Stadhuis in crisis
Een exercitie in automatisch gegenereerde microfictie
PolitiekJe had een speld kunnen horen vallen in de raadszaal toen de spreker van de FVD-fractie bij de katheder stond. Alle ogen waren op hem gericht, in afwachting van zijn woorden. Hij schraapte zijn keel en begon te spreken, zijn stem klonk zelfverzekerd en vastberaden.
“Gender bestaat niet,” verklaarde hij, zijn woorden galmden door de gangen van het stadhuis. De radertjes in de hersenen van de raadsleden schokten tot stilstand en ze keken elkaar vol ongeloof aan.
Ze hadden al eerder bizarre uitspraken van deze partij gehoord, maar deze was wel de overtreffende trap. De vertegenwoordiger van Forum ging door met spreken, maar zijn woorden waren gericht tot dovemansoren. De raadsleden waren te verbijsterd om te reageren en het enige geluid dat te horen was, was het geritsel van papieren en het geschuifel van kleding terwijl mensen zich ongemakkelijk op hun stoelen bewogen.
Toen de toespraak ten einde kwam, strompelden de raadsleden de zaal uit, hun ogen glazig van ongeloof. Ze dwaalden doelloos door de gangen, hun geest niet in staat om de verklaring die ze zojuist hadden gehoord te bevatten.
Ze waren van streek en angstig, hun harten zwaar van de last van de woorden van de FVD-vertegenwoordiger. Hoe kon iemand het bestaan van gender ontkennen? Hoe konden ze zo onverschillig en afwijzend zijn ten opzichte van de strijd die zoveel mensen dagelijks moesten doorstaan?
De Reactionair
Boekenwinkel
Ondek onze grote collectie boeken, zoals De seksuele revolutie, in onze boekenwinkel.
Tranen stroomden over de gezichten van de raadsleden terwijl ze liepen, hun stappen wankel en onvast. Ze waren verdwaald, afgedreven in een zee van verwarring en verdriet.
De ooit bruisende gangen van het stadhuis waren nu stil, op het zachte geluid van geween na. Het was alsof de lucht uit het gebouw was gezogen, een gevoel van verlatenheid en wanhoop achterlatend.
Uiteindelijk vonden de raadsleden hun weg naar een kleine vergaderzaal. Ze zaten in een kring, hielden elkaars handen vast en troostten elkaar door hun tranen heen. Ze wisten één ding zeker en dat was dat ze verder moesten gaan. Verder gaan en blijven strijden voor de rechten van alle mensen, ongeacht hun zelfgeïdentificeerde gender.
Terwijl de zon onderging en de stad stilviel in afwachting van de nacht, kwamen de raadsleden uit de vergaderzaal, hun gezichten nog vochtig van tranen. Ze waren vastberaden, klaar om de uitdagingen aan te gaan die voor hen lagen. Ze wisten dat ze nog een lange weg te gaan hadden, maar ze waren bereid om te vechten voor wat juist was, zelfs als dat betekende dat ze onderweg nog heel wat wat tranen zouden vergieten.