De klimaatzonde
4 minuten leestijd
Jan-Willem Veldhuizen

De klimaatzonde

Hoe de hamartiologie overleeft in een modern tijdperk

De klimaatzonde
4 minuten leestijd

Rabobank gaat transacties koppelen aan CO2-uitstoot.1 Wie voortaan een betaling doet, wordt geattendeerd op de CO2-uitstoot van zijn aankoop. Dit allemaal, om klanten bewust te maken van hun consumptiegedrag, om ze een duwtje in de goede richting te geven, zoals Rabobank dit zelf zegt. Daar blijft het naar alle waarschijnlijkheid niet bij. Mastercard en Visa hebben al kredietkaarten die automatisch blokkeren als de CO2-norm overschreden wordt. Menig persoon zal zich afvragen: waarom moet een bank mij de les lezen over welke uitgaven ik doe? De Rabobank, die investeerde in bedrijven die wapens leveren aan bijvoorbeeld Saoedi-Arabië.2 De Rabobank die investeert in palmoliebedrijven in Brazilië, waar miljoenen hectares regenwoud worden gekapt voor plantages. Juist deze bank zou u moeten prikkelen tot verantwoorde uitgaven voor een betere wereld. Volgens Adam Smith, de 18e eeuwse econoom zou een bank, net als iedere onderneming zuiver uit eigenbelang handelen. Niets is minder waar. Zelfs de rechtsgeoriënteerde libertariër die gelooft dat het kapitaal aan zíjn kant staat, komt van de koude kermis thuis. Sinds de ineenstorting van de Sovjetunie is die noodzaak allang verdwenen.

Waarom is het geldwezen zo begaan met het milieu en het creëren van gelijke kansen? Het antwoord is heel eenvoudig: het is niet zo. Banken zijn geen wereldverbeteraars. Om te herleiden waar deze schijnbare maatschappelijke bevlogenheid vandaan komt, moeten we terug naar 1972. In dat jaar publiceerde de Club van Rome, een collectief van wetenschappers haar verontrustende rapport “Grenzen aan de groei” Waarin de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog de negatieve aspecten van bevolkingsgroei, industrialisering en welvaartstoename nauwelijks nog aan bod waren gekomen, deed dit rapport donkere wolken opdoemen boven de economisch zo voorspoedige jaren 60 en begin jaren 70. Olievoorraden zouden binnen 30 jaar zijn uitgeput, explosieve bevolkingstoename in de derde wereld zou malthusiaanse catastrofes als gevolg hebben.3 En bovenal: het ongebreidelde kapitalisme had een vernietigende invloed op het milieu. Op dat moment ging ook bij het grootkapitaal de knop om. Ze waren zich er snel van bewust dat men het schaap beter kan scheren dan villen. Als het milieu gered moest worden, moest daar flink aan verdiend worden.

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals Reactionary Modernism, in onze boekenwinkel.

Reactionary Modernism

In de jaren 70 en 80 waren het de idealisten die nog het voortouw namen tegen milieuvervuiling. De stereotype geitenwollen sok voor de beeldvorming. Acties om vervuiling tegen te gaan bestonden uit beperking van consumptie, zelfvoorzienendheid, en protest tegen de uitbreiding van industrie en infrastructuur. Halverwege de jaren 90 veranderde het gezicht van de milieubeweging. Niet de idealist die tegen de vervuilzucht van de grote multinationals streed, maar de multinational zelf werd de hoeder het milieu. Hoe paradoxaal ook, moesten deze vervuilers zich zien te profileren als de oplossing van het probleem. Allereerst werd geheel in de gedachte van het liberalisme de verantwoordelijkheid van de vervuiling niet neergelegd bij de producent, maar bij de individuele consument zelf.4 Hoe vaak hebben we al niet in reclames gezien dat wij degenen zijn die als consument vermaand worden de problemen van klimaatverandering en natuurverlies te bezweren? Dit spreekt het geweten van consument zodanig aan, dat hij de gedachte heeft gezondigd te hebben. Bij iedere actie, of het nu voor genot of voor de eerste levensbehoeftes betreft, gaat gepaard met het gevoel van zonde. Reizen, het eten van vlees, het kopen van kleding en zelfs het krijgen van kinderen ontsnappen dit lot niet. Voor dit economische systeem wat gebaseerd is op oneindige groei, is het minderen van de consumptie geen optie. De zondaar moet zijn dwalingen afkopen. In de late 15e en vroege 16e eeuw bereikte de aflatenhandel in Europa zijn hoogtepunt. Kostbare oorlogen van de paus en grootse kathedralen werden opgetrokken uit de inkomsten van deze dubieuze handel. Zondaars die zo’n aflaat in bezit kregen, konden er op rekenen dat hun louteringstijd aanzienlijk verkort werd. Heden ten dage leven we niet meer in een tijd waar de kerk de dienst uitmaakt, maar waarin het plebs het voor het zeggen heeft. Bedrijven hebben de rol van bemiddelaar op zich genomen. Wie co2-taks betaalt, is gereinigd van het kwaad. Is de moderne aflatenhandel oude wijn in nieuwe zakken? Ja en nee. Het is duidelijk dat de menselijke neiging tot schuldbesef wordt gebruikt voor het implementeren van een totalitair systeem, gebaseerd op gehoorzaamheid. Het woord zonde, ἁμαρτία, betekent zo veel als het missen van het doel.5 Een bank die zijn klanten bewust wil maken van klimaatverandering, of goed consumeergedrag wil stimuleren, mist haar doel behoorlijk als weinigzeggende variabelen als co2-uitstoot hetgene is waar de goedwillende klant op wordt afgerekend. Wie is in deze situatie de echte zondaar?