’ om in verpaupering. We hoeven nu niet meer voor heiliging van de ziel te vasten, maar om zogenaamd de aarde te behouden voor onze kinderen en kleinkinderen (waar we er niet eens te veel van moeten krijgen!). Kortom: we leven niet meer in angst voor de hel of de ‘Dag des Oordeels’, maar in angst voor corona en natuurrampen.
Het opleggen van een ascetisch quasi-kloosterleven aan het gewone volk is één van de oudste totalitaire tradities. Het is ook inherent anti-Europees en antichristelijk.
Historiek.net, Communistisch Rusland (1917-1940) ↩︎
Nieuwe Oogst, ‘Consument gaat 1 oktoberregel nitraatbeleid hard voelen in de knip’ ↩︎
Boerenbusiness, Kleiboeren geven de brui aan teelt consumptieaardappel ↩︎
NH Nieuws, Boeren gedwongen tot “zoveelste onmogelijke taak”: oogsten terwijl er niet eens gezaaid is ↩︎
Agrifutures, Nederlandse friet in gevaar door stikstofregels ↩︎
Covagri.be, Hoe wordt de kwaliteit van aardappelen bepaald? Het onderwatergewicht ↩︎
Socialisme en communisme werd in de negentiende en begin twintigste eeuw vaak inwisselbaar gebruikt. Communisten zagen zichzelf van oudsher ook als (een vorm van) socialisten. Communistische staten omschreven zichzelf als socialistische republieken. ↩︎
Leon Trotski, De revolutie verraden ↩︎
Meltdown in Tibet, Mao’s footprint ↩︎
Georges Politzer, Het dialectisch materialisme en de ideologieën ↩︎