Stoutmoedige gedachten van een vooruitziend genie
6 minuten leestijd

Robert Lemm

Stoutmoedige gedachten van een vooruitziend genie

Over Papini's Gog

Stoutmoedige gedachten van een vooruitziend genie
6 minuten leestijd

Verveling is een soort epidemie die Europa rijp maakt voor de ondergang. Verveling is het slotakkoord van elke beschaving. Het is de aderverkalking van grote denkende volkeren. Verveling is de toestand van een ras dat zijn geloof heeft verloren en dat het materieel nog voor de wind gaat. Het is leegte alom. Sport, verafgoding van het lichaam, seks slaan de klok. God, voor zover nog genoemd, is overrompeld door het ik. Hij is identiek met de Natuur. Hij is een idee.

Het is een tijd van spullen produceren die niemand nodig heeft, terwijl de producenten elkaar de tent uitvechten om ze zo goedkoop mogelijk te slijten aan het publiek. Het is de pretentie om het bij helder weer te laten regenen en ieder onweer tijdig te kunnen verdrijven.

Epidemieën en oorlogen dunnen de bevolking uit, alleen leggen ook jongeren en werkenden het loodje. De opzet was alleen de nuttelozen te verdelgen om het evenwicht tussen wie geboren worden en wie doodgaan te bewaren. De bedoeling was alleen de zwakken en kwetsbaren te smoren middels toediening van specifieke medicijnen. Zo luidde althans de opdracht van de thanatofielen, ook wel vrienden van de mensheid geheten.

Geschiedschrijving

Die zou van het heden moeten teruggaan naar het verleden, want eerst achteraf blijkt wat voorheen de betekenisvolle feiten waren. Gevolgen verwijzen altijd naar oorzaken. De tocht van Mohammed naar Mekka in 622 van de christelijke jaartelling krijgt voor Europa pas betekenis door de kruistochten en de wil om het Heilig Graf in Jeruzalem te veroveren, zeshonderd jaar later. Het Romeinse Rijk laat zich pas kennen vanaf de vierde eeuw, toen de barbaren het binnenvielen. De dictatuur van Napoleon wordt pas begrijpelijk als men de revolutie van 1789 in aanmerking neemt, en het daaraan voorafgaande absolutisme van koning Lodewijk XIV. Alleen door de geschiedenis van achteren naar voren te verhalen krijgt ze het aanzien van wetenschap. Zo kan men ook een menselijk individu pas peilen door zijn laatste levensdag in ogenschouw te nemen. En om af te sluiten: het huidige tijdsgewricht laat zich plaatsen door het te herleiden tot de Schepping, tot Genesis.

Alle ouden hebben aan zielsverhuizing geloofd, zoals nu nog in een groot deel van India. De oervolkeren stonden dichter bij de waarheid dan wij. Zo kon een mens veranderen in een dier, en in het grootste aantal dieren zit de geest van een mens gevangen. Laat ons daarom de mens uit het dier bevrijden, want het feit is dat de meesten zich gedragen als dieren. Voor dat bevrijdingswerk dient de soteriologie.

Gaat men uit van de psychologie, dan zou iedere schuldige moeten worden vrijgesproken. Houden we daarentegen rekening met het heil van de samenleving, dan hoort iedere schuldige voor goed te worden verwijderd. De ergste misdrijven – vadermoord, landverraad… - zouden door onmiddellijke dood moeten worden bestraft. Middelmatige vergrijpen – verwondingen, diefstallen, oplichterij – verdienen levenslange deportatie. Op die manier kun je rechtbanken, rechters, procedures, jury’s, gevangenissen afschaffen. Criminaliteit vervolgen is de hoogste plicht van een staat die zichzelf serieus neemt. Onschuldigen bestaan niet - gelet op gedrag, levenswijze, gevoelens, gewoonten.

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals Desengaño, in onze boekenwinkel.

Desengaño

Sommigen hebben getracht een universele taal te scheppen, maar niemand is er in geslaagd een godsdienst te bedenken die voor iedereen aanvaardbaar is. De dwaling ligt in het gegeven dat men onvoldoende het wezen van de mens heeft doorgrond. Uit angst of suggestie veinst men eerbied voor goden, helden, vaderland, mensheid of andere abstracties. Dat zijn allemaal schermen om daarachter ons ware geloof te verbergen. Nodig is rekening houden met het “psychologische kernpunt” van de menselijke handelswijze: de egolatrie. Ieder vereert zichzelf, maakt van het zelf zijn persoonlijke god. Zo zijn er even veel goden als mensen. De filosoof Fichte pontificeerde: wij zullen God scheppen. Het begrip “mensheid” is een flatus vocis. Zie Walt Whitmans Song of Myself.

  • Einstein maakte van tijd ruimte, of van ruimte tijd, en zo werd alles relatief. Ruimte en tijd zijn ondeelbare aspecten van een enkele werkelijkheid, inclusief materie, kracht, licht, elektriciteit, inertie, zwaartekracht. Alle wetenschap is fysica. In het begin was, en is beweging.

  • Freud voelt zich kunstenaar, romanticus, voor wie literatuur diende om jezelf te bevrijden van Oedipus en Narcissus, zoals Heine, Zola, Mallarmé, Goethe deden.

  • Edison: De vooruitgang via de elektriciteit of de machine verandert niets aan onze oorspronkelijke doem. De man moet blijven denken, de vrouw moet blijven baren, want er is nog altijd geen machine die denkt en baart – die ervoor zorgt dat de man niet meer hoeft te denken, en de vrouw niet meer hoeft te baren.

De wereld wordt steeds gevaarlijker, en vluchten kan niet meer. Het is overal onveilig. Verstandig is het om bijtijds te sterven.

De mens is onmachtig tegenover de Natuur. We kunnen de koude van de winter niet verzachten, noch de hitte van de zomer temperen. We kunnen orkanen niet tegenhouden, noch de droogte voorkomen.

Er is te veel zee. De bevolking neemt toe, en er is steeds meer voedsel nodig. We kunnen de bergen niet omverhalen om meer akkers te bebouwen. De armoede en de honger laten zich niet uitbannen.

Poëzie is industrie, dichters zijn als arbeiders, eventueel met drugs om inspiratie te krijgen.

De schrijver H.G. Wells handelt in wetenschappelijke utopieën, het toekomstig lot van de mensheid verpakt in literaire fantasieën. Techniek van gas- en luchtoorlogen, verwoesting van steden, massale zelfmoord, grote beschadigingen aan de planeet zijn de kenmerken. De beschaving verdwijnt, alleen de barbaren blijven. Kerken, bibliotheken en fabrieken worden ruïnes.

Filosofie: die verdwijnt in de klassieke zin, in de zin van Plato en Socrates. In plaats daarvan hebben we de moderne waanzin van Rousseau, August Comte en Nietzsche. En zo krijgen we de filomanie, wat is: liefde voor krankzinnigheid, in plaats van voor wijsheid. We krijgen metasofie, wat is: niet geloven in het bestaan van wat dan ook, inclusief de mens. Want God is dood, dus niets bestaat. Het wat tegenwoordig doorgaat voor Zijn (Heidegger) is verdampt. “Ik denk niet, dus ik ben niet”, zegt de metasoof. Zijn is identiek met Niets.

Tijdens de Oudheid en de Middeleeuwen herinnerden mensen zich nog enkele grondwaarheden die geloochend worden door de hovaardige blindheid van de wetenschap, namelijk dat niet alle mensen sterfelijk zijn. Er zijn mensen die meerdere eeuwen leefden, en er zijn mensen die verdwijnen zonder dat men hun lichamen kan terugvinden, bijvoorbeeld de Wandelende Jood Ahasverus, of de profeten Henoch en Elia, of Mozes.

Vroeger had je de gerontocratie, het gezag van de ouderen. Thans hebben we de pedocratie, de kinderen aan de macht. De jongeren maken de smaak; de jeugd heerst in de kunst, de cultuur, media, sport, techniek, vernuft. Vrouwen hebben die verandering eerder begrepen dan mannen. Men heeft een voorkeur voor reuzen, voor wat groot en sterk is, en ook dat is een gevolg van de verveling.

Ziekten van het lichaam komen voort uit ziekten van de geest. Daarom is er een chirurgie van de ziel nodig, spirituele therapie. Overigens zijn ziekten geneesmiddelen tot herstel van ons fysieke evenwicht.

Het schuim van de 18e Eeuw heeft de ziel van de armen van geest bezoedeld, en die van de intellectuelen vergiftigd. En de vorsten hebben niet meer die verheven en rechtmatige zekerheid die van hen de ware en vereerde wijsgeren maakte van een volk. Nu zijn ze de hoogste ambtenaren van een democratische bureaucratie. Onze tijden zijn besmet met de kanker van de gelijkheidswaan. Een koning wordt alleen nog gedoogd als toneelspeler. “L’homme est un animal dépravé”, zei Frederik de Grote tegen Rousseau – wiens “goede wilden” veel weg hebben van dieren.

Roem is een straf, een vloek, aldus Knut Hamsun.

Naar het boek GOG van Giovanni Papini, 1930.