Wegbereider van de contrarevolutie
11 minuten leestijd

J. Floressas des Esseintes

Wegbereider van de contrarevolutie

Over Louis de Bonald

Wegbereider van de contrarevolutie
11 minuten leestijd

Conservatieve denkers en auteurs zoals Edmund Burke, Thomas Carlyle en Fjodor Dostojevsky zijn vandaag relatief bekend bij het bredere publiek. Het conservatisme is tot op heden dan ook een stroming die aanwezig is in het politieke spectrum van de meeste westerse landen. De apologeten van het reactionaire denken zijn daarentegen afwezig in de canon van de politieke filosofie en daardoor volledig onbekend bij het grote publiek. Dit artikel poogt dan ook om een inkijk te geven in de ideeën van een van de voornaamste oorspronkelijke reactionaire denkers, namelijk Louis de Bonald. Na een korte biografische omschrijving van zijn persoon zal op summiere wijze zijn gedachtegang en publicaties uiteengezet worden.

Levensloop en intellectuele ontwikkeling

De Bonald stamde uit een oudadellijk geslacht dat afkomstig was uit de Provence en daar het familiekasteel Le Monna bewoonde. Zijn familie maakte al sinds decennia deel uit van de lokale elite, en ook Louis zou als oudste zoon deze taak op zich nemen. Op jonge leeftijd verloor hij echter zijn vader waardoor hij bijna uitsluitend door zijn moeder werd opgevoed en dit op een uiterst katholieke wijze. Tijdens zijn adolescentie studeerde hij in Parijs bij de Oratorianen. In deze periode kwam hij in aanraking met de klassieke literatuur en cultuur, wiskunde en de op dat moment populaire philosophes. Na zijn studie voegde Louis zich bij het leger en diende enkele jaren onder koning Lodewijk XV. In 1776 beëindigde de Bonald zijn militaire carrière en keerde terug naar zijn geboortegrond. Daar ging hij zich toeleggen op het beheren van zijn bezittingen en trachtte deze zo efficiënt mogelijk te laten renderen. Ook trouwde de edelman in deze periode met een dame van gelijke stand en stichtte een gezin van zeven kinderen.

Op politiek vlak fungeerde Louis de Bonald als burgemeester van de gemeente Milliau en werd in dit ambt steeds herverkozen. Toen de Franse Revolutie zich aandiende aan het einde van de jaren 1780 stond de burgemeester aanvankelijk niet weigerachtig tegenover haar ideeën, vooral de toen aanwezige neiging tot decentralisatie sprak hem sterk aan. In de eerste revolutionaire jaren bleef de Bonald in zijn ambt totdat hij zichzelf niet meer in staat achtte om de opeenvolgende maatregelen naar geweten uit te voeren. Als bewindsfiguur van adel achtte hij het verstandig om eerst dienst te nemen in het leger van de prins de Condé waarna hij zich samen met zijn zoons als émigré in Heidelberg vestigde. Daar publiceerde hij in 1796 zijn eerste voorname werk, Théorie du Pouvoir Politique et Religieux. Volgens de toen heersende Directoire kon de inhoud niet aanvaard worden en zette het als gevolg op de lijst van verboden publicaties.

Na de staatsgreep en de vestiging van het Bonapartistische regime kreeg Louis de Bonald opnieuw meer vrijheid binnen Frankrijk. Napoleon was in feite een bewonderaar van zijn persoon, haalde zijn publicaties van de index en zorgde ervoor dat hij zich opnieuw kon bewegen binnen de politieke kringen. Rond deze periode gaf de Bonald samen met Joseph de Maistre, François-René de Chateaubriand en Joseph Fiévée het blad Mercure de France uit. De twee eerstgenoemden kunnen samen met de Bonald gezien worden als de ‘Heilige drievuldigheid’ van de Franse contrarevolutie door hun gezaghebbende ideeën, zowel in de eigen tijd als in de latere reactionaire traditie.

Na de overwinning op Napoleon kon de edelman zich tijdens de restauratie volledig gaan manifesteren in de hoogste politieke kringen. Hij zetelde in de Chambre Introuvable als leider van de ‘Ultra’s’ en fungeerde ook als adviseur van de minister van Staat onder Charles X. Het was onder meer door de extreme maatregelen, zoals de vergoeding van adellijke émigrés en de vestiging van een dominante staatskerk, die de Bonald adviseerde dat de Juli-revolutie in 1830 ontketende. Daarna zou de edelman zich terugtrekken uit de politiek en raakte alsmaar meer verzuurd door de gehoopte restauratie die uitbleef en de weg die Frankrijk daarna opging.

Nadruk op de lokale gemeenschap en het gezin

Het gedachtengoed van de Bonald moet gezien worden binnen de bredere beweging van de contrarevolutie die zich ging afzetten tegen de hervormingen op maatschappelijk en religieus vlak van de revolutionairen. Zoals eerder aangehaald vormde de Bonald een van de eerste figuren die deze contrarevolutie intellectueel ging onderbouwen en legde daardoor mee de basis voor het ontstaan van de reactionaire theorievorming. De ideeën die hij naar voor schoof zijn gelijkaardig aan die van bijvoorbeeld de Maistre en de Chateaubriand, maar in zijn publicaties zette hij ook enkele theses uiteen die als origineel bestempeld kunnen worden. Geheel volgens zijn stand legde de edelman bij de aristocratie de belangrijkste taak om de contrarevolutie uit te voeren. Als hoeders van het volk moesten zij hun hogere plicht nakomen en opnieuw orde in de revolutionaire chaos brengen. Het model dat de Bonald hier tegenover plaatste richtte zich volledig op een terugkeer naar ‘de gemeenschap’ die hij als drieledig opvatte. Centraal in de alternatieve maatschappijvorm die hij voorstelde stonden: de lokale gemeenschap, de arbeidsgemeenschap en de familiale gemeenschap. Het bewustzijn van het horen tot een bepaalde plaats, een bepaalde arbeidsgemeenschap en het behoren tot een gezin waren volgens Louis de Bonald de centrale eigenschappen van een organisch geordende samenleving. Deze gemeenschappen uitten zich in de realiteit als de parochie, de gilde en het gezin.

De notie van de lokale gemeenschap kenmerkte zich volgens de Bonald hoofdzakelijk als een afgesloten gebied, zonder grote rijkdommen, vrij van industrie, volledig agrarisch en als een gebied dat inspireert tot religieuze gevoelens en waar gematigdheid centraal staat. Dit gebied diende bestuurd te worden door een centrale adellijke familie die door haar bezit van macht en grond haar plicht tegenover de gemeenschap moest vervullen. Dit leidde tot een organisch geheel waarbij de verbondenheid rond die plaats centraal stond om een hecht verband van personen te kunnen vormen. Een waarachtig persoon zou steeds zijn gemeenschap verkiezen boven een materieel belang dat elders nagestreefd kon worden

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals Desengaño, in onze boekenwinkel.

Desengaño

De tweede gemeenschap is die van de arbeid en beroep. Dit moet vooral gezien worden als het afzetten van de Bonald tegen de toen toenemende industrialisering en de volgens hem bevreemdende dimensie van de moderne economie en de bureaucratische staat. Als alternatief schoof de edelman een soort van contract naar voor waarbij het individu de plicht moest vervullen om zijn talent in te zetten ten dienste van de maatschappij, wat tot een sterkere verbondenheid tussen hem en de andere individuen moest leiden. De ideale vorm van organisatie op vlak van arbeid zag hij in de middeleeuwse gilde of corporatie. Deze vormden de ideale verbinding tussen de families en het werkleven. Het diende ook een privilege te zijn om tot een gilde te behoren zodat zelfs het laagste beroep of persoon hier voldoende zingeving kon uit halen. Ook stond binnen dit systeem de band tussen leermeester en leerling centraal. Dit moest ervoor zorgen dat de jongeren binnen de samenleving een degelijke opleiding kregen van vakmensen en dat ze tegelijkertijd weg werden gehouden van alle vormen van onzedelijkheid.

De laatste en volgens de Bonald belangrijkste gemeenschap was die van de familie en het gezin. Hier bevindt zich in sterke mate de originaliteit van zijn ideeën en vooral de ijver die hij aan de dag legde om deze in de politieke realiteit te bereiken. Doorheen de 18e eeuw voltrokken zich drie revolutie die voor een een afbraak van het instituut van het huwelijk zorgden. De revolutie op vlak van de moraal ontstond door de ‘schunnige poëzie’ van Voltaire, die van de doctrine kwam er door het propageren van de legale scheiding door Diderot in zijn Encyclopédie en op legaal vlak werd dit bekrachtigd door de instelling van het burgerlijk huwelijk met daarbij de mogelijkheid tot scheiding in 1792. Dit stootte in Louis de Bonald in die mate voor de borst dat hij er zijn levenswerk van maakte om deze legalisering terug te draaien. In 1801 publiceerde hij Sur Divorce waarin hij tekeerging tegen de scheiding en het burgerlijk huwelijk met al zijn negatieve aspecten en gevolgen. Toen zette dit Napoleon aan om de voorwaarden voor een scheiding aanzienlijk aan te scherpen. Tijdens de restauratie kon de Bonald als lid van de Chambre Introuvable de scheiding opnieuw uit de legaliteit halen wat in Frankrijk zo bleef tot 1884. Dit kan gezien worden als een van zijn grootste verwezenlijkingen en als een toonbeeld van hoe een reactionair denkbeeld in de realiteit kan worden omgezet.

Vertaling van het lokalisme naar de natiestaat

De focus op de lokale gemeenschappen plaatste de Bonald binnen een bredere context van de natie, in zijn geval Frankrijk. Volgens hem was de Franse staat sinds de Onheilige Drievuldigheid: de Reformatie, de Verlichting en de Franse Revolutie ontaard in een oord van degeneratie en verval. Tussen deze drie gebeurtenissen kan een rechte lijn getrokken worden richting de chaos die Frankrijk rond 1800 zo beheerste. De drie genoemde historische gebeurtenissen droegen inherent het rationalisme en het individualisme in zich en voerden zo een regelrechte aanval uit op de religieuze waarheid en de socio-politieke stabiliteit. Over zijn verhouding tot de Katholieke Kerk en het geloof wordt in de wetenschappelijke literatuur over de Bonald duchtig gespeculeerd. Een deel van de onderzoekers ziet de edelman als iemand die de Kerk wilde reduceren tot een machtsmiddel in handen van een absolute vorst. Het geloof had dan hoofdzakelijk een disciplinerende functie die het volk in toom zou houden en voor de vorst een bron van legitimiteit.

Het meest significante aan de ideeën van Louis de Bonald is zijn tot in detail uitgewerkte sociologische analyse van de maatschappij. Daarom wordt hij vaak gezien als een van de vroegste pioniers in de sociologie en ook als doorslaggevend in de ideologisering van de contrarevolutie. Als alternatief voor de chaotische maatschappij van de revolutie trachtte hij een alternatief te bieden dat uitging van een organische ordening van de samenleving. Vanboven aan de sociale ladder diende een vorst te staan die door de gratie van God was aangesteld. Onder hem stond de aristocratie die de Bonald op een nationale wijze opvatte, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de decentralistische denkwijze van Charles Maurras. Deze adellijke bevolkingsklasse moest geschoold worden in nationale scholen die hen op uniforme wijze zou onderrichten. Hun taak bestond erin om zich te ontfermen over de volklassen door middel van christelijk caritas en paternalisme. De indeling van de maatschappij wilde de Bonald ook in de realiteit zo duidelijk mogelijk laten doorvoeren. Hij ging zo ver dat hij kledingvoorschriften voor elke stand voorschreef waarbij de volledige adel bijvoorbeeld eenzelfde ring moest dragen om zich te distantiëren van de volksklassen, die zich op hun beurt ook dienden te houden aan een uniforme kledingstijl.

Concluderend kan gesteld worden dat Louis de Bonald vrijwel alle kenmerken bevatte van zijn contrarevolutionaire tijdscontext, maar daarnaast ook enkele meer originele elementen naar voor bracht. Zijn uiterst gedetailleerde beschrijving van zijn ideale maatschappij viel bij andere reactionaire denkers uit deze periode niet te bespeuren. Waar hij zich ook van bijvoorbeeld de Chateaubriand en de Maistre onderscheidde was op het vlak van de verhouding tussen de staat en het christendom. De Bonald pleitte namelijk voor een terugkeer naar het absolutisme waarbij de vorst over zowel de adel als het volk kon regeren zonder mediëring tussen hem en God. De Bonald zag het Gallicanisme, waarbij het christendom onder gezag van de Franse staat stond, als de ideale vorm van geloof. Joseph de Maistre daarentegen was een overtuigde ultramontaan die de Heilige Stoel boven alle vorsten plaatste en als mediator tussen deze machtshebbers en God moest optreden. Charles Maurras stelde dan weer een decentrale maatschappijvorm voor waarbij de aristocratie op gelijke sociale hoogte stond als de vorst om absolutistische trekken van de laatstgenoemde te voorkomen. De Bonald plaatste de adel onder vorst, net omdat die dan geen enkele oppositie zou ondervinden om zijn beleid vorm te geven. Los daarvan vormde Louis de Bonald een grote inspiratiebron voor Charles Maurras, de belangrijkste moderne contrarevolutionaire denker. Ook had de Bonald opmerkelijk genoeg aan de andere kant van het spectrum een grote invloed op Saint-Simon en Michel Foucault. Zij voelden zich voornamelijk aangetrokken tot zijn sociale analyses en de nadruk die hij legde op wat later gedefinieerd werd als ‘civil society’. Zijn denkbeelden hadden dus over het volledige politieke spectrum een weerslag en daarom dient Louis de Bonald algemeen en vooral binnen het reactionaire denken meer onder de aandacht te komen.

Primaire literatuur

  • DE BONALD, L., Théorie du Pouvoir politique et religieux dans la Société civile, Paris, 1796.
  • DE BONALD, L. Du Divorce, Paris, 1801.
  • DE BONALD, L. Essai analytique sur les lois naturelles de l’ordre social, Paris, 1817.
  • DE BONALD, L De la famille agricole et de la famille industrielle, Paris, 1826.

Secundaire literatuur

  • BLUM, C., ‘On Being Conservative: Lessons from Louis de Bonald’, The Intercollegiate review, 41 (2006), 23-30.
  • BURLEIGH, Earthly Powers: The Clash of Religion and Politics in Europe, from the French Revolution to the Great War, New York, 2006.
  • KLINCK, D., The French Counterrevolutionary Theorist Louis de Bonald (1754-1840), New York, 1996.
  • MCCALLA, A., ‘The Structure of French Romantic Histories of Religions’, Numen, 45 (1998), 258-286.
  • VIAENE, V., Belgium and the Holy See from Gregory XVI to Pius IX (1831-1859): catholic revival, society and politics in 19th-century Europe, Brussel, 2001.

Fascinerend artikel. Las in andere boeken dat hij juist wel een ultramontanist was. Maar een paar noemde hem inderdaad een gallicanist. Misschien lag de waarheid ergens in het midden.