De eenzaamste reis
6 minuten leestijd

Tólma

De eenzaamste reis

Meditatie over de dwaas in de Tarot

De eenzaamste reis
6 minuten leestijd

Toen nu Zarathoestra zo bergopwaarts liep, moest hij zijn vele eenzame reizen en trekken gedenken, van kindsbeen af; en hoe vele bergen en bergruggen en -toppen hij reeds had bestegen. Ik ben een reiziger en een bergbestijger, sprak hij tot zijn hart, ik bemin de vlakten niet en ik kan blijkbaar niet lang stilzitten. En wat nu nog als lot en beleving tot mij kome, - een trekken zal daarin zijn en een stijgen: men beleeft tenslotte alleen nog zichzelf. De tijd is weggedreven, dat mij nog toevalligheden tegemoet traden; en wat zou mij thans nog toe kúnnen vallen, wat niet reeds mijn was! Het keert slechts terug, het komt ten leste huiswaarts - mijn eigen Zelf en wat van hem lange tijd in den vreemde toefde, versnipperd onder alle dingen en toevalligheden. En nog één ding weet ik: ik sta thans voor mijn laatste bergtop en voor dat, wat mij het langst bespaard is gebleven. Ach, mijn zwaarste weg moet ik beginnen! Ach, ik ving mijn eenzaamste reize aan!1

I.

“Één gek kan meer vragen dan zeven wijzen beantwoorden kunnen.”

Nederlands spreekwoord

In de Tarot is de dwaas een kaart die oftewel het getal 0 heeft, of helemaal geen getal. De dwaas dient zowel als de eerste als de laatste kaart van de grote Arcana. Als archetype staat hij voor een nieuw begin, de oneindige potentie van een kind, vragen, onschuld, creativiteit, vrijheid, en het verlangen het onbekende te ontdekken. De dwaas is zo een krachtig archetype van het denken. Is het niet zo, dat ook de hoogste activiteit van het denken —de filosofie—, begint in de haast kinderlijke verwondering?  De onschuld van het kind, en de lust voor het onbekende. Daar begint het échte denken, zo zegt men althans. Als archetype voor het denken is het de dwaas die, vrij van dogmatische verstarring, werkelijk vrij kan denken.

De dwaas is de eerste kaart, want de reis van het denken begint in de verwondering, en het verlangen het onbekende te ontdekken. Een zuiver vraagteken, en het verlangen naar een antwoord. De absolute verwondering, en de liefde voor de wijsheid. Zuivere potentialiteit, een absoluut nulpunt. Hier is alles, maar niets is hier werkelijk. Het zou dan ook dwaasheid zijn, te beweren dat dit het enige is wat het denken te bieden heeft, want de dwaas is ook de laatste kaart in de Tarot. Er is een einde aan het vragen, in hij die vraagt.

II.

“Het keert slechts terug, het komt ten leste huiswaarts - mijn eigen Zelf en wat van hem lange tijd in den vreemde toefde, versnipperd onder alle dingen en toevalligheden.”

Friedrich Nietzsche

Daar staat de dwaas, zich verwonderend over de wereld, aan het begin van een reis om deze wereld te ervaren, zich onderweg vragen stellend en zich tijdelijk verliezend in de wereld. Hij doorleeft alle facetten van het leven, en zelfs de Dood. Als alles goed gaat, komt hij aan de overkant. Na het haast oneindige domein der ervaring te leren kennen, is hij nu gereed om te leren van zijn reizen, en terug te keren naar zichzelf. De dwaas van de kaart 0, hunkerend naar ervaring en kennis, verwonderd over oneindige mogelijkheden, gegrepen door de spanning van een nieuw begin. De dwaas van de kaart 0, een levend vraagteken dat zijn antwoord in de wereld zoekt. Maar het is pas wanneer hij al zijn vragen gesteld heeft, en alle ervaringen doorlopen heeft, dat hij zichzelf leert kennen. Het is pas wanneer hij de wereld gezien heeft, dat hij beseft dat er niets te vinden is. De dwaas is ook de laatste kaart, want op het einde vindt hij enkel zichzelf. Dit is de zelfontdekkingsreis van de Tarot, omvat in het archetype van de dwaas. Deze eenzaamste reis, “alleen naar alleen”.2 De complexiteit van de zoektocht naar de waarheid, en de eenvoud van de wijsheid. Hier, op het einde, hoeft de dwaas niet meer te zoeken naar de waarheid, want nu is hij haar.

Er is geen wezenlijk verschil tussen de twee dwazen, ze zijn dezelfde, enkel van elkaar gescheiden door de tussenliggende reis. Maar de eerste dwaas stelt enkel vragen. Een onwetende 0, gedrenkt in de verwondering. De laatste dwaas bezit de waarheid, en eens hij die heeft, wekt geen vraag nog zijn interesse, en verstoort geen feit nog zijn rust. De laatste dwaas weet nu, dat wijsheid niet te vinden is in het eindeloze vragen, en ook niet in het verzamelen van antwoorden, maar in de kennis van wat vooraf gaat aan het vragen.

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals Desengaño, in onze boekenwinkel.

Desengaño

De wijze dwaas kan alleen maar glimlachen richting de kinderlijke dwaas. Ooit stond hij op hetzelfde punt, en hij weet, dat geen woord de vragendorst kan lessen. De wijze weet, dat bij een overmaat aan verwondering, er niets anders op zit dan te volharden in de zoektocht, hoe dwaas deze vanuit de eeuwigheid ook moge lijken. Alle vlakten moet men doorkruisen, alle bergen moet men beklimmen. Men moet de grenzen van de ziel in kaart brengen, alvorens men de ziel kan kennen. Omwegen zijn er niet.

III.

Zij die menen dat vragen stellen het enige is waar het om gaat in de filosofie, in de greep van verwondering over wat nieuw en interessant is, beseffen niet dat er werkelijk iets bevraagd wordt, en dat er werkelijk iemand is die vragen stelt. Zij die menen dat het denken neerkomt op het uitbreiden van onze kennis van de wereld, vergeten dat er iemand gekend is, alvorens men de wereld kent.

Eens verwonderden wij ons over hoe kennis mogelijk was, en vroegen wij welke structuren kennis mogelijk maakten. Zo gehypnotiseerd door deze vraag, vergaten we dat er iets bevraagd werd. In verwondering over de zin van ons bestaan, en de vraag hoe ons bestaan mogelijk is, vergaten we dat we simpelweg bestaan. En we vergaten, dat vóór elke vraag, en vóór elke ervaring, wij bestaan om deze vragen te stellen, en deze ervaringen te hebben. We geraakten zo verslaafd aan dat wat zich voor onze ogen afspeelt, dat we vergaten dat er een oog is dat kijkt, en iemand die doorheen dit oog kijkt. Er is een reis doorheen de wereld, een hunkering naar al dat ons vreemd is, tot we uiteindelijk terug worden gekatapulteerd naar dat wat we werkelijk zijn. Deze afdaling dient een doel:

Want de ervaring met wat het kwaad is biedt een helderder kennis van het goede aan mensen wier vermogen te zwak is om door wetenschap het kwaad te kennen voordat ze het ervaren hebben.3

Zoals de dwaas van de Tarot uitbeeldt, moeten we eerst vluchten voor onszelf in de wereld, tot we uiteindelijk teruggetrokken worden tot onszelf. Zowel maatschappelijk als individueel, historisch als eeuwig, is de ontwikkeling der zielen een reis naar het onbekende, en een uiteindelijke terugkeer.

Zijn we bereid terug te keren, of willen we zien hoeveel meer onze vragen kapot kunnen maken?


  1. Friedrich Nietzsche, Aldus sprak Zarathoestra, III. Amsterdam: Wereld-Bibliotheek. Vertaald door P. Endt en H. Marsman, 1972 ↩︎

  2. Plotinus, Enneaden, VI.9.11. Vertaald en ingeleid door Rein Ferwerda. Budel: Damon, 2005. ↩︎

  3. Plotinus, Enneaden, IV.8.7. ↩︎

De dwaas, eenmaal geaccepteerd niets te weten, kan krachtiger dan te voren aan een nieuwe cyclus van zelfrealisatie beginnen. Ditmaal kan hij alles riskeren om uiteindelijk alles te verkrijgen want hij heeft nu niks meer te verliezen. Hij kan als een dwaas de sprong in het onbekende maken en vindt troost en geluk in haar obscuriteit.