We leven in een breuk met de geschiedenis
De wereld waarin je bent opgegroeid bestaat niet meer
CultuurWe leven in een breuk met de geschiedenis en niemand beseft het. Er is een proces van vervreemding gaande op de wereld; men is niet meer gebonden aan de regio, de familie en traditie, maar vooral veel met zichzelf bezig. Dat weinigen dit beseffen komt doordat er een maatschappelijk geloof is dat we ons in een volmaakte conditie bevinden, of om met Fukuyama te spreken: we bevinden ons aan het fameuze ‘einde van de geschiedenis’. Aangezien Mark Fisher dit fenomeen goed heeft omschreven, en dat zeker beter heeft gedaan dan ik dat kan doen, zal ik hem gedienstig citeren:
Fukuyama’s stelling dat de geschiedenis zijn hoogtepunt heeft bereikt met het liberale kapitalisme mag dan alom bespot zijn, het wordt aanvaard, ja zelfs verondersteld, op het niveau van het cultureel onderbewuste. Men mag echter niet vergeten dat het idee dat de geschiedenis een ‘eindpunt’ had bereikt, zelfs toen Fukuyama het naar voren bracht, niet louter triomfalistisch was. Fukuyama waarschuwde dat zijn stralende stad spookachtig zou zijn, maar hij dacht eerder aan nietzscheaanse dan aan marxistische spoken. Sommige van Nietzsches meest vooruitziende pagina’s zijn die waarin hij de ‘oververzadiging van een tijdperk met geschiedenis’ beschrijft. ‘Het brengt een tijdperk in een gevaarlijke stemming van ironie ten opzichte van zichzelf’, schreef hij in Oneigentijdse beschouwingen, ‘en vervolgens in de nog gevaarlijker stemming van het cynisme,’ waarin ‘kosmopolitische vingervlugheid,’ een afstandelijk toeschouwerschap, in de plaats komt van engagement en betrokkenheid. Dit is de toestand van Nietzsche’s Laatste Mens, die alles heeft gezien, maar decadent verzwakt is, juist door deze overmaat aan (zelf)bewustzijn.1
Toch moet ik toegeven dat mij het gevoel bekruipt dat de laatste jaren dit maatschappelijk geloof in een volmaakte conditie steeds meer aan het afzwakken is. We zien steeds meer de gebreken van het neoliberalisme en postmodernisme boven water komen, ook omdat men steeds meer beseft dat we niet in een wereld van onbeperkte (economische) groei kunnen leven. Toch zien we politici nog gretig vasthouden aan het idee van neoliberalisme en postmodernisme, want een andere ideologie kennen ze niet.
Economische groei houdt ook in dat de consumptie moet groeien. En dit toont ook de huidige staat van onze maatschappij aan: we zijn verworden tot een consumptiemaatschappij. Alles draait om begeertebevrediging, maar de begeertes van een mens bevinden zich ook in een vals bewustzijn. De begeertes van een mens worden ook geleid, en al helemaal in onze huidige maatschappij, door een behoefte aan statusonderkenning van de omgeving. En dat maakt ook dat een persoon niet autonoom kan bepalen wat voor begeertes die heeft, maar dit vooral laat afhangen van populaire cultuur of subcultuur. Dit achternahollen van valse begeertes zorgt voor een zielloos bestaan, waarbij een geluksgevoel door consumptie naar je toe moet komen en je een constant verlangen hebt naar het nieuwe (digitale) dopamineshot.
Toch moet onderkend worden dat dit leven in een breuk met de geschiedenis helemaal niet enkel door economische en culturele opvattingen komen. Het evolueren van de techniek heeft er ook voor gezorgd dat de wereld steeds kleiner wordt. Daar waar mijn grootouders in een tijd opgroeiden waar men nog volledig gebonden en afhankelijk was van hun regio, zijn de “zoomers” opgegroeid in een tijdperk waarin de hele wereld via de digitale ether aan onze voeten stond. Dit is de kern van de breuk met de geschiedenis: door o.a. digitalisering heeft er een proces plaatsgevonden van mondiale homogenisering, van een vervreemding van je eigen regio en individualisering.
Door een vervreemding van de gemeenschap is men steeds meer geïndividualiseerd de afgelopen decennia. De evoluerende techniek heeft gefungeerd als aanjager van het breken van de banden met de regio en het traditionele gezin. Je amuseren kan nu op ieder moment en op iedere plaats door je mobiele telefoon. Ad Verbrugge wees in VPRO Tegenlicht in 2003 aan hoe die vervreemding toen al plaatsvond door een simpele tv op een slaapkamer.2 Daar waar je je vroeger kon amuseren met het gezamenlijk tv kijken of een gezelschapsspel doen, kan je je nu individueel amuseren door zelf tv te kijken of te gamen.
De Reactionair
Boekenwinkel
Ondek onze grote collectie boeken, zoals De seksuele revolutie, in onze boekenwinkel.
De wereld is steeds meer aan het homogeniseren, daar waar je vroeger nog regionale accenten had, zijn deze steeds meer aan het verdwijnen. Nationale architectuur verdwijnt: een wolkenkrabber in Dubai had net zo goed in New York kunnen staan. Langs Servische snelwegen ontpoppen zich Amerikaanse fastfoodketens. Dit kleiner worden van de wereld heeft tot effect, dat ‘de’ wereld verwordt tot een grijze massa, waarbij er een enorme culturele erosie plaatsvindt en de consumptiecultuur consolideert.
Mede dankzij de techniek kan er ook een geloof ontstaan in maakbaarheid, in een risicoloze maatschappij. Afgelopen jaren heeft er een gijzeling van de maatschappij plaatsgevonden. Door de maatschappij onder een controlemechanisme te zetten, aangestuurd door het coronadashboard, is de burger tot een variabele gemaakt in een model. Een variabele die in toom gehouden moet worden om geen rode cijfers op het dashboard te zien verschijnen. Dit stoppen van de maatschappij in modellen en de burger maken tot een variabele van het model zorgt voor een zielloos bestaan waarbij alles, met het oog op risicovermijding, maar naar de burger toe moet komen.
De stenen kolos genaamd ‘wereldstad’ staat aan het einde van de levensloop van elke grote cultuur. De cultuurmens, wiens zielenleven door het land is gevormd, wordt door zijn eigen schepping, de stad, in bezit genomen, bezeten, tot haar creatuur, haar uitvoerend orgaan en uiteindelijk tot haar slachtoffer gemaakt. Deze stenen massa is de ‘absolute’ stad. Haar beeld, zoals het zich met zijn grandioze schoonheid in de lichtwereld van het menselijk oog aftekent, bevat heel de verheven doodssymboliek van het definitief ‘gewordene’. Het bezielde steen van gothische bouwwerken is in de loop van een duizendjarige stijlgeschiedenis uiteindelijk verworden tot het ontzielde materiaal van deze demonische steenwoestijn. Deze laatste steden zijn ‘een en al’ geest. Hun huizen zijn niet meer – zoals Ionische steden en baroksteden nog wel – te herleiden tot de oude boerenhoeve, die ooit het vertrekpunt was geweest van de cultuur. Het zijn helemaal geen huizen meer waarin Vesta en Janus, de penaten en de laren hun plek hebben; het zijn niets dan behuizingen, die niet met bloed maar doelgericht, niet met gevoel maar met economische ondernemingszin zijn gebouwd. Zolang de haard in de vrome zin van het woord het werkelijke, betekenisvolle middelpunt is van een familie, is de laatste band met het land niet doorgesneden. Pas wanneer ook dat verloren gaat en de massa huurders en slaapgasten in deze huizenzee een dolend bestaan leidt van het ene tijdelijke onderkomen naar het andere, zoals de jagers en herders in de prehistorie, is de intellectuele nomade volledig tot wasdom gekomen. Deze stad is een wereld, is ‘de’ wereld. Zij heeft ‘alleen als geheel’ de betekenis van een menselijke woning. De huizen zijn slechts de atomen waaruit zij is samengesteld.3
Dat we leven in een breuk met de geschiedenis in plaats van in een einde van de geschiedenis, heeft er alles mee te maken dat deze tijd zo dramatisch is. Het is een zielloze wereld ver verwijderd van enige betekenis gedreven door individuele consumptie van een grijze massa. Het vraagt om een radicale ingreep. En schrik niet bij het woord radicaal, dat gaat terug op het Latijnse “radix”, wat oorsprong betekent. De kwaal bij de oorsprong aanpakken, wie kan daar nou tegen zijn?
Mark Fisher, Kapitalistisch Realisme. ↩︎
VPRO Tegenlicht, In Het Gareel: Bevangen in Vrijheid. ↩︎
Oswald Spengler, Ondergang van het Avondland. ↩︎