Vreemdelingen in onze vaderlandse muziek
Een retrospectief
CultuurAl jaren verblijven vreemdelingen in ons land, waarbij hun (mate van) integratie en sociaal-maatschappelijke positie onderwerp van gesprek blijven in krantenkoppen en op straat. Opvallend is hoe deze discussie ook de popmuziek zo nu en dan beïnvloedt. Artiesten gebruiken hun muziek om thema’s als immigratie aan te kaarten. Drukwerk deed dit bijvoorbeeld in de jaren ‘80 en ook over zure regen werd in die tijd flink gezongen. Dat was echter niet spannend en precies wat we als reactionairen zouden verwachten. Maar er is ook daadwerkelijk interessante muziek gemaakt.
In 1975 bracht Harm Breemer alias Alexander Curly de single Aggesus uit.
Aggesus gaat over een turkse man die in de krant, een advertentie leest over het beloofde land. Vervolgens verhuist hij naar Amsterdam, waar hij een kamer deelt met veertien man. In het beloofde land, gaat hij dan aan het werk achter de lopende band,
Naast blonde Truus aan de lopende band
Vond dat blonde wel bijzonder fijn
Aggesus kan zich niet beheersen en randt Truus aan en collega Bolle Jaap laat dit natuurlijk niet zomaar langs zich heen gaan.
Daar vloog ’t mes voor Jaap er erg in had
Het gaf een naar gevoel onder z’n schouderblad
En dat was dat
Harm Breemer was zich zeer bewust van de gevoelige punten die hij aanstipte met betrekking tot Turken toen hij dit liedje uitbracht. Het krachtige refrein, hoewel pakkend, ontbeert betekenis en lijkt bedoeld te zijn om de aandacht af te leiden van het dramatische verhaal dat wordt verteld. De reactie van de Turkse gemeenschap in Twente resulteerde erin dat Breemer niet in staat was om het lied te zingen tijdens een opname voor een VARA-programma in die regio.1 Dit incident illustreert dat de trend van cancel culture, afkomstig uit de angelsaksisch-Amerikaanse cultuur, al veel langer bestaat dan sommige boomers willen geloven.
In de afgelopen jaren heeft niet de Turkse arbeidersbond gelijk gekregen, maar Harm Breemer. Ondanks het stereotype karakter van het liedje, wordt het bewaarheid door de misdaadcijfers. 2
De negatieve effecten van immigratie op Nederland zijn algemeen bekend, door de muzikale creaties van Harm Breemer. Maar is er niet ook een element van verdriet in te ontwaren? Zijn deze vreemdelingen niet een beetje zielig?
Harrie Jekkers, een boomer bekend van nummers als O, o, Den Haag en Over de muur (die laatste is als je goed leest misschien een knipoog naar een ‘derde weg’ in politieke zin), stemt hiermee in. Op zijn album Yoghurt met Banaan uit 1988, vinden we Een Turk in Haarlem.
Deze Turkse man werkt op het station, waar hij koffie verkoopt aan de mensen van Haarlem op het perron. Hij denkt over zijn nageslacht, dat Nederlands spreekt en hier is grootgebracht.
Hij droomt van een pluche stoel
Hij droomt op weg naar Istanboel
Hij droomt van een eersteklas-coupé
En zijn kinderen droomt-ie mee
Hij droomt maar niet van Haarlem
Een Turk in Haarlem laat ons luisteraars de andere kant van de medaille zien. Zelfs als een gastarbeider na vele jaren het huisje, boompje, beestje-leven bereikt, blijft het verlangen naar zijn thuisland bestaan. Dat is niet slechts een stereotype. Heimwee is diepgeworteld in het zijn van de ‘gastarbeider’. Remigratie blijft een veelgekoesterde fantasie, méér onder vreemdelingen dan Nederlanders zelf. Zullen de Haarlemmers op het station ook hebben gedroomd dat de koffieverkoper terug naar Istanboel gaat? Hoewel de man een Nederlands paspoort kan hebben, maakt dat hem nog geen Hollander. Hij zal nooit van Haarlem dromen zoals alleen Haarlemmers dat kunnen. Zijn kinderen bevinden zich in een nog complexer dilemma. Met hun beperkte kennis van het Turks en een gebrek aan Nederlandse wortels, zullen zij nog moeilijker kunnen dromen van Thuis.
De Volkskrant, 07-01-1976, pagina 9, Turken kwaad over liedje en Het Parool, 09-01-1976, pagina 2, Kijktip ↩︎
CBS, Rapport Integratie en Samenleven, sectie 5: Criminaliteit ↩︎