Spreken uit de schaduwen
7 minuten leestijd

Anton Prins

Spreken uit de schaduwen

Een ode aan de anonimiteit

Spreken uit de schaduwen
7 minuten leestijd

Er is een web van leugens door onze samenleving gesponnen waarin wij dagelijks verstrikt raken. Oprechtheid wordt met voeten getreden en raakt vertroebeld door beleefdheden, sociale druk en persoonlijke betrokkenheid. Dit dwingt ons tot het bewaren van een zekere afstand tot elkaar, zelfs in de meest intieme relaties, en gesprekken met collegae, vrienden of zelfs met onze geliefden zijn doordrenkt van trivialiteiten en oppervlakkigheden. Tot op zekere hoogte is dit uiteraard inherent aan het samenleven in het algemeen. Schopenhauer legt dit uit middels de volgende gelijkenis:

“Eine Gesellschaft Stachelschweine drängte sich, an einem kalten Wintertage, recht nahe zusammen, um, durch die gegenseitige Wärme, sich vor dem Erfrieren zu schützen. Jedoch bald empfanden sie die gegenseitigen Stacheln; welches sie dann wieder von einander entfernte. Wenn nun das Bedürfnis der Erwärmung sie wieder näher brachte, wiederholte sich jenes zweite Übel; so dass sie zwischen beiden Leiden hin und her geworfen wurden, bis sie eine mäßige Entfernung herausgefunden hatten, in der sie es am besten aushalten konnten.”1

In feite houdt deze impasse in dat werkelijke intimiteit een onbereikbaar ideaal is, en dat men vrijwel altijd op zijn tellen moet passen om zich uit te spreken, ongeacht het gezelschap. Men moet tegen les autres noodgedwongen muren opwerpen,2 en zelfs leugens worden in veel gevallen uit pure zelfbescherming geboren. Voor voorbeelden hoeven we niet ver te zoeken; kijk alleen al naar venijnige roddels of de tendens om op een later ogenblik woorden opzettelijk te verdraaien. De vijandigheid tegenover de oprechtheid overstijgt mildere vormen als we in ogenschouw nemen hoe wordt omgegaan met de zogenaamde vrijheid van meningsuiting, te weten dat “cancel culture” welig tiert en dat het risico altijd bestaat, dat werkgevers gebeld worden, of persoonlijke informatie wordt verspreid waar sprake is van het uitdrukken van onwelgevallige denkbeelden.

Het is daarbij wrang te noemen dat met plechtigheid wordt gesproken over de vrijheid van meningsuiting, en dat men pronkt met diversiteit, daar het zich hier handelt om een kolossale listigheid. De meningen en gedachten onder de oppervlakte zijn eenvorming, en de liberale tolerantie gelimiteerd tot de inzichten die daarbinnen passen. Men gaat erg ver om de denkbeelden die beschouwd worden als achterhaald zwart te maken, en maakt zich ongestraft schuldig aan de meest grove beschuldigingen en ongenuanceerde vergelijkingen.

Wij zouden naar aanleiding van zowel de algemene begrenzingen van de openheid als de specifieke beperkingen die de huidige situatie kenmerken, met de openlijke geweldsfantasieën tegen prominente conservatieve en reactionaire publieke figuren, ons cynisch in stilte kunnen hullen en met Schiller zeggen dat de mensen die zich niettemin uitspreken in een dergelijk klimaat—waar iemands woorden geslepen worden tot de messen die uiteindelijk in zijn rug belanden—naïef zijn:

“Wenn ein Mensch ohne Weltkenntnis, sonst aber von gutem Verstande, einem andern, der ihn betrügt, sich aber geschickt zu verstellen weiß, seine Geheimnisse beichtet und ihm durch seine Aufrichtigkeit selbst die Mittel leiht, ihm zu schaden, so finden wir das naiv.”3

“Anonimiteit kan zo een bevrijding vormen van deze banden die onze tong in het dagelijkse leven binden.”

Anton Prins

Zo zouden wij ons echter naar de situatie schikken, terwijl het pluralistisch denken in een steeds nauwer keurslijf worden geperst. Daarom is het belangrijk dat er een uitvlucht is voor de mensen die dit steeds zwaarder wordende juk van hun schouders willen werpen. Anonimiteit kan zo een bevrijding vormen van deze banden die onze tong in het dagelijkse leven binden.

Enerzijds kunnen we wellicht zeggen dat ook dit een masker is dat ons de blik op de mens achter de anonimiteit beneemt. Anderzijds zetten wij in het dagelijkse leven continu verschillende maskers op en af en kan het zien van een gezicht juist een bedrieglijke vertrouwelijkheid scheppen. Anonimiteit is niet per se als ondoorzichtiger masker te beschouwen dan al deze anderen die wij dagelijks tussen onszelf en anderen plaatsen.

Een negatieve blik op anonimiteit lijkt, als we het heersende narratief mogen geloven, niet geheel uit de lucht gegrepen, en hangt samen met het feit dat de dagelijkse grenzen van onze oprechtheid niet louter als zelfbescherming fungeren, maar wellicht in gelijke mate als sociale controle, om ons tot gewenst gedrag te manen. Om deze reden wordt de mogelijkheid om in ongepaste avances, pesterijen of zelfs bedreigingen te vervallen achter de sluier van de anonimiteit dikwijls als tegenargument aangehaald als men het over anonimiteit heeft, en zij die anoniem zijn worden allen over één kam geschoren en per definitie als kwaadwillenden bestempeld.4

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals Desengaño, in onze boekenwinkel.

Desengaño

Dit is echter de onvermijdelijke keerzijde van de voordelen die anonimiteit ons biedt. Immers handelt het zich hier om dezelfde limiteringen die ook onze oprechtheid onderdrukken en ons diepe verlangen om ons in alle openheid uit te spreken verstikken. Wij moeten ons wel wapenen tegen de negatieve effecten van anonimiteit, door te waken voor heimelijke bijbedoelingen van de mensen die anonimiteit gebruiken om hun eigen belangen te dienen middels pogingen een pernicieuze invloed uit te oefenen op het discours, of door hun anonimiteit in te zetten om een bepaald gedachtegoed zwart te maken.

Dit vereist een kritische blik; maar is dit niet evengoed noodzakelijk bij auteurs wier reputatie hun woorden voorgaan? Ook zij onthullen niet altijd vrijelijk hun motieven. Wellicht is juist hier een zekere scepsis ten allen tijde op zijn plaats, omdat bij voorbaat verwachtingen gewekt worden aan de hand van naam en faam over de inhoud van het werk dat voor ons ligt.

We zouden kunnen stellen dat anonimiteit de aandacht louter op de boodschap vestigt, niet op de boodschapper, en dat het de randzaken van identiteit en status wegneemt. De geschiedenis leert ons dat de anonimiteit van een auteur niets afdoet aan de intrinsieke waarde van een werk. Zo wijzen wij aan oude literaire werken als de poëtische Edda, de alf laila wa-laila en verscheidene middeleeuwse ridderromans en heldenverhalen een intrinsieke waarde toe,5 en zelfs al plegen wij onderzoek naar de identiteit van de schrijver, doet dit tussentijds niets af aan de waarde van deze werken.

Natuurlijk heb ik niet alleen werken van een danige onsterfelijkheid in gedachten in dit artikel, maar voornamelijk kleine stukjes die niettemin waardevol kunnen zijn voor zowel schrijver als lezer. De schrijver kan zo namelijk zijn gedachten en gevoelens uitdrukken zonder deze te moeten verdunnen uit vrees voor het ongenoegen van de omgeving of de heksenjacht die de politieke correctheid kenmerkt, terwijl de lezer onbevooroordeeld de woorden tot zich kan nemen, zonder dat er enige verwachtingen bestaan door de persoonlijkheidscultus rondom de schrijver als individu.

Gezien de aandacht nu enkel en alleen uitgaat naar het geschrevene, verwerft deze een zekere puurheid. In een sfeer waar de sociale verhoudingen en publieke of politieke mores geen zeggenschap hebben en waar hun stekels niet reiken ontstaat een directere verbinding, een zekere intimiteit, tussen schrijver en lezer die in het optimale geval verworden kan tot een schier grenzeloze oprechtheid.


  1. “Een groep stekelvarkens kroop op een koude winterdag dicht bij elkaar, om zich door de wederzijdse warmte tegen bevriezing te beschermen. Weldra voelden ze echter elkaars stekels, waarop ze zich weer van elkaar verwijderden. Toen de behoefte aan warmte hen weer dichter bij elkaar bracht, herhaalde zich hetzelfde ongemak, zodat ze tussen beide kwellingen heen en weer geslingerd werden totdat ze een gemiddelde afstand van elkaar vonden, waarmede ze de situatie het beste konden uithouden.” - Arthur Schopenhauer, Parerga und Paralipomena↩︎

  2. Naar een citaat van Jean-Paul Sartre “l’enfer c‘est les autres” uit zijn toneelstuk Huis clos↩︎

  3. “Wanneer een mens zonder wereldkennis, maar buitenom dat met goed verstand, een ander die hem bedriegt maar dit slim weet te verbloemen, zijn geheimen opbiecht en hem door zijn oprechtheid zelf de middelen geeft, hem te schaden, dan vinden wij dit naïef.” - Friedrich Schiller, Über naive und sentimentalische Dichtung↩︎

  4. Getuige de vele pogingen van overheden om de anonimiteit op het wereld wijde web te beteugelen—en toch strookt dit niet met de waarheid. Zie bijvoorbeeld de respons van Twitter op voornemens van de Australische regering om anonieme accounts te weren: The Guardian, Twitter says any move by Australia to ban anonymous accounts would not reduce abuse↩︎

  5. Van werken als Sir Gawain and the Green Knight, St. Erkenwald, de Lancelotcompilatie en Beowulf zijn de oorspronkelijke auteurs onbekend, van vele anderen op zijn minst betwijfelbaar. ↩︎