Don Quichot, de geestelijke ridder
3 minuten leestijd

Don Quichot, de geestelijke ridder

Tijden van goud, tijden van ijzer

Religie
Don Quichot en Sancho Panza voor de windmolens.
Don Quichot en Sancho Panza voor de windmolens.
3 minuten leestijd
Dit artikel is een voorproefje van het nieuwe boek van Robert Lemm, getiteld Desengaño: De wereld is niet voor verbetering vatbaar.

Er was eens een tijd die de ouden van goud noemden. De woorden van mij en van jou bestonden toen nog niet. Alles was gemeenschappelijk. Daarna kwamen zilver en brons. De ouden beschouwden hun eigen tijd als van ijzer. En sindsdien werd het een gemeenplaats om het verworden heden de spiegel van een paradijselijk weleer voor te houden. In de moderne tijd kijkt men liever vooruit naar een maakbare en betere toekomst.

In hoofdstuk XI van het Eerste Deel vult Don Quichot dit cliché aan ten gehore van een groep geitenhoeders. Waar ooit vriendschap en vrede woonden, heersen nu zelfzucht en naijver. Deugd en eerlijkheid hebben het veld geruimd voor grofheid en veinzerij. Om die verwording te stoppen is de Orde van het Dolend Ridderschap gesticht, en Don Quichot verklaart dat hij als lid van die orde tot taak heeft om wezen, weduwen en andere zwakken te beschermen en overal waar onrecht geschiedt de aanstichters te bestrijden.

De ridder wordt uitgelachen als hij windmolens aanziet voor gevaarlijke reuzen, of vrouwen van licht allooi voor edele dames. Zijn schildknaap Sancho probeert hem werkelijkheidszin bij te brengen. Aanvankelijk tevergeefs, maar gaandeweg met succes. Anderzijds brengen de goede bedoelingen van zijn meester een verandering teweeg in de knecht. Hoe verder de avonturen vorderen, hoe meer we het boek kunnen opvatten als de ontwikkeling van een vriendschap waarbij de twee steeds meer elkaars eigenschappen overnemen.

De Reactionair

Boekenwinkel

Ondek onze grote collectie boeken, zoals De seksuele revolutie, in onze boekenwinkel.

De seksuele revolutie

In het Eerste Deel domineren de platvloerse lachers om de dwaasheden van de ridder. In het Tweede Deel - wanneer Don Quichot inmiddels beroemd is geworden en zijn aanwezigheid vanwege de toeloop geld in het laatje brengt - krijgen we te maken met vertegenwoordigers van de upper class. Op een hertogelijk kasteel steken deftige personages de draak met het archaïsche duo. Hier staat de gevestigde orde geportretteerd als een verzameling van verveelde leeghoofden. In een volgend avontuur ontmoet de inmiddels tragische held van de Droevige Figuur personages van een heel ander gehalte: de bandiet Roque Guinart en zijn bende. Anders dan op het kasteel, wachten Don Quichot en Sancho in de wildernis een eervol onthaal. Met respect bejegent de roverhoofdman de ridder - die op zijn beurt diens bedrijf niet veroordeelt, maar hem maant liever het dolend ridderschap op zich te nemen. Doch zover wilde Guinart niet gaan.1

Op zijn sterfbed wordt Don Quichot wakker. Hij ontdekt dat hij in werkelijkheid de verarmde jonker Alonso Quijano is, die zijn tijd had verdaan met het lezen van ridderromans. En dan komt het definitieve inzicht: de ridder die dacht dat hij de wereld kon genezen, begrijpt dat hij van de wereld moest genezen. Want die is niet voor verbetering vatbaar.


  1. Jorge Menoni en Robert Lemm: Un Quijote moderno↩︎