Wat is vitalisme?
Een bloemlezing van de dichtbundel Vitalisme
GeschiedenisWat is vitalisme? Dit is een vraag die mij meermaals is gesteld na het verschijnen van mijn bundel. Deels heb ik hierop antwoord willen geven, deels ook niet, omdat het bijna onmogelijk is om dit anders dan in dichterlijke zinnebeelden te vatten. Helder proza schrijven over het overvloeiende leven, het rijke leven, het krachtige leven is nog maar een klein aantal mensen gelukt en ik reken mijzelf, in mijn oneindige bescheidenheid, niet tot één van hen — maar proberen kan geen kwaad. Daarom nog een poging om de ongeorganiseerde gedachtestroom te dwingen helder en duidelijk te worden. De vraag: wat is vitalisme?
Vitalisme is het gevoel dat je bekruipt wanneer de wind je bijna omverblaast op een stormachtige dag, het uitzicht op hoge bergen boven nevelmeren, de blote bast die bruint in de zon, de lichaamsbouwer die voor het eerst honderd kilo bankdrukt, de man die zijn vrouw zoent in sluimerende ochtendlakens, de wandeling door oneindig diepe bossen, de grote lach na een ijzig zwijgen. Vitalisme voelt men tijdens het morgenrood, wanneer de zon opkomt en de aarde bevrijdt van de nacht. Vitalisme is de vervolmaking van de romantiek: een romantiek die is bevrijd van decadentie. Vitalisme is het grote ja-zeggen tegen het leven. De grote zoektocht naar gezondheid en kracht.
Hierbij speelt fitness en literatuur een belangrijke rol. Twee vormen van kunst die innig met elkaar verbonden zijn. De presocratische Grieken zijn hier het beste voorbeeld van. Hier vinden we een cultuur die geobsedeerd is door schoonheid en gezondheid. Alleen in het oude Griekenland kon het atletische lichaam gebeiteld uit marmer kunst zijn en vereerd worden, daar onder de hete mediterrane zon, waar een volk nog nimmer over erfzonde of gewetenswroeging nagedacht had. Op de wereld is er geen gezondere, geen grootsere cultuur geweest dan de presocratische oudheid. Deze observatie is niet origineel. Ook zien we haar opduiken bij de filosoof Friedrich Nietzsche en kunsthistoricus Johann Joachim Winckelmann. Deze laatste heb ik willen eren in mijn gedicht Laokoön uit het eerste hoofdstuk van de bundel.
Laokoön
En op een dag zal mijn leven een gedicht zijn,
gebeiteld uit edele eenvoud en stille grootse.
Maar niet alleen de Grieken zijn zogeheten vitalisten. Ook de grote Amerikaanse dichter Walt Whitman, de oer-Hollandsche Hendrik Marsman en moderne samoerai Yukio Mishima mogen zich tot deze groep rekenen. Zonder het werk van deze drie schrijvers was de bundel nooit tot stand gekomen. In de gedichten Morgenrood, Zon en Staal en Zomer, uit het vierde hoofdstuk, valt de invloed van deze drie vitalisten erg goed terug te lezen.
Zon en Staal
Elke daad verricht uit schoonheid
is een revolte tegen de moderne wereld.
Elke daad verricht uit liefde
is een klap in het gezicht van hen die nergens in geloven.
Ik verlang mooi te zijn,
in de heiligste zin van het woord.
Zon en Staal zijn de middelen;
hiermee beklim ik de Olympus
en nadat ik mijzelf overstegen heb,
zal ik zegevieren met Apollo en Dionysus.
(…)
Er wordt echter niet alleen maar ja gezegd in mijn bundel: het is ook een polemiek. Het voorwoord geeft een snerpende kritiek op de hedendaagse dichtkunst en de decadentie die gepaard gaat met de producties van de meeste kunstenaars. Deze toon vindt men ook terug in het tweede hoofdstuk Grimlach, dat genadeloos afrekent met de moderne wereld.
Anno 2023
Ik leef in een labyrint,
waarvan de muren zijn volgeklad
met pornografie;
en om elke hoek
wacht een afbeelding,
die nog gruwelijker is
dan de vorige.
Het is niet de vraag wanneer de Apocalyps komt,
maar hoelang die is geleden.
In het derde, tevens meest romantische hoofdstuk Sturm und Drang is het gevoel van verlangen en stormachtige liefde het sterkst. In gedichten zoals Haar naam, Radeloos, Blauw en Spiegel leg ik het thema eenzaamheid en ontoereikendheid genadeloos bloot.
Spiegel
Bij mijn geboorte is een fout gemaakt;
samen met mij moet er nog iemand in mijn moeders buik hebben gezeten.
Ik kan niet de enige zijn,
dat weet ik.
Er moet toch iemand zijn
die net zo denkt als ik?
Die net zo voelt als ik?
Mijn wederhelft
die ooit mij was en ik ooit hem.
Nu leef ik gescheiden
dolend over de aarde,
zoekend naar mijn tweeling.
En ik weet dat hij bestaat,
dat voel ik.
Ergens moet toch de spiegel zijn?
Waarin we elkaars gezicht aanschouwen,
waar we doorheen stappen,
in elkaars wereld.
Maar waar?
Alle vier de hoofdstukken, het klassieke, het geëngageerde, het romantische en het vitalistische vormen samen één geheel: het portret van een dichter die iets van het leven wil maken en naar een overvloeiend leven verlangt. In dit opzicht hadden de gedichten Narcissus, Prometheus, Ariadne, Laokoön en Het Lied van Achilles ook allemaal Ik, Luca de Clippelaar kunnen heten. De gedichten zijn maskers, vermommingen waarachter de dichter zich tegelijk verschuilt en blootgeeft. Nu eens in een ietwat archaïsch en intellectueel vocabulaire, dan weer platvloers en polemisch.
Nu, ik hoop een antwoord gegeven te hebben op de vraag die ik onbeantwoordbaar acht — want wie weet wat vitalisme is, weet wat het leven is? Het zou kunnen dat ik hier in het geheel niet in geslaagd ben. Dan hoop ik dat mijn verzen des te luider tot u spreken en het gevoel van vitalisme in uw hart doen ontwaken.
Heldenzang
Ik ben een zonnebader en lichaamsbouwer
De dichter van Zomer en Vitalisme
Surfer op de golven van het Kali Yuga Bereider van de tijger
Filosoof van het Morgenrood
Schilder van het barbarisme
Profeet van DEVS SOL INVICTVS
Kortom: een genieterskoning.
Hij die zijn lichaam bronst in de gouden zon
En zijn haar blondeert in het grove zeezout
En zijn lippen kleurt in de rode wijn
En zijn spieren traint in de ware elementen
En lanterfant op het gras en strand
Is hij niet de held van vandaag
En de aristocraat van morgen?
Deze uitvreter, deze slenteraar
Heeft hij niet meer kennis dan alle filosofen bij elkaar?
Kent hij onrust over de toekomst?
Spijt over het verleden?
Wie is er edeler?
Wie is er rijker?
Wie heeft er meer vrijheid dan de jongen in de rode avondzon?
De miljonair kan niet op tegen onze held van vandaag
En aristocraat van morgen.